III. fcherp is , bevat. De Wortel is Houtig en
Afdeel, ^ jn tecjere Plantjes van figuur als een Ra-
Hoöfd- dys, en met een dikke Schors bekleed , welke
stuk. zeer taay is, gelyk het geheele Gewas.
Dus befchryft C lus ius deeze Soort, welke
de oude Kruidkundigen vastgefteld hebben
de Plant te zyn, waar van H i p p o c r a t e s
het Zaad , onder den naam van Grana Gnidia
of Cnidia , tot een Purgeermiddel gebruikte.
Dit Zaad is zeer heet en fchërp , doch het
Vleefch der Besfen niet, naar welken het
Fluimgediert zeer gretig _ is ; zo dat menze ,
in Spanje, even als by ons de Lyfterfeesfen, om.
V o g e ls te vangen met behulp van Lymftokjes
gebruikt, ’t Geheele Gewas is van eene brandende
hoedanigheid. De Bladen zyn wel * met
de noodige bereidingen en tempering door middel
van Azyn of Ol ie, tot een Purgeermiddel
gebruikt geweest, maar de hedendaagfche Prak-
tizyns, zelfs in Provence , onthouden ’er zig
van. De Verwers gebruiken het om de Stoffen
te verwen ; want het Afkookzel van Garou
maakt dezelven geel, en dan worden z y , door
middel van het blaauw der Weede of Indigo,
groen gekleurd.
_ . , De Wortel van dit Gewas wordt by ’t Ge-
JjOis At -N _ i « t
Gareu. meen, in Vrankryk , genoemd le Bois pour les
Oreilles of Hout voor de Ooren, om dat men
dikwils een ftukje van deSzelfs Bast agter de
Ooren plaatst, tot het maaken van een Etter-
dragt. Sommigen fteeken zelfs maar een Ver
zeizeltje
daar van in de Gaatjes der Oorlellen, enAF^ u-
op de een of andere manier ontftaat daar door VII>
een groote ontlasting van Vogten, tot genee-Hoofd-
zing van zeere , loopende Oogen , . dien ftig .™ .
Hier van maakte R i v i é r e , in dergelyke Kwaaien,
gebruik (*). Sedert eenigen tyd heeft men
een Stukje van deezen Bast, een Nagt in Azyn
geweekt zynde, aan den Armge- appliceerd om
Etterdragt te maaken , tot verligting van de genen,
die met langduurige Borstkwaalen gekweld
zyn. Wy hebben daar van taamelyk goede uitwerkingen
, in deeze Stad, gezien. Die Schors
heeft van binnen zekere fyne Haairigheid en
des wegen noemt men moogiyk , in t Hoog-
duitfeh , dit Gewas Seidelbast. De gedagte
Haairigheid en taaiheid van den Bast, hebben by-
na alle de Soorten van dit Geflagt gemeen.
( n ) Daphne met endelingfe gepelde BloemenSq™;rof^
en ver pooide, /malle} uitgebreide gefpit-Kazpis.
p Bladen.
Hier toe is betrokken de Wollige Thymelsea
met Hoofdjes en zeer kleine fpitfe, digt aan
malkander geplaatfle Blaadjes, van den Hoog-
leeraar J .B u r m a n n d s onder de KaapfePlanten
befchreeven en afgebeeld ; maar, alzo de
Bloe-
(*) GAR1DBL, dts Plant. d’Aix. p. 462.
(11) Dapbne Flor. termin, pedunculatis , Fol. fparfis lineari-
bus patentlbus muetonatis. Thym. capitata lanagfaofa , Foliit
«eberrimis mueronatis. Boem. Afr. 134- T . 49* ft *«