Afb e l . Bladen ’ tegenover elkander, heeft, en
y. zeer lange enkelde Bloemfteeltjes , aan ’t end
Ho o fd - een Tuiltje draagendè , *t welk zig t’eikens in
s t u k . tweeën verdeelt, hebbende in ieder Mikje pok
een Bloempje , dat ongefteekl is, gelyk uit de
Afbeelding blyk't.
Afivïca ^ BondeIetia met gejleelde , langwerpige ,
Oostindi- g^jpitjle Bladen.
fehe.
Hier wordt een Gewas bedoeld , dat men
op Malabar Cupi noemt, zynde beichreeven
als een Heeft er van Mans laagte, die op Zandige
plaatfén groeit. Dezelve heeft den Won-
tel fterk gevezeld, den Stam en Takken rond,
met Knoopen, het Hout witachtig met een geel
Hartje. De Bladen, op Steeltjes van een Duim
lang, zyn langwerpig rond en fmal,, aan ’t voor-
end allengs in een Punt uitloopende, digt van
geweefzel, met zeer zigtbaare Ribbetjes, die
tegenover elkander en evenwydig afgaan van
de Middelrib, van boven donker, van onderen
bleeker groen. De Bloemen, aan de enden der
lakken als in Kroontjes geplaatst, ruiken fterk
en zyn witachtig van Kleur , wordende door
den Ouderdom geel. Z y beftaan uit v y f of
zes Blaadjes, die langwerpig rond zyn en een
weinig gefpitst, Sterswyze uitgebreid en nederwaards
(2) Rtndeletta FoliJ, ^etiölatis oblongïs acuris. Fl. Zt'/t
n * * 37, T* * * RAJ-m