III. *t Gezegde Takje dan , hier in Fig. 2, op
'Afdeel, p]aa(. x x , volmaakt in de Natuurlyke groot-
Hoofd- te afgebeeld , heeft den Steel en Bladen met
stuk, een ^jgte Wolligheid als Vilt bezet ; de Bla*
fchadc* den zyn geheel ongedoornd; doch aan de Kei-
p l . xx. ken , inzonderheid van de ontlooken Bloem ,
's' 2' komen Doorntjes voor, die, gelyk de ande*
ren , Naaldachtig fpits, geel en naakt of glad
zyn De Bloem , in vyven gedeeld , heeft
Meelknopjes van aanmerkelyke grootte, die
hier. waarfchyrlyk door de drukking , wat van
elkander afgeweeken zyn ; en in ’t midden een
bruinen langen Styl, met een flompen Stempel.
Maar, het geen my allermeest ten opzigt van
deeze Soort bevestigt is, dat de zagtjes afgeveegde
Wolligheid zodanige SterswyzePluisjes,
als Zandjes , uitlevert, welke door llerke ver-
grooting, by Letter C , in drie poftnuren afgebeeld
, de weezentlyke Gejlernde Haairtjes ,
welken onze Ridder aan de laatfte Soort toe-
fchryft, vertoonen. Men ziet hier, hoe dezel-
ven een Steeltje tot inplanting hebben, daar de
Straalen, tot zeven’, agt of negen in getal, van
afkomen , fpreidende zig Sterswyze naar alle
kanle
t nazien van den Autheur of liet Origineel altoos , wanneet
men gelegenheid heeft, noodig maaken, blykt hier; alzo men
in de Predromus Flora Leidsn/ts dit aangeliaald vindt: Oculi
Gallinacei magnitudine £>* formd , in plaats van O vul:, gelyk
Boerhaave het heeft. Welk een groot verfchil: een Hoender
- Oog of een Hoender-Eitje ? Ik kan niet denken, dat het
anet vooidagt dus veranderd zy.
m
kanten uit. Derhalve kan deeze Wolligheid tot ^
een der aartigfte Voorwerpen van ’t Mikros- ”
koop verftrekken. ^ D‘
(28) Nagtfchade met een gedoomde Heeßerachtige
Steng , de Bladen Jlomp Lancet- Babamen/e.
o o * Bahama*
vormig ) uitgegulpt , aan den rand omge-{c^e.
boogen; de Trosjes eenvoudig.
Op Providence , het voornaamlte der Baha-
ma-Eilanden , is deeze Soort van Nagtfchade
waargenomen, wordende deswegen de Bahama-
fche getyteld. Het fchynt de zelfde te zyn,
welke S l oa ne op Jamaika vondt, met blaau-
we Bloemen.
(29) Nagtfchade met een gedoomde Heeßer• xxix.
achtige Steng, de Bladen fpits Lancet- vuurige!*
vormig , by het Steeltje wederzyds omgekruld;
de Trosjes eenvoudig.
Deeze Soort is aan de voorgaande zeer gelyk
,
(i%) Solanum Caule acul. frut. Fol. lanceol. tepandis obtu-
fis margine reflexis , Racemis iitnplidbus. Hort. Cliff. 64«
ROïEN Lugdbat. 424.’ Sol. Bah. Ipinofum, Dil l . Elth. Z63,
T. 271. f. 271. f. 250. Sol. früt. Bacciferum fpinofum, flore
coeruleo Sloan. Jam. ios. Hiß. I p. 38. T. 11, f. 3.
(29) Solanum Caule acul. frut. Fol. lanceol. acuminatis, Bafi
utrinque revolutis, Racemis ßmplicibus. Syst. Nat. Sol. fpi-
niferum frutescens, Spinis Igneis , Americanum. Pj.UK. Alm.
)fo. T. 225. 4. J.
II« D e e l , i v < St o k ,