UT. fchreeven *. T o t deeze of de voorgaand«
fdeel. g00rt zaj jg Afbeelding van het bloeijend en
Hoofd- Vrugtdraagend Takje , by Letter d, op Plaat
*TUK' 448 van W e i n m a n n s Kruidboek, betrek-
* bl. 1x5;, , ,
kelyk zyn.
v. (5 ) Brunia met Jpits ovaale, aan de kant gé*
cWata* hacnrde Blaadjes.
Gehaairde*
Van deeze vind ik niets* gemeld , dan dat
z y , zo wel als de voorgaande, het Vrugtbe-
ginzel boven, maar den Styl in tweeën gedeeld
heeft.
• vi. (6) Brunia met fmalle driekantige Blaadjes en
rcdilta* een ^flulende Kelk , die de binnenjle
Ccftraaide. -Blaadjes gekleurd heeft.
Deeze wordt thans van het Geflagt van Phy.
lica afgezonderd, waar toe z y , met den zelfden
bynaam, was betrokken geweest. Haar Kelk,
naamelyk, is dermaate Straalswyze uitgefpreid,
en omringt het Bloemhoofdje zodanig, dat de
fchrandere B r e y n het Gewqs tot de Asters
o f Chryfanthen betrokken heeft, gelyk hetzelve
door P l u k e n e t i u s wordt aangehaald.
Hybevondt het een kleineHeefter te zyn, wiens
Takjes, in het bovenftegedeelte, digt met Blaadjes
( j ) Brunia Foliis evatis acuminatis ciJiatis. Syst. Nat,
Hts.
(6) Brunia Fol. ünearibus triquétris , Cal. radiante, Fob
intimis colorato. Phylica radiata. Sp. Plant. 283. Chryfanth$<-
Jrium Ericoides coronatum. Breyn. Cent. lé s. T , 82»
rnpiiMftriiTO
jes bezet waren, die denzelven volmaakt naarA J 1**
dc tweede Soort vsn Heide $ wnsr C l u s i u s v>*
de Bladen van Coris aan toefchryft, deeden Hoofd-
gelyken. De Bloempjes, aan den Top der Tak-sTUK:’
je s , waren niet veel grooter dan die van %
Duizendblad, en zaten o f enkeld o f by Kroontjes,
hebbende haar BeddiDg Omringd metblee-
ke Straalen , en het daar op volgende Zaad ,
naar Druiven -Pitten gelykende maar kleiner,
was met zekere Puntjes gekroond.
(7 ) Brunia met fmalle driekantige Blaadjes , vir.^
en een Straaiende Kelk , waar van alle
de Blaadjes gekleurd zyn. Eymenge,
D e e z e , van B e r g i u s des wegen 'Gekleurde
Brunia getyteld , zo de Heer M u r r a y aanmerkt
w i j , is van de voorgaande, zo onze
Ridder zegt, zeer weinig veffchillende, en daar
van te onderfcheiden door een grootere Lymeri-
ge Bedding van de Bloem, en door het digtere
Do o f , maar inzonderheid doordien de Kelk, uit
Blikjes famengehoopt, alle Blaadjes uitgefpreid
heeft
(7) Brunia Fol. linearibus triquétris, Calyee radiante, Fo-
Jiplis omnibus coloratis. Mant. 210. Brunia glutinofa, Bïrc .
Cap. S7. Muscus ^thiop. Clamus arborescens. Pluk. Mant.
349. 'T. 431. f. i f
(») Brunia colurata. ’Bv.v.G. Gap. 57. wordt door den Heer
'MuRRAY aangeliaald : mooglyk otn dat Linn.eus , in Mant.
altera , van BERG1US Brunia corenata bybrengt: doch in ’t
Werk van BeRGIUS vind ik , op die zelfde-Blacizyde, deez«
welfde Plant Brunia glutinofa getyteld.
}It Osei., iv . stuk,