11L
A fd eel .
v.
H oofdstu
k.
Lanrus-
^Tir.us.
kende Bloempjes, waar op Besfen volgden,
wat langer dan die der Myrthen, platter, hoekig
en van eene zeer fchoon blaauwe Kleur.
Deeze groeide op Steenachtige plaatfen. De
tweede, van de zelfde hoogte, hadt de Takken
met eene groenachtig roode Schors bekleed;
de Bladen wat fmaller en meer geaderd;
de Bloemen paarfcbachtig en niet zo welriekende
; de Vrugt kleiner, ronder en zwarter.
Deeze was hem niet zo menigvuldig voorgekomen.
De Portugeezen noemden de eerfte
Uva de Perro, de andere Follado en de Span*
jaarden Durillo. De derde Soort, kleiner en
Boomachtig, hadt hy allereerst in de Neder-
landfche Tuinen gezien. Deeze is uit Italië
afkomftig en groeit ook omltreeks Montpellier
in Provence. M d n t i n g zegt, dat hy ’e rv y f
veranderlyke Soorten van kende , door ’t L oof
verfchillende, waar onder eene van Kandia en
eene Portugaalfche , die van veelen Sanguinino
genoemd we rdt, wegens de Bloedroode door
de Bladen loopende Aderen. In ons Klimaat
verdraagen zy de Winterkoude niet, en moeten
daarom in Potten o f Bakken gehouden en
binnenshuis lugtig geplaatst, en wel bezorgd
worden tegen iterke Vorst. Zy maaken fier-
lyke Bloemboompjes uit, en dit is het meefte
nut, dat men ’er van heeft. B o e r h a a v e
zegt dat de Besfen Venynig zyn, ten minfte
van eene zo fcherpe hoedanigheid, dat zy de
Keel branden, wanneer men ze inneemt; des
hy
hy het inwendig gebruik daar van afraadde ,
niettepen(taande door dezelven de Waterzugt v,
° Hoofdfomtyds
genezen ware. sTOK>
(2) Viorne me: effenrandige Lancetswys' ovaa-
Ie Bladen. nudum*
Naakcbioc-
Deeze voert dien bynaam, om dat de Kroon-migc,
tjes geen bekleedzel hebben, gelyk in de voorgaande
Soort. Z y groeit natuurîyk in Virginie
, heeft de Bladen rondachtig , de Besfen
donker paarlch, met een plat Steentje.
(3 ) Viorne met rondachtige , Zaagswys' getande,
ögl adde Bladen. Pruimbia-
De Heer C l a y t o n heeft deeze in V i r g i - ^
nie waargenomen, als een Boompje met Pruim-
boom - Bladen , de Bloemen in Kroontjes, de
Besfen donkerpaarfch, langwerpig, met een hard
platachtig Steentje , wordende aldaar gegeten.
Hier toe behoort de Pruimbladige Virginifche
Mispel van P l u k e n e t i ü s , met eene
zwartachtige Vrugt, welke de Kanadafche gladde
Viorne is van V a i l l a n t .
(4) Vi-
(2) Vihurnum Fol. integerrimis lanceolato - ovatis. Md. Tinus
Foliis ovatis, &c. GRON. 3 3 , Opulus aouatica
&C. CLAÏT. N. 64.
(3) Viburnum Fol. fubrotundis crenato-femtis glabiis. lbii.
Gron* Virg. 33, 4S. Vib. Canadenfe glabrum. VAUJU Mem.
de 1722. p- aoo. Mespilus Trunifolia Virg. non ipiiioft. Fl.UK.
jilm. 2.49. T . 4S* f. 2.
IJ. ÜBHU IV. STUK.