H f
H H |
l l lS i
M
Q g g
m
m m
*% m i
I
i f
in.
34 T w e e m a n n i c é He e s t e r s .
u zend geelachtige Stippen gevlakt. De Worii.
33 van onderen is Houtig en Vezelachti
H oofd
s tu k .
„ Een byzondere Verfcheidenheid heeft in het
,j Blad plaats, ’t welk in een laag Takje de
yr’ 33 verdeelingen van de Jasmyn heeft , in een,
33 hooger ongefnipperd is , zweemende ëeniger-
jj maate naar het Blad van de gèwoone Ligu-
33 ^er’ 20 wehin grootte als in figuur daar aan
33 g d y k Tweemaal bloeit dit : Gewas : eerst
33 B'eeft # 3 voor St. Jan, Trosfen van bleek
3, paarschtige Bloemen ui t , veel zoeter van
33 Reu!< dan onze gewoone Syringen; ten twee-
SS den maale laat in de Herfst, doch dit gebeurt
by ons zelden , en , als het gebeurt, dan,
55 zyn het maar kleine, yle Trosfen. Gp de
„ Bloem volgt een korte breedere Haauw, die
33 gePunt Is en wederzyds met een Streep ge-
, , tekend , alwaar z y , ryp wordende , in ’t
3, midden opfplyt, geevende een zwartachtig
3, Zaad , ais dat der gewoone Syringen, maar
33 kleiner, uit.”
'Deeze wordt in ’t byzonder Agem M a c ,
dat is Perfiaanfche Bloem, getyteld. Hetfchynt
derhalve, dat zy uit Perfie haare afkomst heb-
be V hoewel zy , door den tyd, niet .minder
genaturaliseerd is in Europa, dan de voorgaande.
Veelal heeft men ’er laage Boompjes van
in de Hoven en Bloemperken.
J d s t i c u .
Dit
m m
Dit Gefiagt verfchilt van de voorgaanden door III.
de figuur van de Bloem, die in de meefte j 880
Soorten eene Smoelswyze gedaante heeft; Wes- Hoofd*
halve het door T o ü rn e f o r t tot de genenSTÜKi
die een Flos Perfonatus , 'als het een of andere
Gelaat van een Menfch of Dier vóórhellende,
hebben, betrokken is. B o ë r h a a v e plaatst
hetzelve onder de Planten met tweehokkige Veèl-
Zaadige Vrugten ; doóh veele zyn eenzaadig.
LiNNjens onderfcheidt het, doordien iedet
Meeldraadje een enkel Meèlknopje heeft; maar
Wy zullen zien, dat ’er ook zyn met dubbelde
Meelknopjes.
In dit Gefiagt zyn ruim twintig Soorten vervat,
waar onder de helft Heefterachtig , die
hier volgen.
( i ) Jufticia die Boomachtig is, mei Lanceis- i. ^
wys\ovaak Bladen, en aanblyvende Blik- Adba*d*.
jes die ovaal %yn , de Helm der Bloemi. Adharoda;
krans hol.
De eigen naam van dit Gewas, by de Cey-
loneezen, welke een Middel om de Vrugt af te
dry ven betekent, is tot ech Geftagtnaain ge-
' ■ bruikl
( i) 'JuJUcia Arborèa , Foliis lancéolate - ovatis , Bta&eisova-
tls perfiflenubus, Corollatum Galea concava. Sysj. Nat. XII;
Gen. 29. p. 59- Vtg- XIII. p. JS. Ft- Zeyl. is . Hort. Ups,
7. Hort. Ciiff. 9. ROYEN Lugdbai. 291. Adfiatoda ZëylanèÜ-
fium. HïRM. Lugihat. 641. T. 643- f t t i s . 'Alm. 9. T. 173 ;’
£ 3. RmSJ i i f . 'BöfcM. 2 eyl. i . SuBM. Fï. InÊ-,
7. BoeRH. Lugihat. I, 239.
C 2