De kruisramen, waarvan de benedenste helft met blinden geslo-
ten was, gaven intusschen aan het gebouw iets antieks, dat er
beter bij voegt dan de ramen met groote ruiten. Toegegeven,
dat de laatsten voor de bewoners wel zoo aangenaam zijn.
Spiegelraiten zijn nog aangenamer, maar spiegelruiten zouden op
Marquette niet passen; trouwens op Assumburg nog veel minder.
Gaat men de brug over en de poort door, dan heeft men
ter linkerzijde het huis, welks gevel het jaartal 1741 draagt op
een niet zeer smaakvol blaauw lint, dat met het wapen van Ren-
dorp het frontespies vult. Deze gevel is in den deftigen Italiaan-
schen stijl, met hardsteenen pilasters op de hoeken en tusschen
de ramen. Het groen der klimplanten, die ter wederzijde van de
deur zieh omhoog slingeren en in sierlijke festoenen neerhangen,
brengt wat gewenschte levendigheid aan. Voor het huis breidt
zieh een heerlijk grasperk u it, met bloembedden en prächtige
boomen. Daarnevens lag eens de glorie van Marquette, zijn
rondeel, om strijd beschreven en bezongen en algemeen bewon-
derd, toen er een vijver in was en een oranjerie en een duiven-
toren. Sints het jaar 1800 is het verdwenen. Tegenover het
poortgebouw, dat den regtervleugel van het huis vormde, lag
tot 1828 een andere vleugel, die in dat jaar om bouwvalligheid
is afgebroken, even als een deel van het poorthuis met de daarbij
behoorende hangtorentjes. Op een der bovengangen hangen uit-
voerige plans en teekeningen van Marquette, gelijk het zieh sints
1741 vertoonde. — Eenzanrn lag daar thans het groote huis; alleen
konijnen en kippen bevolkten het ruime plein. Maar de bulderende
storm, de afgevallen bladeren, het hoog opgeschoten gras, de
weemoedige najaarstint der boomen, de bleeke najaarsbloemen
op het rozenperk, ’t wierp alles een waas van wonderbare poezij
over de verlaten huizinge, waaraan zooveel herinneringen zijn
verbonden; ’t was alles in harmonie met een heerlijkheid, die
voorbijgaat. Ik heb later Marquette nog eens wedergezien, on-
veranderd, maar toch in gansch ander licht , onder anderen en
toch evenzeer weemoedigen indruk. ’t Was een heerlijke, kalme
zomeravond; geen wolkje aan den hemel, geen windje in de
bladeren. Hoe helder was de slotgracht, hoe rüstig verhieven
zieh de breede kruinen met hun ernstig groen in de hooge,
blaauwe lucht en spiegelden zieh hun vormen en kleuren in
het stille water; hoe vonkelde het goud der dalende zon op de
kloeke stammen, en wat speelden de lichten hier en daar door de
openingen heen; wat zongen de vogelen; hoe geurde het pas
gemaaide hooi! Wat viel het scheiden zwaar! Hier moest men
niet gebonden zijn door den „officielen spoorweggids” , die ons
zegt, dat de laatste trein onverbiddelijk ten 8.47 uit Beverwijk
vertrekt! Deze kalme natuur heeft niets gemeen met het woelen
en jagen der rustelooze maatschappij. Hier gaat het begrip van
tijd verloren. Onze vaderen, die zulke goederen bewoonden,
hadden den tijd. Hun kinderen zijn anders geworden. Ons leven
is anders, onze behoeften, onze genietingen zijn anders; daarom
is de tijd dier buitenplaatsen voorbij. Hier kon ’t een paradijs
zijn, voor wie droomen kon en wilde. Nu is ’t een kippenpara-
dijs! Tallooze witte kippen, van allerlei ouderdom, van de geele
kiekentjes af met hun trouwe klokhen, tot de opgewonden
haantjes en de ernstige matronen, zij pikken en klolcken overal,
in ieder perk, onder iederen boom. Waar gij gaat of Staat of
zit, volgen zij u. Zoodra gij u vertoont, rennen gansche zwer-
men op u aan. Gaat gij het huis binnen, zij moeteri van de
deur gejaagd worden, en als gij er weer uitkomt, wachten zij
u op. Zij hebben een groote kamer met drie ramen en een
veranda, waar zij wonen. Zij kennen geen zorg, zij genieten
den ganschen langen, lieven dag, en ’s nachts slapen zij rüstig
op hun rek, en van de donkere geheimenissen der mesthokjes
hebben zij nog geen voorgevoel. Marquette is een kippenparadijs.
Edele bürgt van voorheen, hoe is uw glorie vervallen!
Het huis heeft een ruime, schoone vestibule, met marmeren
busten versierd, een aantal vierkante vertrekken en een paar
groote zalen, met wat meer tot een deftige huizinge gerekend