vangen gezet, beschuldigd van dwinglandij en van ’t verduiste-
ren van ’s lands penningen.
Wij mögen ons nu niet langer te Woerden ophouden. Gaf
het ons niet zeer veel te zien, het gaf ons veel te denken en
allerlei herinneringen werden er levendig. Wie de hand eens aan
den ploeg wil slaan, om een goede geschiedenis van Woerden
te leveren, zal geen onaangenaam en geen ondankbaar werk doen.
Wij zoeken de vrije natuur weer op en moeten, maar kun-
nen ook, de geschiedenis meer laten rüsten.
Een uur wandelens zal ons naar L i n s c h o t e n brengen. ’t Is
een frissche, vriendelijke zomermorgen. De regens der vorige
dagen hebben de atmosfeer afgekoeld. Nn is de zon vrolijk door-
gebroken en boven de weilanden drijven die prächtige luchten,
die het eenvoudig Hollandsche landschap zoo wonderbaar schoon
kunnen maken. Daar speelt die mengeling van schaduw en licht ,
waarmee onze schilders zoo weten te tooveren en die zooveel
poezy geeft aan het alledaagsch tafereel. Zoek op den weg tus-
schen Woerden en Linschoten geen aangrijpende natuurtooneelen.
Maar hebt gij een open oog en hart voor het schoone in iede-
ren vorm, dan geeft het vriendelijk landschap, dat zieh rondom
en voor u uitbreidt, u een weldadigen indruk van v re de. De
rüstige vaart — of wilt gij ’t meer dichterlijk — het riviertje
ter regterzijde van het voetpad, •— want het is een rivier, de
Lange Li n sc h ot e n , wat zoo kalm door de vrachtbare weiden
stroomt, — hier de grazende run d eren , .daar de hooijers op
het land in hun bedrijvige d rakte , en de oppertjes hooi, die de
lucht met hun geuren vervullen, een paar watermolens vooruit,
het digte en donkere houtgewas op den achtergrond, ziedaar
een geheel, dat met de verlichting van den morgen, maar niet
minder onder den gloed der avondzon, een onuitsprekelijke aan-
trekkelijkheid heeft. Maar het heeft die verlichting ook noodig.
Hangt de graauwe regenlucht zwaarmoedig en eentoonig boven
die velden, of baadt zieh op den zomermiddig alles in een zee-
van licht, dan verliezen deze landschappen, wat er de grootste
bekoorlijkheid aan geeft, d e k l e u r . Hier moet het kleurenspel
doenj wat elders de grootsche v o rme n , de schilderachtige lij-
n e n te weeg brengen. Dat heeft zoovelen onzer schilders tot
meesters in het coloriet gemaakt, dat verklaart misschien ook
voor een deel onze armoede aan beeldhouwers.
’t Is op dezen zomermorgen heerlijk op den weg van Woerden
naar Linschoten. Gelukkig! Bij een scherpen oostenwind, als
het „baksteenen” vriest, op een’ dier ontelbare dagen in h e tja a r,
als de vinnige noordwester ons den killen regen in ’t aangezigt
jaagt, of op „een’ ouderwetschen” zomerdag zou ’t hier bar ge-
noeg kunnen zijn. Nu is ’t er heerlijk, en t wordt er niet minder
o p , naarmate wij de boomgroepen naderen, die aan de schil-
derij een’ gewenschten achtergrond geven. Straks hebben wij
overvloedige gelegenheid de wondervolle tinten te genieten, die
door de donkere gewelven der bladeren over weg en water en
boomstammen speien. Meen nu n iet, dat wij een bosch zijn in-
getreden, maar wij zijn in een streek, waar de boerenwoningen
van houtgewas zijn omringd, en na de vlakte met haar’ ruimen
horizon, geeft het een aangename afwisseling, bij het klimmen
der zon een verkwikkend lommer. Wij zijn nu in P o l a n e n ,
oudtijds een der vele heerlijkheden van het rijke geslacbt, dat
den naam van zijn stamgoed bij Monster in zeer verschillende
gedeelten onzer gewesten heeft overgebragt. Aan de overzijde van
’t riviertje ziet gij eene groote boerderij, die terstond den indruk
maakt van „wat meer dan regt toe” te zijn. ’t Is dan ook een
overblijfsel van het voormalig kasteel Wu l v e r h o r s t , eens de
bezitting van Laurens Baeck, den dichter der B i j b e l s c h e ge-
z an g e n , der eeuw waarin hij leefde niet onwaardig. Het „aan-
zienlijk heerenhuis” , waar v. d. Aa nog van spreekt, is verdwe-
nen. Längs welvarende boerenhofsteden leidt de niet al te breede
weg ons weldra naar het vriendelijk dorp Linschoten, waarvan
het eene gedeelte längs den grooten weg is gebouwd, een ander
deel zieh regtsaf buigt en de kronkelingen der K o r t e L i n s c h o t e n