p ï | t l » » M * . 3 1 *
tende , onder den naam van Evonymoides, om III.
dat het Gewas zeer naar den Evonymus ge- yEEU
ïyk t, befchryft deeze Soort , welke van d u Hoofd-
Hamel tot de Boomen betrokken w o rd t,8™ *
omftandig. Het is , zegt h y , een Boompje ,
dat een Stam heeft van twee Duimen dik,
met eene bruinroode Schors, als met kleine
Ringetjes, omgord. De Takken zyn zeer buigzaam,
en ftrengelen zig zo digt om den Stam
van andere Boomen, dat ’er die fomtyds door
verflikken. De jonge Looten hebben eene
gladde , groene Schors. De Bladen zyn rond
en loopen puntig u it: de grootflen drie Duimen
lang en twee Duimen breed , op de kanten
gekarteld , van boven donker , van onderen
bleek groen, met een Steeltje, flerk geaderd.
De toppen der Takken zyn met Aairen ver-
fïerd van Bloemen, die doorgaans uit v y f Blaadjes
beflaan , groenachtig wit van Kleur, uit
een Kelk voortkomende , die naar een Roosje
gelykt, zo wel als de top van den Styl , die
met de v y f Meeldraadjes is omringd, en eene
rondachtige Vrugt wordt, in drieën gedeeld.
Het Boompje groeit in de Bosfchen van Ka-
nada , omflreeks Quebek.
C3) Celaflrus, die ongedoornd is» met Eyvor- m>
m i . Celaflrus
Myrtif*.
( 3 ) Celaflrus inermis Fol. ovatis fermlatis &c. Hort. Clifl. 72.
Myrtifolia arbor, Folüs latis fubrotundis,Flore albo. Sloane, dige.
Jam. 162. H i f l . II. p. 79. T. 193. f. 1. B.AJ. D e n d r . 36.
V 4
U. Deel, IV. Stuk.