III.
^Afdeel.
v.
H o o f d *
s t u k .
II.
Casfine
Ctragua.
Virginifche.
de , ftompe Bladen, de Takjes vierkantig.
Hier toe wordt dat Gewas betrokken, ’t welk
men by den Heer J. B u r m a JnJn u s zeer fraay
afgebeeld vindt onder den naam van Celajlrus
mef rondachtige getande Bladen, de Bloem en
Vrugt Trosachtig. Het is , zegt zyn E d ., een
fierlyke Boom, die Bladen heeft van vier Duimen
lang en drie Duimen breed , en ronde
flomp driekantige Besfen draagt, welke drie
bruinroode Steentjes bevatten. D i l l e n i u s
merkte het als een Soort van Phillyrea aan.
Waarfchynlyk zal de grootte veel naar de
Grpeyplaats verfchillen.
I CO Casfine met gefteelde, Zaagswys' getande ,
ovaale, fpitsachtige Bladen, de Takjes aan
heide zyden fcherp.
Deeze wordt thans van de Kaapfche, door
die bepaaling , onderfcheiden ( f ) . Het is dat
Gewas, welk P l u k e n e t i u s noemt een
Boompje , dat grootelyks naar de echte Casfine
gelykt, welke door my reeds, onder den naam
van
( i ) Casfme Fol. petioiatis ferratïs, elT. acutiusculis, Ram.
anclpitibits. Ibid, Casfine. Fol. oblongis fêrratis. Syst. Nat. XII.
Gen. 3<8. p. 2 ip , M i i x . Ic. s j . f. i . Casfine vera-perquam
fimilis Arbuscula &c . Pl u k . Mant. 40.
' ( t ) Hier door vervalt de Aamnesking, in Syst. Nat. Ed.
XU. p. 219 , gemaakt, dat in de Europifche Tuinen de Biaclen anders
, dan in het zelfde Gewas aan de Kaap 3 zouden zyn.
v a n is befchreeven*. Deszelfs Bladen JM-
zyn uitermaate bitter, en het wordt van de v> *
Eneelfchen, in Karolina, daar het valt, Cajfo-Hoofd*
lerry • B u s h getyteld. „ nD> -
(3) Casfme met ongefteelde Zaagswys’ getande
, langwerpig Hartvormige Bladen, de m .
Takken vierkant. £fr( Z .
Dit laatfte onderfcheidt deeze voornaamelyk ge.
van de voorgaande , en de ongeftecldheid der
Bladen van de eerfte Soort; doch, waar het den
bynaam van bekomen h e e ft, is duifter. Het
is een Kaapfch Gewas, dat de Bladen van ag-
teren uitgegulpt heeft , met verheven Aderen ,
blinkend glad en veel duidelyker getand: de T akjes
wederzyds met Sleuven ; de Bloemfteeltjes
komen uit de Oxelèn voort; zy zyn Draadachtig,
de helft korter dan de Bladen en dikwils
driebloemig.
(4) Casfine met ongefteelde , efenrandige, vr.
ftomp ovaale, Leder achtige Bladen.
Deeze verfchilt, volgens de aantekening vanstyfbiadi-
den Heer N. L. B o r m a n n u s , in de grootte
en
f 3) Casfme Fol. fesfilibus , ferrato - dentatis, cordato - oblongis
, Ramulis quadrangalïs. Mant. 220.
(4) Casfine Fol. fesfil. integerrimis obovatis Conaceis. Syst.
Nat. Maurocenia. H. Cliff. 108. Frangula fempervirens Sec.
DUX. Elth. 146. T. i n . f. 147. Cerafus Capenfis &c. PET.
Gaz. T. J7. f. 4- Cer. Africana, Fol. plemmque ia fiiwmo
finuatis. Fr. rubrO. PLUK. Alm. 49, T. IJS. f. 1.
D d 4
II, Deel. IV. Stuk,