J lP i i i i l
i- 3
,: o J*J
I B i
MBBft
T e t r a n d r i a . p p
geele Bloempjes, zo de Heer J. Bu k m a n - BI.
n u s , die denzelven voor een byzondere Soort Af j®BL»
hieldt, aangemerkt heeft. ; H oofdstuk.
(6) Zilverboom met enkelde Wollige Bloemen, vju
««ï ruigen Kelk en fyn verdeelde Bla- Cyan0id.es.
den. , . K00"!' bloemachtige.
Van deeze vindt men , onder den naam van
Ethiopifclie Koornbloem , met ftyve Haairachtig
fyne in drieën 'verdeelde Bladen , de Afbeelding
by P l u k e n e t i u s . Het is een Heeften
je , dat de Takken, en Bladen altemaal glad ,
doch de Bloemen uitermaate ruig heeft, van
grootte als een Kers, zegt L innjeus.
(7 ) Zilverboom met enkelde Wollige Bloemen, vu.
den Kelk van buiten glad, en fyn
deelde Bladen. phaia.
Rondkop-
T> P ?e’ De gladheid van den Kelk van buiten, on- pi xix.
derfcheidt deeze voornaamelyk van de voorgaan- **
de Soort: doch de Hoofdjes der Bloemen zyn
ook
(S) Protea Floribus folitariis lanatis , Calyce hirfuto, Fo-
lils tnultifidis. Mant. i8g. Leucadendron Foii.'s fëtace's femi-
trifidis. Sp: Plant. 157. Protea Foliis Iinearibus ramofïs.
Roten Lugdbat. m . Cyanus jEthiopicus &c. Pjluk. Mant.
6 1. T. 345- f. 6.
h (7) Protea Flotibus folitariis Lanatis , Calyce extus lsvi,
Foliis tnultifidis. Mant, 188. Leucadendron Iphatrocepliaium,
Berg. Cap. z 6.
G 2