A fdeel. ^ H d d e m t ------------------- g roote E y ro n ' vu. * de B lo em e n , den S t y l u itfie ek en de , de
H oofd- T ro s fen over éêne zyde .
STUK»
xxxix. Met reden verwondert zig R a y , hoe B a u -
Gehaakde.HINUS deeze de Engelfche heeft kunnen noemen
, terwyl dezelve, zyns weetens , nergens
in Engeland gevonden werdt. Zy groeit, volgens
C lu s iu s , in Portugal, byna een Elle hoog,
zynde Heefterachtig met dunne Takjes, waar
aan de Blaadjes drievoudig groeijen, maar bree-
der dan in andere Soorten , van onderen witachtig
, op de kanten Haairig en lamentrekken-
de van Smaak.' De Bloemen, die groot en Bekerachtig
zyn, komen ook by drieën , Krans-
wyze, aan de enden der Takjes voort. Op
Zandige plaatfen , omftreeks Lisfabon, was
deeze niet ongemeen. Thans volgen wederom
vyftien Kaapfche Hey - Soorten.
b . Met viervoudige Blaadjes.
XL. (4°) Heide m e t -------------------- groote geknod-
T'uhiflora. f t e B lo em e n , den S t y l ingeflooten , de
jpypjpe- B la a d je s een we inig g eh a a ird .
Deef39)
Erica Anth. mut. incl. Fol. tern. Cor. ovatis grosfis, Stylo
exferco, Racemis fecundis. Erica hirfuta Anglica. C. B. Pin,
4SS. Erica duodecima. Clus. Hiß. I. p. 45. Oólava. Hist.
p. 119. Raj. Hiß. i j 16. Eur.
(40) Erica-----' ----- Fol. quaternis , fubciliatis , Cor.
clavatis grosfis , Stylo inclufo. Er. fpicata , Floribus ob-
longis , e carneo purpureis. Pluk. Mant. 67. 346. f. 5. Erica
Afr. fïutescens. Seb, Kab. I. T. 20. f. 4. Afr.
Deeze Heefter groeit aan de Kaap wel twee^HJ^
Ellen hoog en draagt zeer groote Pypachtige VII<
Bloemen, die Wollig zyn, komende de StylHoofd-
bvna met den rand gelyk , die in Lancetvormige
Slippen is verdeeld, De Meeldraadjes
fteeken by S e b a aanmerkelyk buiten de Bloem,
en de Blaadjes worden Haairig genoemd, zynde
zeer kort en fyn.
« (4O Heide m e t-----------------groote geknod- J a ^
fte Bloemen, den Styl ingeflooten, de^oxtUot-
Blaadjes glad.
Deeze komt de voorige zeer naby , doch
heeft de Bloemen ruig , met fmaller Slippen;
de Takken Haairig en de Bladen glad.
(4.1) Heide met -*— ---- ---- groote ge- m i .
knodfte Bloemen, den Styl ingeflooten ,
Kelken ruig. Mlgs’
Ongemeen fchoon vertoont zig deeze Kaapfche
Heide, wegens haare groote nederhangen-
de Scharlakenroode Bloemen , met lange uit-
fteekende Meeldraadjes van die zelfde Kleur.
(43) Heide m e t---------- • ---- groote geknod- xt.ni.
Hg Cerinihci-
des.
f41) Erica Anth. mut. incl. Fol.quat. glabris, CoroII. cIavYchoonc!
gtosfis, Stylo inclulö. Er.Africana. Seb. Kab.II. T. 19. f. 5- Afr.
(42) Erica ----- -----------------Cor. clair. grosfis, Stylo inclufo
, Calycibus hirfutis. Eric. Afric anguftifolia &c. RAJ.
Emir. SS. SEB. Kab. I* T . 21. f. 4. Afr.
(43J E r iia ------------- --- Cor. clav. grosfis , Stigmate
in