III. Kruiderigen Geur te geeven aan veelerley Spy-?
^F° f EL“ zen en Saufen, t’over bekend is. De Indiaa-1
Hoofd- nien bereiden door aftrekking en overhaaling,
stuk, een Water daar van, ’t welk zy agten van
tptr' dienst te zyn töt verwerking van de Maag.- Als
een Geneesmiddel merkt men ’er een verwar«
mende , verdunnende en Zweetdryvende kragt;
in aan, die tevens prikkelende is, en daar door,,
dienftig tégen alle Kwaaien, welke uit opgaa«
ring van Slymige Stoffen en onwerkzaamheid,
der Vaste, Deelen ontftaan , wier Veerkragt.
daar door herfleld fchynt te worden. Hierom
is het dikwils nuttig bevonden tegen Afloopen-,
deKoortfen, Duizelingen, Opftygingen, Flaauw-,
ten en wat meer Van dien aart is : doch het menigvuldig
gebruik brengt, na de verhitting, eenCi
verflapping;der Vaste déelen voort, én eene.i
ontfteeking in de Vogten, die tot Rotting neigt.
Het wordt voorgefchreeven in Kwyl- en Niesmiddelen
, als ook in Gorgeldranken, wanneer;
de Klieren van de Keel door koude Slym ver-
ftopt zyn. Men ligt ’er de Huig mede 'en het
dient tot ftilling van Kiespyn. De O lie ,
daar van gedeftilleerd, is uitmuntendein Smee-
ringen tegen de Lammigheid.. Voorts komt de.
Peper in de Theriaak, Mithridaat.en andere,
famengeftelde Winkelmiddelen.
(? ) Peper met langwerpige y gefpitfte, , zeven-
' 1 rib-
{2} Piper Folits oritis oblong!usculis acuminatis fêpciiier-
II.
Piper
Bette.
Sdïel.
ribbige Bladen, de Steelen tweetan- III.'
A fdeel
dig. n ;
Hoofd-
Behalve de voorgaande, die op Malabar Mo-stuk.
Ugo-Codi heet, is daar eeii Gewas dat men Peï er'
Beetla-Codi, en in ’t byzonder Betle o f Betel
noemt. C l u s i u s heeft reeds daar van
een fraaije Afbeelding aan ’t licht gegeven,
welke hem, uit Toskanen, in de Nederlanden
toegezonden was en naderhand te Weenen ,
volgens de aanmerkingen van een kundig Heer,
die zig eenigen tyd in Indie opgehouden hadt, '
verbeterd. De Hoogleéraar J. B u rm a n n u s
heeft het Gewas ook afgebeeld en befchreeven
onder den naam van Peper o f Saururus met
zevenribbige, langwerpige, gefpitfle Bladen. Zyn
Ed. betrekt daar toe de. Westindifche lange
Peper, van. S l.o a n e , een Boomachtig Gewas
met kleinere Bladen en eene dunnere, kortere
Aair. In zyne Afbeelding, nogthans, zyn
de Aairen naar evenredigheid niet korter dan in
de Gewoone Peper. Ook ontdek ik daar de
tweetandigheid der Bladfteelen niet. De Bladen
komen op dergelyke manier voort; zy zyn
ru.uw en kort gefteeld. Men maakt.’er gebruik
van, omze te leggen op vuile, rottige Zweeren.
(3) pevlis,
Petiolis bidematis. Ft. 2 eyl. 27. Piper, qui Saururus,
Foliis feptinerviis oblongo - ncuminatis. Eurm. Zeyl. 193. T.
S2. f. 2. Clus. Exot. p. T. 176. Beetla-Codi. Htrt. Mtl,
VII. p. 29. T. IS. BüRM. Ft. Ind. jp. 114.
E 5