III. fimpla nobla getyteld, en zegt dat het Gewas,
Afdebi, -n g joem en Vrugtmaaking, veel naar de ge-
Hoofd« woone Valerianella g e lyk t, doch pverblyvend
s t u k , j s e n Heefterachtig , meest één o f anderhalf
Elle hoog groeijende; de Bladen zyn effen en
glimmende ; de Bloemen komen verfpreid aan
*t end van de Takken voort: de Plant is zon.
der Reuk ; de Bladen zyn famentrekkende.
De tweede Soort van dit Geflagt , alleen
door ongedoornde Stoppeltjes onderfcheiden (2 ) ,
waar van de Ridder de Bloemen niet gezien
h ad t, uit Indie afkomftig, is thans weg gelaten.
D e andere Kroontjesdraagende , die Heefterachtig
zyn , gelyk in het Geflagt van B u p le -
vrum en B u b o n voorkomen , kunnen, wegens
de gelykheid van Geftalte, en om dat ’er meer
van dergelyke hoogte z yn , wegens de Hout*
achtigheid der Stengen alleen , niet van de
Kruiden afgezonderd worden.
Ik gaa derhalve tot de D r i e w y v i g e n ,
dat is die drie Stampers o f Stempels hebben ,
onder de Vyfmannïgen over; als
R h u s. Sumack.
Van de Kenmerken van dit Geflagt heb ik
reeds omftandig gefproken ( * ) , en daar van de
V y f-
(4) Phyllis Stipulis integerrimis. ROYEN Lugdhat. 92.
( * ) Ik voeg 'et alleen b y , hoe ik rny grootelyks verwondeiSsSSs
P e n t a n d r i a . 403
Vyfde en y y f yolgende Soorten befchreeven ; lilde
overigen zal ik hier voorftellen. A f d e e i , .
Hoofd-
( 1 } Sumack met gevinde , (lompachtig getan-s t u k *
de , ovaale , van onderen Wollige Bladen. n
Rbui Ctrl*
r-y aria.
Deeze groeit m de Zuidelyke deelen van EuropU
Europa, als ook in Paleftinaen Klein Afle. B y tche’
den Arabifchen naam Sumach, dien men in ’t
Italiaanfch Somacco, in ’t Spaanfch Sumaqye uit-
fpreekt, is zy meest bekend, doch de Duit-
fchers noemen het Gewas Gerberbaum , om
dat men daar van gebruik maakt tot Leertou-
wing. Jaarlyks worden de Scheuten o f Uit-
loopers, die het in menigte gelyk de Hazelaars
uitgeeft , by den Grond afgehakt, gedroogd ,
fyn gemalen, en dan gebruikt tot bereiding van
het Spaanfch Leer. Zie daar de reden , dat
men het Rhus Coriariorum noemt. Het Zaad
wordt in de Oofterfche Landen in de Winkels
verkogt en gebruikt tot Hartfterking en om de
Spyzen een Geur te geeven : weshalve het
R h u s
deren m o e t , dat L i n n e n s in Gen. Plant, daar van z e g t :
iet Nrugtbeginzel is rond, van grootte als de Bloem. Dit komt
met de Afbeeldingen geenszins overeen.
(1) Rhus Fol, pinnaris obtufiuscule fêrr. ovalibus, fiibtus
villofis. Syst. Nat. XII. Gen. 366. p. 217. Neg. XIII. Gen.
369. p. 24.2. Rhus Fol, pinnatis ferratis. Hort. Clijf. 8cc &e.
Rhus folio ülmi. C. B. Pin. 414. TouïtNF. Inft. 6ri. BOEBfl.
Lugdbat. II. p. 229. DOD. Pempt, 779, Rhus Obfor.iorum St
Coriariorum Park. Thtatr. 1450.
C c 2
II. D a u iv. Stuk.