III. wier v y f Meeldraadjes' van elkander afftandig-
füeeli en omgekromd zyn : de Vrugt een ronde Be-'
Hoofo- fie, in twee hokjes yerdepld.
stuk, j-)jt Q ef]ag(; } j a t k e t Mandragers - Kruid en
anderen bevat, heeft thans drie Soorten, welke
hier t’huis behooren, naamelyk
iv. (A) Doodkruid met een Heejierachtige Steng 5
frutticens. de Bloemfieeltjes by Tropjes , de Bladen
Heelt et- Jiomp Hartvormig ovaal.
achtig.
Deeze , onder den naam van Heefterachtige
rondbladige Spaanfche Belladonna door T o u r -,
n e f o r t voorgefteld, en door B a r r e l i e r
in Afbeelding gebragt, heeft volftrekt de gedaante
, in alle opzigten, van de eerfte Soort
v,an ft volgende Geflagt , zegt L i n n ^ us s
zo dat zy daar van alleen door den. vyfdeeligen
Kelk verfchille. Maar de Kelk van dat Geflagt
is ook ten halve in vyven gedeeld, en dus behoorde
zyn Ed. dat verfchil der Kelken hier in
de korte bepaaling der Kenmerken gebragt te
hebben, aan den eenen kant, en aan den anderen
kant moet die Soort door de Blaarachtige.
Yrugt van deeze yerfchillen.
(5) Dood*
(4) Atropa Ganle fmtïcofö , Pedunculis confêrtis , Foliis,
eordato • ovatis obtufis. Syst. Nat. XII. Gen. 24S. p. 171..
XIII. Gen. 249. p. i s j . Belladonna frutescens rotui*.
$foli* Hispanica. Tooknf, Inji. 77, BARR. leun. 1173,
(5) Doodkruid, met een Heejierachtige Steng; M IJ L
de Bloemjleeltjes by Tropjes , de Bloem- Fn£EL*
blaadjes omgejlagen, de Bladen langwerpig. Hoofd-
Deeze, in Zuid-Amerika door P lu mi er V;of)Jt
waargenomen, is door hem Heejierachtige Bet- arhns-
ladonna , met witte Bloemen en 'I abaks - Bla-C" 'mach.
den , getyteld. Dat deeze Boomachtiger dan tig.
de voorgaande zou zyn , vind ik niet aangetekend.
De benaaming van dit Geflagt is van
de Vergiftige eigenfehap, die in fommige Soorten
heerfcht, ontleend.
(6) Doodkruid met een Heejierachtige Steng;
de Bloemjleeltjes enkeld, de Bloemen Klok-soianacea
vormig, de Bladen ovaalachtig. {caanfche.
Door den vermaarden C o m m e l y n is deeze
Soort in Afbeelding gebragt en onder den
naam van Houtige Afrikaanfche alt-yd groene
PJagtfchade, met Laurierbladen, befchreeven. Hy
zegt, dat het aan de Kaap, op Zandige plaat-
fen, ter hoogte van vier Voeten groeit. L i n -
neeus geeft ’er een Stamaan van zes Voeten,
die
f j ) Atropa Caule frutescente, Ped. confêrtis, Corollis ie-
volutis, Fol. oblongis. Am. Acad. IV. p, 307. Belladonna frutescens
, Nicotians foliis. Flum. Sc. 46, f. 1.
(6) Atropa Caule fruticofo, Pedunculis folitarlis &c. Vtg.
XIII. M&nt. 205. Soianurn Guinëenfe. Sp. Plant. 363- So-
la„um lignofiim, Afr. fempervirens, Laurinis foliis. Co,MM.
flort. Amft. II. p. 191. T. 9«.
P 5