m .
A f d e e l .
v.
H o o fd stu
k.
h.
Cbiococca
tioHurna.
Nagr-Syling.
der Bladen, als aan de enden der Takken, die
uit witte reukelooze of gedachtige ruikende
Bloemen beftaan , en waar op kleine Besfen
volgen , die Sneeuw - w it, droog zyn en Spon-
gieus, met de Groene Tanden van den Kelk
gekroond. Hy vondt het zo wel omftrqeks
Karthagena als op de Westindifche Eilanden.
£a) Sneeuwbefie met over hoekje Bladen.
Deeze Soort maakt een Boompje van twaalf
Voeten hoogte ui t , met een regten Stam en
lange ronde Takken, met veele kleine Takjes
bezet. De Bladen zyn byna als die van de
voorgaande Soort, doch overhoeks geplaatst en
grootér, drie of vier Duimen lang, zo wel als
de Trosfen , die uit Bloemen beftaan van een
Duim langte, welke witachtig zyn, en by nagt
een fterken Reuk als van de Jasmyn of Syrin-
gen verfpreiden. Hierom noemen het die van Sint
Domingo , daar het in de Bosfchen groeit,
Ulac de Nuit , dat is Nagt-Syring. Het
draagt dergelyke zeer kleine Besfen als de voor*
gaande, doch waar in hy maar één Zaadkorrel
hadt kunnen vihden , denkende dat de andere
verdweenen ware. L i n n a d s vraagt, of het
ook een Soort van Cestrum zy.
H A M E L L 1 A.
De
(i) CbitctM* Foliis altanis. jAC(fc Amer, i 6. Hut. p, <ss.
De Bloem in vyven verdeeld met een lang' Hf.
Pypjeen een fmallen Stempel; de Kelk een Befie F° EEL*
wordende met v y f Holligheden en veele Zaa-HooFD-
den, zyn de byzondere Kenmerken van dit Ge-8TUK'
ilagt.
De Heer J a c q u i n heeft den naam
leend C O van den geleerden Franfchen Heer ^«>5
c ü H a m e l d e M o n c e a ü , die door zy -fche.
ne Kruidkundige Werken vermaard is. Zyn Ed.
vondt hét Gewas in Westindie, en maakt ’er
twee Soorten van , meest verfchillendc ten op-
zigt van de gefteldheid der Bloem- en Vrugt-
Trosfen , die in de eene geflooten en over-
zyde hellende, in de andere meer uitgefpreid of
open waren, en deeze laatfte noemt hy derhal-:
ve Hamelia patens , geevende daar van de A fbeelding
en oordeelende dat het Boomachtige Pe-
nclymemm , met omgeboogene Takjes , van
P l u m i e r , zo wel dat geele, als dat Koraal-
roode Bloemen h e e ft, hier toe behoore. De
Heer L i n r a u s twy felt, of het wel byzon»
dere Soorten zyn , en gebruikt dien bynaam.
De eerfte Soort van Hamelia , door J a cq
u i n erecta getyteld , is een regtopftsande
Heefter van v y f Voeten hoog , met de Takken,
om laag, Houtig rond en glad, boven driekant
i g
(1) Hdmellta Racefiiis pjtêndïms. jRoö. Amer. 16. Hiß.
71. T. jo. Syst. Nat. XII. Gen. i j i . P« iö5* XIIL
Gen. 132. p. 179. Peticlymennxn arborescens Ramnlis infle-
xis, Pjlum. Ie. 2x8. f. i , z. (t. Hamelia ereffca. jACq. p. 70,
O
SI. Dee l . iv. Stuk»