III. tugeezen geeven ’er den naam van Boom tegen
F°yEL‘ de Roos aan , maar de Hollanders noemen het
H oofd- Gewas Scheelkoorn. De reden van deeze laat-
stuk. benaaming blykt my niet. Van H e r -
knrnï* M a n n u s wordt zy de Ceylonfche Laage Vlier,
die tegen den Rooden Loop dienftig is , gety-
teld. R üm p h i u s merkt het als een vreemde
Soort van de Vlam der Bosfchen aan, in welke
de Bloemen meer Tuilswyze gefchikt zyn , hebbende
voor ’t overige byna de Kleur van de andere
; dat is , rood zynde, doch niet zo Vuurig
rood.
Die op Malabar in ’t wilde groeit is een laag
Boompje, met Bladen byna als der Citroenboo-
men, doch kleiner; maar men heeft een derge-
lyk Gewas uit China op Java gebragt, dat al-
daar tot Beraad in de Tuinen nagehouden’wordt:
dit heeft de Bladen breeder en groeit wel tot
tien Voeten hoogte. De Bloemen zyn, zo wel
als die der. Ixoraas , zonder Reuk, en ’er komen
weinig Vrugten aan.
P e t e s i a .
D e Bloem is wederom Trechtervormig en
eenbladig, gelyk in de voorgaande Gellagten :
de Stempel in tweeën gedeeld en de Vrugt een
veelzaadige Befie.
fwee of drie Soorten, allen Westindifche ,
komen ’er in voor, als volgt.
( 1 ) Petefia met Lancetswys’ ovaals, van on- UI.
deren Wollige , Bidden, de Bloemtrosfen
op zyde. • H oofdstuk.
Deeze , op Jamaika voortkomende , is een P *'fra
Heefter met regtopftaande Steelen, die d e * j ^ ” f*
Bladen tegenover elkander en effenrandig heeft, ge,
met ftyve Stoppeltjes daar tusfchen, en kleine
Trosfen in dcr/elver Oxelen , met den Bloemkelk
in vyven gedeeld.
(2) Petefia met ovaale, naakte, gejlreepte B h
den, de Steelen bogtig.
• ir;
Petefia
' Lygiflum*
Bogtigc,
Hieraan geeft B r o w n e den naam van Ly-
gijlum , dat Heefterachtig is met buigzaams
Takken , en ovaale gepaarde Bladen , welke
fterk geaderd zyn o f geftreept, met Steelen.
De Trosjes , in de Oxeis voortkomende, zyn
meest dubbeld en eenbloemig. De Groeyplaats
is op het zelfde Eiland.
f 3) Po'
( 1 ) Petefia Foliis lanceolato -ovatis , fubnis tomentofis ,
Thyrfis latetalibus» Syst. Nat. XII. Gen. 133. p. 120. Veg.
XIII. p. 129. Tetefia frutïcoia, Foliis ovatis oppoiiris &c»
Brown. 'Jam. 143. T. 2. ff s.
(2) Peteßa Foliis ovatis, nudis , lineatïs , Caule fkxuofb.
Lygiftmn flexile Fiuticofura &c. Brown. Jam. 142. T, 3,
f. a | ■ ■' «5 =-'•*■ / i o ■ '
I 2