III. Engeland overgebragt, ’t welk gelegenheid
A fdeel. g e g e v e n heeft om dit betoverend fchoone
H oofd- Gewas zodanig te vermenigvuldigen , dat de
«TUK. Hovenier G o r d o n , door middel van vier
Stekken daar van, zig oordeelde een voordeel
te kunnen doen van yyfduizend Guldens. Hy
bood , naamelyk , de Planten te koop aan ,
voor v y f Guinjes het ftuk. Dit dient om van
de waardy te oordeden. De vermaarde E h r e t
heeft ’er een zeer fraaije Afbeelding van ge«
maakt,-en uitgegeven onder den naam van Jas-
myn met dubbelde Bloemen, die uit Lederachtige
Blaadjes famengefteld zyn ; doch de Heer
L inn-®üs , onder zyne gedroogde Planten een
Takje vindende met enkelde Bloemen, zo bleek,
dat het geen- Jasmyn ware , en daar uit zyn de
voorgedagte Kenmerken afgeleid ; berustende
de hoedanigheid van de Vrugt alleenlyk of) die
van het Vrugtbeginzel. Dit alles is door den
Heer E l l i s in Plaat vertoond.
N e r i u m . Oleander.
Een Pypachtige Bloem , in vyven gedeeld,
die in haar Mond als een gefcheurd Kroontje
h e e ft, en in ’t midden een Vrugtbeginzel,
dat eene Vrugt wordt, welke beftaat uit twee
Scheedachtige regtopftaande Zaadhuisjes , met
gepluisde Zaaden, maakt de byzondere Kenmerken
.uit,
In dit Geflagt komen vier Soorten voor,
als volgt.
( i ) Ole-
P e n t a n d r i a .
• ( i ) Oleander met fmal Lancetvormige drie-
Voudige Bladen en gekroonde Bloemen. v.
H oofd-
De Gewoone Oleander, in Europa gemeen , stuk.
doch waarfchynlyk uit Oostindie afkomftig , j^]‘iurK
wordt hier bedoeld. Dezelve maakt in ons QkancieT.
Werelds deel een byzonder Sieraad der Bloem- Gewoone.
hoven u i t ; maar verdraagt de Winterkoude
niet van ons Klimaat , veel min van dat der
Noordelyke deelen. In Spanje en Italië groeit
hy in de vaste Grond. Men noemt hem, in
5t algemeen , Oleander, hoewel de Franfchen
’er den naam aan geeven van Laurier- Rofe ,
met den Griekfchen Rhododaphne overeenkom-
ftig , o f Rofagine. Het Gewas , naamèlyk ,
dat fomtyds eens Mans langte bereikt, diaagt
Roosachtige-Bloemen , en de Bladen, die het
aan de Steden h e e ft, gelyken eenigermaate
naar Laurierbladen , doch zyn langer en nagenoeg
overal even breed. Men heeft 'er met
rood?- en met witte , als ook met enkelde en
met dubbelde Bloemen. Voorts wordt hier-
t’huis gebragt de Smalbladige Indifche Oleanr
der,
( j ) Nerium Fol. Hneari - lanceolatis ternis , CoroIIis coro--
natis. Syst,- Nat. XII. Gen. 294. p. 189- Neg. XIII Gen. 197.
p. 209. Hort. Cliff. 76. Ups. Si- Fl. Z n l. iSr. R. Lugdbat.
a u . Nerium &c. C. K. Pin. 464. Burm. Z;yl. 166. Burm.
Fl. Ind. 67. Rhododendrum. Dod. Pempt. $ ji. fi, Ner»
Ind. anguftifoliutn , Flor. odoratis fimjalicibus. HERM. Lugdi.
447. Ic. 44*. y . Ner. Ind. latifol. Floribus plenis odoratis-
fifflis. Ibid. p. 447. I c , 449.
o
II. deel, 'IV. stuk.