III.
A fd e jl
V.
H oofdstu
k .
Klim - op
nen bekomen. De Stammetjes en dikke Takken
zyn byna w i t , de Jonge dunne Rankjes
paarfchachtig bruin , bezet met dikke Ityve
Bladen , die meestal rondachtig zyn en drie-
’ puntig , van boven donker groen met gedachtige
Aderen , van onderen bleek groen. Op
Zonnige plaatfen draagt dit Gewas , ook by
ons, Bloem en Vrugt; maar, tegen ’t Noorden
o f in digte Bosfchen groeijende, is het
grooter van Blad en onvrugtbaar, ’t welk aanleiding
gegeven h e e ft, om daar van een by-
zondere Soort, die toch de zelfde is , te maa-
ken. Ook wordt gemeld van eene Boomachtige
K ly f, zynde insgelyks niet wezentlyk verfchil-
Iende.
Dit Gewas , naamelyk, heeft de byzondere
eïgenfchap , van de Staaten des Levens in de
Menfchenals na te bootzen. In de Kindsheid,
van hetzelve, kruipt doorgaans de Steng langs
den Grond , met Lancetvormige onverdeelde
Bladen: in de Jeugd klimt het by Muuren ,
Rotfen o f Boomen o p , eü heeft dan hoekige,
gekwabde Bladen : in de Raat van Volwasfen-
heid heeft het Hartvormig pvaale Bladen, en
dan maakt het doorgaans zig los van zyne Steun-
zelen, om, als het kan, een Boomachtige Ge-
Halte aan te neemen , met Hartvormig ovaale
Bladen, die vervolgens, van onderen, met witte
o f roodachtige Vlakken getekend voorkomen,
’ t welk men den Ouderdom kan noemen.
D e Klyf was oudtyds in gemeen gebruik tot
ver-
II. deel. IV. Stuk,
fier zelen. Men kroonde ’er de Pöeeten en an- Wk'
deren , die in Geleerdheid uitmuntten , me- ®EE
de ( * ) , en zy werdt ook gebruikt, zo ’t fchynt, Hoofd-
om de Wynvaten te bekranfen. Hier van hetSTUK*
Spreekwoord , Goede Wyn behoeft geen
Krans ( 'f ) . P l i n i u s maakt van eene Kroon
van Klyf gewag. Haare neiging om door over-
klimming ander Gewas te verdrukken, ftrekte
tot een zinnebeeld van overmaatige EerzUgt ( i ) .
Heden gebruikt men ze nog, op fommige
plaatzen , tot bedekking van Priëelen; als ook
tot Slingers ,-Kranfen en andere Bruiloft-Sie-
raaden; inzonderheid om de Huizen van buiten
op te tooijen, in plaats en by gebrek- van Palm.
De Bladen zyn in Duitfchland tegen de Tee-
ring der jonge Kinderen aangepreezen. Uitwendig
hebben zy eene Wondzuiverende kragt.
De Gom , die o f van zelf , o f door Infny-
ding, uit de Takken zypelt, door uitdrooging
bruin wordende en van een fcherpe famen trekkende
Smaak , is onder de Winkelmiddelen
bekend , als verdunnende en Zweetdryvende;
welke laatfte hoedanigheid ook aan de Besfert
toegefchreeven wordt, door B o y l é u s. Anderen
verzekeren , dat zy van boven en onderen
een fterke Ontlasting maaken , en pryzen
dezelven daarom tegen de Koortfen aan. Z y
g ro e ien
Doffarum Héderst premist frontium. MORAT. Libr. I. od. i.
Ct) J^ir.o vendihili non opus est fuspen/S. Hederd.
( t ) Lascivis Hederis amb'tliofior. HOKAT. Libï.I.Od. Jé. z