Afdee GeJyk de twee voorgaanden jn Zuid - Amerb
v. Ka, zo korat deeze op Jamaika en in Nieuw*
Hoofd- Spanje voor, by de Boomen opklimmende. Het
TÜK* is de Heeflerachtige Zwarte Wilde Wyngaard
van S l o a n e , die de Takjes der Trossen door
elkander geftrengeld heeft, en als een Scor-
pioen-Staart omgedraaid, de Besfeii wit, met
enkele zwarte Vlakjes getekend. Hier toe fchynt
ook de Heefterachtige Amerikaanfche Gouden
Roede van P l u k e n e t i u s , welke de Bladen
glad en van onderen blaauwachtig heeft, te be-
hooren. Deeze en de volgende komen in onze
Openbaare Kruidtuinen voor.
iv. (4) Tournefortia met Lancetswys' ovaale ruu-
Tceudisß- wg ß iaden en Takkige Bloemßeelen , met
stinkende. hangende Aairen♦
De Bladen zyn in deeze Soort zo ongemeen
groot, dat P l ü m i e r dezelven by die van de
Tabak heeft vergeleeken. Evenwel is daar in,
naar de grootte van ’t Gewas, een zo aanmerke-
' lyk verfchil, dat anderen ’er Limoenbooms Bladen
(4) Tournefortia Foliis ovato - lanceolatis hirtis , Pedunculis
ramofis, Sprcis pendulis. Ibid. Tourn* Fol. ovsto * lanceolatis.
Hort. Cliff. 4S. Royen Lugdbat. 40S. Tourn. fcandens Sec.
Brown. Jam. i6jf. Fittonia racemofa Nicotiana: Fol. fceti-
disfimis. Plum. Gen. j. U i 250. Heliotropium maximum Ja-
maicenfe &c. Peuk. Alm. 182. Moris. H iß . in . p.
Heliotropii flore Frutex baccifer ramolus &c. Sloan Jam,
173. Hiß . II. p. 108. T. 2i2, f. t. Raj. Dendr. 7j .
den aan gegeven hebben, die van boven rouw ïiï.
zyn, doch van onderen met eene rosfe Wollig-AFDvKEt*
heid bekleed, Waarfchynlyk zal het met den hoofd«
Stank ook zodanig zyn: want in het jong G e - S tuk.
was daar van , dat men hier in de Hortus Medicus
h eeft, heb ik dien Stank niet waargenomen.
De Bloem- en Vrugt - Trosfen zyn in
deeze Soort niet minder groot dan de Bladen,
gelyk uit de Afbeelding van P l ü m i e r blyk-
baar is. Het groeit in de zelfde Gewesten als
de voorgaande en volgende Soort.
O Tournefortia met ovaale , effenrandige , v.
naakte Bladen en Kroontjes ■ Bloemen. QevZw?
de.
Deeze heeft de Bladen weinig kleiner dan de
voorgaande, maar niet ruig. B r o w n e noemt-
ze Heeflerachtige laage Tournefortia , met zeer
groote , langwerpig ovaale, rimpelige Bladen ,
ylere hangende Aairen , de 1 akjes dik en met
fteuven.
%
Có) T ournefortia met Lancetvormige on ge- VI
Jleelde Bladen , en enkelde, kromme, zy- fHnmMs.
delingfe Aairen.
Dit
( s ) Tourncfortin Foliis ovatfs integerrimis nudis , Spicis
Cymofis. Ibid. Tourn. frutescens humilis, Foliis maximis &c.
Brown. Jam. I6?. Pittonia fcandens Sec. Plum. Gen. $ P
Heliotropii Flore Frutex Sec. Sloan. Jam. 173. Hifi. It. p.
109. T. 112. f. 2. Raj. Dendr. 7tf.
T ournefortia Foliis lanceolatis fefilibus, Spicis /impli-
M ci>