HT* „ en opent zig eindelyk als een Waaijer, ver*
v_ * ,, dwynende in eene fyne Haairigheid, welke
H oofd- 3J niet kwaalyk naar de Pluimen, die men op
stu k. ^ Helmen der Soldaaten plagt te fteeken ,
«r-wioof. ^ ggjyjct, en in het Dons van deeze Pluimen
j, komen zwarte Zaadkorrels voor , van -eene.
,, Hartvormige figuur. De - Befie is , volgens
den eerstgemelden , glad, famengedrukt, gely-
kende; naar een Peultje van 't Herders Tasch-
Kruid, wanneer dat Peultje doorgefneeden ware
(*).
Dit geheele Gewas is ; van een famen trekken-
de hoedanigheid. Men maakt van de Bladen
een afkookzel, dat tot zuivering der Zweeren
van Mond en Keel, als ook van de Natuurly-
ke deelen , uitmuntende is. In Gorgeldranken
dient het Zaad op gelyke manier als dat van
de Smack. Men heeft getwyfeld; o f het de
Cotinus van P l i n i u s wel koiiszyn, alzo dezelve,
volgens hem, rood verwt; maar dit is ,
ten opzigt van de Wortelen, waar bevonden ,
als ook van den Bast, die een bruinroode of
paarfche Kleur uitgeeft.
V i b u r n u M. Viorne.
Behalve het gewoone Gewas, ’t welk dee-
zen naam v o e r t z y n in dit. Geflagt ook anderen
van eene geheel verfchillende Geftalte,
ge-
(*) Eacca glabra compresfa , liliculam Burfie Faftoris, pet
medium <juafi disfe&am, referens. Flor. Carn, p. 323,
gelyk de Laurier - Tinus en Gelderfe Roos be- BI.
greepen ; wegens de overeenkomst der Kenmer- Afd£e l *
ken, die in een vyfdeelige Kelk en Bloem be- Hoofd-
ftaan, en eene éénzaadige Befie.
’t Getal der Soorten is daarom negen, waar
onder zes voorkomen , die haar Natuurlyke
Groeyplaats hebben in Noord * Amerika.
( 1 ) Viorne met ovaale effenrandige Bladen, de i-
Takmaakingen der Aderen van onderen Tinas.
LLaairig geklierd.' Tinus,™8
Dit Gewas is onder den naam van Laurus
Tinus , in ’t Franfch Laurier - T in , by ons
bekend, doch men noemt het in ’t Latyn flegts
Tinus of Laurus fylveflris , dat is , Wilde
Laurier. Deszelfs natuurlyke Groeyplaats is
in Portugal, Spanje en Italië. C l u s i u s heeft
drie Soorten van Tinus waargenomen , waar
van de eerfte een Heefter was , zegt h y , van
grootte als de Wyfjes Kornoelje - Boom, met
vierkante Takkige Ryzen, hebbende de Bladen
altoos gepaard , ovaalachtig , donkergroen en
glad. Aan de toppen der Takken droeg het-
zelve Kroontjes van vyfbladige witte welrie-
I ken.
(1 ) Vibarnum Foliis integeriitnis ovatis, Ramificationibus
Venamm fubtus villofo glandulolls. Syst. Nat. XII. Cen. 367.
p. 2 iï. PTtgi XIII. Gen. 370. p. 243. Hort. Ups. 69. SAW.
Monsp. 136. GOUAN Mtmsp. 221. Tinus. Hort. Cliff. 109.
C lus. Rar. so. Hiß. I. p. 49. Laurus Tinus live lyiveftiis
trium geneium. C. B. Fin. 4S1. J. B. Iiiß. II|. p. 4.1*.
ïtoURNE. Inji. 607.