AfÏÏÊl getyte d‘ D lt drukt zo zeer het verfchil met
ii. * cie anderen niet ui t , als de Smalbladigheid,
H oofd- welke echter niet algemeen plaats heeft in dit
Gewas , als waar aan ook breedere en ovaale
Bladen voorkomen. Het groeit aan die Kust in
5t wilde; is altoos groen, en geeft in de Maanden
Juny en July zyne zeer welriekende Bloemen.
1Vyluntèes ^ Nagtbloem met Lancetvormige gefpitfle
sptwWadf" Bladen en tweepaarige tweebloemige Steelse.
ti es>
De fpitsheid der Bladen ftrekt tot een Ken-
merk van deeze nieuwe Soort, die door den
Heer N. L . B urm a n n u s voorgefteld i s ,
begrypende de Indifche of Ceylonfche Jasmyn
met langwerpige Bladen en eene Sneeuwwitte
i zeer welriekende. volle Bloem van den Heer
J. B u rma n n u s . Hier to e b eh o o rt de Groo-
te Nandi - Ervattzm van Malabar , door C om -
xa E L y i\ Malabaarfe Adelkgeevendc Syring ge»
tyteid , t welk A m m a n flegts overgenomen
heeft, zo wel als R a y . ’t Is een Heeftertje
van
(6) Ny&anthts Foliis lanceolatis acuminatis, pedunculïs bb
geminis bifloris. Burm. Fl. Ind. p. j . jasminem indicum
Folio oblongo , Flore albo pleno odoratisfimo. Burm. Zeyl.
I29- T' S9. Nandi - ervatatn major. Hort. Mal. M, p. ioj.
T. j+. Syringa Malabarica la&escens &e. Comm. Fl. Mal.
SJ7" Amm. Char. PI. 798. Ra ï . Hifi. 17%$, Flos Maniüja«
RIU. Rumph, Amh. I r , p. *7. T. 39.
van vier Voeten hoog, op Zandige plaatfen IK.
groeijende, dat veele Struiken uit den Steel Afd eel .
voortbrengt, die knobbelig z y nme t eene ruu- Hoofd-
we Schors. De Bladen heeft het gepaard, lang-STUK*
werpig, met een klein puntje, dat naar de eene NaztiJ,emm
zyde is omgeboogen, uitpuilende geribd, zonder
Reuk o f Smaak. De Bloemen zyn des te
lieflyker, gelykende naar kleine witte Roosjes,
e>f liever naar dubbelde Narcïslèn. Haar Reuk
trekt naar dien der Angelieren, zo R u m ph iu s
aanmerkt , die het Gewas de Manilje * Bloem
noemt, als van de Spanjaarden uit Manilha op
Ternate en van daar op Ambon overgebragt
zynde; hoewel het niettemin ook op Java en
Borneo groeit. Het heeft mede de eigenfehap,
dat de Bloemen over dag haaren Geur verliezen,
en wordt meest tot fieraad der Tuinen nagehouden,
hoewel de Malabaaren aan den Wortel
een verkoelende kragt toefchryven in Koort-
fen, ’t zy gedronken o f met Pinang gekaauwd.
J a s m i n u m . Jasmyn.
De Bloemkrans is hier in vyven gedeeld ,
komende;, voor ’t overige, wat de Pypachtige
geftalte, de Meeldraadjes en Styl betreft, met
die van ’t voorgaande Geflagt overeen , maar
de Meelknopjes 'zyn binnen de Bloempyp verborgen.
De Vrugt is een Befie in fommigen
dubbeld in anderen enkeld, met twee Korrelige
Zaaden.
B Z es