III. met afgezonderde Besfen , o f die enkeld groei*
v ' jen, zynde de Ribes monocarpos van C lusios,
H oofd- welke de Bergbesfen met den Smaak van Ber-
STUK' berisfen niet kan z y n, daar B a u h i n u s
hm»/'** deeze befchryving van geeft. ,, Zy komen
, , tweederley in de Switzerfche Alpen voor.
, , De eene , die men op de Bergen van rt
„ Wallifer-Land vindt, heefteenroode Vrugt,
3, byna eens zo groot als die der tamme Aal-
j , besfen ; de andere heeft de Besfen kleiner
3, dan dézelven en minder zuur, komende voort
3, op de Bernfche Bergen.” Deeze beiden,
zynde de eerstgemelde en deeze Soort, vondt
C l ü s i ü s ook in de Ooftenrykfe Gebergten;
maar die met een enkelde Vrugt, o f zonder
Risten , zal flegts een verfchil van Groeijing
zyn ; alzo men nu en dan , op de gewoone
Besfeboomen , ook wél eens een enkelde Be-
fie aantreft : want dat de roode Kruisbesfen
daar mede bedoeld zouden worden, gelykRAY
w il, is wat vreemd.
1TI. (3) Besfenboom, die ongcdoornd is,met Haai*
n^um rige Trosjes en langwerpige Bloemen.
Beffen"' Door deeze bepaaling wordt wel het onderfcheid,
dat in de Bloeytyd tusfchen de Zwarte en Roode
(3) Riitt inerrnS , Racemis piloiïs , Floribus oblongis. lliid.
lc Hort. Cliff. 5cc. Ribes vuig. Fr. n’gro. Rudb. Valt. 32. Ft.
Lapp. 99. Grosfularia non fpinofa Fr. nigro. C. B. Pin. -tss.
Oed. Dm . j j 6 ft. Ribefmin nigrum Fenfylvanicum, Floribus
oblongis. DlLL. Eltb. 3I+. T» Z44. f. 31S*
i e Aal besfen-Boomen plaats heeft, aangewee- III.
zen ; maar in het Gewas zelf is nog een aan» Aw”®lu
merkelyk verfchil , aan ’t welke deeze Boo- Hoofd-
men, zelfs in de Winter, Vrugt- , Bloem- enSTUIC*
Bladerloos , kenbaar zyn. Men weet dat d^yogBe^enm
Reuk der Bladen , die ook grooter zyn, den
Zwarte Besfen-Boom duidelyk onderfcheidt.
Hy groeit, zo wild als tam , op de zelfde
plaatfen als de Roode ; doch men maakt ’er
zo veel werks niet van , om dat de Smaak der
Vrugt aan de meefte Menfchen onaangenaam
is. Evenwel zyn die Besfen zo verwerpelyk
niet ,als D oDONé u s ftelt: men kookt daar
van een aangenaame Geley; de 5 Wy n , van de*
zelven gemaakt, is kragtiger dan die van Roode
Besfen, en op Jenever gezet leveren zy een
Hartfterkende Morgendrank uit. Voorts komen
zy , in de Geneeskunde, in ’t byzonder
in aanmerking, wegens haare Pisdryvende hoedanigheid
, die haar tegen ’t Graveel doet aan-
pryzen. Een Aftrekzel van de Bladen , met
eenige andere Hartfterkende Kruiden en Wortelen
, is een berugt Middel onder ’t Gemeen,
in fommige der Zuidelyke deelen van Europa,
tegen de Hondsdolheid o f Watervrees. Zelfs
wordt verzekerd , dat men in fommige Provinciën
der middelde deelen van Vrankryk,
met een goed gevolg, gebruik maakt van het
uitgeperfte Sap deezer Bladen , met Wyn ge.
ftampt, tot agt Oneen ’s morgens op een nug-
Y 3 te.