a§ 4 V yftmannigs Heester s .
ïll. v y f in getal, Kranswyze uit den Stam voort *
»fdeel. en vercjeelen zig op de zelfde manier, gelyk de
H oofd- Bladen ook Kranswyze beneden de Knoopen
stuk* groeijen , zo wel als aan het end,der Takken.
Deeze Bladen loopen, van een fmal begin, .allengs
breeder, en in een rond,, ftomp end uit,
doch altoos met een klein Puntje, zynde glad,
ftyf en Lederachtig. Uit derzelver midden, aan
’t end der Takjes, komen yle Trosjes voort,
Van kleine Bloempjes, die een aangenaamen
Jasmyn - Reuk hebben , welken z y , ichoon af-
gefneeden , verfcheide Dagena behouden. De
Bloempjes zyn wit, eenbladig, aan den rand in
tienen verdeeld , waar van de vyf buitenfle
Lippen een Krans maaken om de vyf binnen fee,
die korter zyn. De Besfen, als een groote Erwt ,
zyn Oranjekleurig rood , en bevatten een roodachtige
Pap , daar de Vogeltjes veel van houden
, en waar in de gezegde ronde Zaadkorrel
zit. De gekneusde Bladen en Takken worden
tót het vangen van Vifch, door dehzelven dronken
te maaken, zó men zegt, gebezigd. Dit
zou de reden zyn, zo L o e p l i n g aanmerkt,
van den gedagten Spaanfchen raam, welke des-
« zie ’twegen ook aan andere Gëwasfen wordt gege.
jTi stok, ven*. Zvn Ed. vondt dit Gewas aan de Kust b.adz. 176. - •
yan Amerika omtrent eehs Mans Iangte hoog ,
en nam nog andere dergelyken waar met groo*
ter Vrugt. De eerstgemclde zegt, dat het op
Kurasfau , Martenique , by Karthagena en eL
ders groeit, doch nimmer ver van de Zee.
(a) Jaf
» E N T A N D R I A. 265
( z ) Jaquinia , die de Bladen Lancetvormig
gefpitst heeft. v.
Hoofd-
Deeze , door zyn Ed. by de Havana op stuk.
Bofchagtige Bergen gevonden, was een Hee-j a^u;n;a
ftertje van maar drie Voeten hoog , veel n a a r^W ^
den voorgaanden gelykende , doch de Bladen gc.
zeer ftyf en fteekende , van gedagte figuur ,
hebbende en Steeltjes met één Bloem. D 1 l -
l e n i u s heeft fier, onder den naam van Hee-
ftertje met Gefternde Bladen, als die van Stee-
kendePalm, een Afbeelding van gegeven, welke
zyn Ed. voor goed erkent, behoudens dat
de Doornen , , wélken dezelve ’er aan gegeven
heeft, door hem niet waargenomen zyn. L in-
kjeus hadt het des wegén, voorheen, Medeola,
met Kranswyze Bladen en gedoomde Takken,
getyteld. .
" (o) Jaquinia met zeer fmalle gefpitfte Bladen, nu ^
linearis*
Deeze derde Soort, welke hy alleen aan den^smaibla-
Zeekant by Port au Prince, op St. .Domingo, Ige'
waarnam , was een zeer takkig Heeftertje van
maar twee Voeten hoog , ’t welk de Bladen niet
min-
( i) Jaqtdnia Èoliis Lanceolatis aemninatis. JACQ. Am. Hifi.
'54. Fmticulus Fol. Rusci ftellatis. Dill. Elth. 14S. T. 123. f.
149. Medeola aculeata. Sp. Plant. I. p. 3 39-
( i) Jaquinia Foliis linearibus aemninatis. JACQ. Amtr.
Hifi. 54. T, 49- fig- I.
R 5