H■
Hfl
J9 1 ■
■■
■■
■ n«
II
III
1I
I
11
1
l |
|H
|[8 Ig
¡ 1
H
WM
DE ABDIJ GESUCHT EN BEGIETIGD. 185
mond, met alles, wat daartoe geregtelijk behoort, . . . met dienst-
lieden, beemden, bosseben, weiden, wateren en waterloopen. . .
opdat hij die als zijne andere goederen, die hij in erfregt bezit,
gerustelijk gebruike.” Dit nu betreft volstrekt n ie t, wat men later
genoemd heeft „de oprigting van bet graafsebap Holland” . Van
een graafschap Holland is in dien tijd nog geen sprake. Dirk was
ook reeds rninstens eenige jaren g r a a f in K i n b em , toen bij
deze goederen ontving. Maar van dien tijd dagteekent de betrek-
king tusschen b e n , die later graven van Holland bee tten, en de
doorlucbtige abdij van Egmond. Ook die abdij was er toen nog
niet. Er was nog maar een kerk. Maar die kerk was, naar de
overlevering, gebouwd op het graf van Adalbert, en dezelfde
overlevering verhaalt, hoe de kerk berhaaldelijk door de Noormannen
was verwoest, maar bet ligebaam van den Heilige altijd
ongesebonden bewaard was gebleven. Graaf Dirk bouwde er van
hout een klooster voor Benedictijner nonnen, en begiftigde het
rijkelijk uit zijne eigene goederen. Toen verscheen, naar de Eg-
monder kronijk vermeldt, St. Adalbert aan een der geestelijke
zusters in het gesticht tot driemalen to e , haar gelastende, zijn
ligehaam uit het graf over te brengen naar verhevener plaats. Dit
bevel werd aan graaf Dirk overgebragt, en bij haastte zieh er aan
te voldoen. Adalberts lijk werd nog ongeschonden gevonden, en in
de dagen van den kronijkschrijver, Br. Johannes a Leydis, werd
de bron nog getoond, die toen onder de kist zou zijn ontsprongen.
Met groote plegtigbeid werd nu het oversebot van den Heilige
in het nieuwe klooster te Egmond ten grave besteld. Daar in
het klooster werd ook Dideriks echtgenoote Ge v a ter rüste ge-
legd. Hij zelf verdwijnt spoorloos uit de geschiedenis. „Hy toogb
uyten lande, soo dat men niet en w ee t, hoe langbe dat hy le-
vede, of waar dat hy storf”, zegt het Go u d s e h K r o n y k s k e n.
Den 6den October werd zijn jaargetijde te Egmond gevierd. Wel-
ligt is hij gevallen in den slag bij Breisach aan den Rijn, die
in den herfst van het jaar 939 voor menig hooggeboren graaf
en hertog zoo noodlottig was. Het klooster, door den vader gesticht
, bleef de liefde des zoons behouden, maar Dirk II begreep,