IU. ben ( * ) ; gelyk in Engeland op zekere manier
Afpeel- : welke R a y verhaak. Voorts ftrekken
H oofd- de Besfen , die niet dan in de Herfst aanry-
stu k. p en 5 (je Lylters en andere Gevogelte tot Win-
ter - Aas. Het Hout, dat zeer wit, vast en zwaar
is , zinkende in Water, dient tot veelerley Draai-
jers-Werk, tot Hechten, Handvatzels en ander
T uig, ja zelfs tot Pennen in de Molen-Raderen.
(2) Hulst met langwerpig ovaale, Zaagswys’
getande s Bladen.
Hier behoort die Soort van Hulst, welke (
door Catesby in Karolina is waargenomen en
afgebeeld, onder den naam van Hulst van Karolina
met roode Besfen. Die Autheur merkt
aan, dat dezelve een zeldzaam Gewas is , hoewel
natuurlyk groeijende in dat Land. H'y
hadtze ’er in een Moeras, ter hoogte van zestien
Voeten , aangetroffen. De Bladen zyn
veel fmaller dan die der fmalfte veranderingen
van de gewoone Hulst , niet gedoomd, maar
taamelyk diep ingefneeden. De Besfen groeijen
(#) Anderen echter wraaken grootelyks ’t inwendige gebruik
van dit Lyrr.ige Sap en pryzen alleen dat ddr Besfen en Bladen
aan.
(2) Ilex Foliis ovato • lanceolatis ferratis. Hort. CUff. 4».
Mat. Med. $6 . Royen Lugdbat. 400. Agrifolium Canadcn-
fe, Foliis dentatis. &c. CATESB. Car, I. p. T. 31. Seligm.
Vog. I. Band. p. 50. PI. 61. Casfina vera Floridanorum Ar-
buscula baccifera. Pluk. Mant. 40. T. 370. f. 2,
II.
Ilex
Casjine.
Amerikaanlche.
jen by groote Trosfen en ftrekken ook tot Aas Hl»;
van klein Gevogelte. Mooglyk zal het in an- ^ ^
dere Gewesten van Noord-Amerika gemeener Hoofd-
zyn , alzo het van P l u k e n e t i ü s gemeldSTU^
wordt als een Befiedraagend Boompje der Flo-! Hust‘
ridanen, zynde de echte Casjine, en onder dien'
tytel is het ook door L i n n ^eüs tot de Geneesmiddelen
betrokken met voorbygang van de
Europifche Hulst, die by iedereen voor Genees- ' '
kragtig gehouden wordt; terwyl ik van de Cas- '
ftne, als een Geneesmiddel, geen gewag vind;
noch by Ouden noch Hedendaagfehen (*).
(3) Hulst met breed Lancetswyze, (lompey nr. i
ongekartelde Bladen. Af/atta.
Oostindi-
De Hoogleeraar N. L , B d r m a k n d s haak§hc'
deeze ook aan , als in Indie o f in Afie huisvestende
, doch zonder eenige nadere opheldering:
o f befchryving ( f ) .
M Y - :
(*) C. BAUHiNUS fpreekt wel van een Kruid , Casfma'
trenaamd , uit welks Sap men in Florida' een Drank maakte, ;
die in ftaat was om een Mensch vierentwintig Unten zonder
Honger en Dorst te houden; doch dit wordt tot de Tabak
betrokken. Zie zyn Pinax. p. 170.
(3) Ilex Foliis lato-lanceolatis , obtuhs, integerrimis. Syst.
Nat. XI f . Heg. XIII- BURM. Fi. Ind, p. 40.
( t l Zou deeze ook het Wyfje kunnen zyn van de Oost-
mdifche Halst van Rumphius , in welker Vrugt vier Zaaden
aanrypen , dat geen gemeenfehap met den Beerenklaauw A-
canthus heeft. Zie Herb. Amb. VI. T. 71. ,