l i l .
A fd eel .
v i i .
H oofd»
STUK,
VI.
Laureola,
Zwart
Peperboompje.
ke de Bladen van onderen ruig heeft, ’t Gewas
groeit zo wel in de Switzerfche Gebergten,
als in die van Italië en Ooftenryk. De Savoi-
fche Chameltea , die als een Byfoort aangemerkt
wordt, heeft het Hout zeer broofch, en bereikt
niet meer dan anderhalf Voet hoogte.
Ten opzigt van de ruigte der Bladen is naar
den Ouderdom en Groeyplaats een aanmerkelyk
verfchil, zynde de jongen Wollig en de ouden
kaal.
(<5) Daphne met vyfbloemige Oxel-Trosfenj
de Bladen Lancetvormig glad.
Dit is het zogenaamde Zwarte Peperboompje
, dat dien naam zo wel hebben kan wegens
de donkergroene Kleur der Bladen, als wegens
de zwartheid der Besfen. De natuuflyke Groeyplaats
van hetzelve is niet in de Noordelyke,
maar in de middelde deelen van Europa, op de
Bergen en in de Wildernisfen van Engeland,
Vrankryk, Switzerland, Duitfchland, in ’t byzon-
der aan den Rhyn en Moefel en aan ’t Meir van
Geneve. Het voert, zowel als de eerde Soort,
den naam van Laureola of Daphnoides , en is
mede , in de Winfeele , b y den naam van Mezerêon
bekend ; doch dit voert, in ’t byzonder, in ’c
En-
( 6) Dapbnt Racemis axill. quinquefloris, Fol. lanceolatis
glabris. Hort. CU ff. Ups. &c. Mat. Mei. SAUV. Monsp. GOUAN.
G ek. & c . Laureola fempervirens flore viridi, quibusdam Lau-
reola mas. C, 8. Pin. 462. TOURNF, Injt. 595. DOD, Ptmpt.
3 iS\
Engelfch den naam van Dwarf - Laurel of S p u r -UL
ge - Laurel, in ’c Hoogduiti'ch dien van Zei-
landt, in ’t Eranfch Laureole male dl Mannetjes Houkd-
Laureola. In ’t wilde wordt het wel twee El-STUJi*
len en hooger, hebbende mede ronde Takken
en eene witte Schors, met dikke Laurïerachtï-
ge donker groene Bladen , die zelfs door den
Krengden Vorst niet afvallen, noch fchade ly-
den j des het de Hoven met een altoos groenend
Loof verfiert, en een fraay Boompje
maakt , niettegenftaande de bevalligheid der
Bloemen , die geen Reuk hebben , gering is.
’t Geheele Gewas heeft een zeer fcherp Sap,
en de Besièn zyn niet minder gevaarlyk, dan
die van de andere Laureola; doch van deeze
is meest de Bast in gebruik tot een Schroei-
jend of Brandmiddel , en de Bladen hebben in
Stooving of Pappen , als een oplosfend, ver-
dryvend , verwarmend Middel, in Jichtpynen
uit Koude ontftaan, eenigen naam.
(7) Daphne met zydelingfe tweebloemige Steel- vir.
t j e s , de Bladen Lancetvormig Eyrond.
T o u r n e f o r t nam deeze op zynen Reis»
togt in de Levant waar , een Heefler zynde
van omtrent twee Voeten hoog, met zeer taaije
(7) Daphne Fedunc. lateralibus bifloris , Fol. lanccolato-
ovïtis. Thymdsea Pontica Citrd fbliis. TOURNF. Itm, II, T.
p. ISO,
i i , £>s ïx , iv ,; SW*.