Ar DEEL,
VII.
H oofdstuk.
I.
TVeinman-
nia pinna-
ia.
Gevinde,
555 A g t m a n n i g e H e e s t e rs.
Afrikaanfche Heefter , is onder den naam van
’ Houtige K a l i , met een Mosachtige Bloem en
Rosmaryn - Bladen, door B o c c o n e afgebeeld.
M en vindtze door T i l l i u s Heefterachtige
Afrikaanfe Houtige Melde, met Rosmaryn-
Bladen ge ty teld . B o e r h a a v e noemde z e
een Afrikaanfe H e e fte r , met dunne Rostnaryn-
Bladen , de Bloem en Vrug t van G anzevoe t
h e b b en d e , en P o n t e d e r a hadtze S h e -
r a r d i a geboekftaafd.
H e t is een woest Heeftergewasje, in de ge-
ftalte van de T e t ra g o n ia , maar in alles veel
kleiner en over ’ t geheel flaauw ge tepeld: de
Steng r o n d , met hier en daar een dun terug
geboogen B o r f t e lt je : de Bladen gepaard, fma l,
on g e fte e ld , o v e rb ly v en d e : de Bloemen ook on-
g e fte e ld , w i t , in een gegaffelde Pluim.
W e i n m a n n i a .
In dit G e f la g t , dat naar den bekenden
W e i n m a n n , die een uitvoerig W e r k van
gekleurde Afbeeldingen der Kruiden uitgegeven
h e e f t , getyteld is , beftaat de Bloem zo wel
als de K e lk uit vie r Blaadjes en het Zaadhuisje
is tweehokkig mét twee Snuitjes.
D e eenigfte Soort ( i ) s die den bynaam van
G e -
is Früt. Afr. Pol. Rösm. tEn. PI. & Prtxftu Chenopodii, ROFEH.
L t ig ib a t . II. p. 257,
( i j weinmannia. S y s t . N a t. XII. Gen, 45*. p. 274. Mg.
Xl'l. Gén. 473. p. 3 iö. Windtnannia Fmticofa Scc. Browm'.
!Jam. 212.
Gevinde v o e r t , is op ’t Eiland S t. C ru z HL
waargenomen door den beroemden Doktor Brow-
K E . H e t is een Heefterachtig B oom p je , met Hoofd-
gepaarde Takk en en gevinde Bladen , die den8TÜK*
gemeenen Steel gevleugeld hebben; de Vinbla-
den klein , Spatelvormig , van e l f tot dertien
in g e ta l; eenigermaate gehakkeld o f ge tan d , en
tusfehen de paaren der Bladen komen enkelde
Stoppeltjes v o o r t , van grootte als de Bladen ,
die afvallen. D e T a k k en geeven aan ’ t end
T ro s fen u it , die regtopftaan, uit menigvuldige
w itte Bloempjes famengefteld, wier Kelkblaadje
s ook wit z y n ; de Bloemblaadjes L an ce tvo r m
ig , driemaal z o lan g ; de Meeldraadjes eens
z o lang als de Bloem. H e t V ru g tb e g in z e lE y -
r o n d , met twe e Draadachtige S ty le n , die g e knopte
Stempels hebben.
Onder de D riew yv igen van deeze Klasfe is het
eenigfte G e fla g t , dat Heefters o p le v e r t, genaamd
P a u l l i n i a .
E en vierbladige Bloem en vierbladige K e lk ,
een Honigbakje dat uit vier ongelyke Blaadjes
b e fta a t: een V ru g t vap drie p la ta ch tig e , V lie z
ig e famengegroeide H u is je s : dit maakt de b y -
zondere Kenmerken u i t , te rw y ld e Soor ten , op
één naa altemaal Westindifche , thans in getal
verdubbeld z y n , als volgt.
( 1 ) Paullinia met drievoudige Bladen, de Stee- r.
len en Steng gedoomd.
( i ) Paullinia Foliis tenwtis, periolis Cêuleaue aculeatis, fche.'nc^'
$yü>