UL
A fdeel.
v.
Hoofdstuk.
anil.
Rhus
BUguftifoiium.
Smalbladige.
De aangehaalde komen altemaal met getande
Bladen voor; doch aangezien ’er zo aanmerke«*
lyke Verfcheidenheden onder de JCaapfche Su*
mack zyn, als de Hoogleeraar J. B d r m a n -
n d s meldt, mag ik hier toe ook dat Kaapfe
Gewas betrekken, waar van ik verfcheide Takjes
heb , zynde de Bladen van hetzelve lang
gefteeld , eü wel drievoudig , doch geheel ef-
fenrandig. Hetzelve is aan de Bladen niet
alleen , maar ook aan de Takken, Bloemfteel-
tjes en in ’t geheel, uitermaate ruig of bezet
met eehe rosachtige Wolligheid , en fchynt dus
zekerlyk tot deeze Soort te behooren.
(13) Sumack met drievoudige gejleelde , fmal
Lancetvormige effenrandige, van onderen
Wollige Bladen.
Deeze, óok aan de Kaap groei jende, verfchilt
door de fmalheid haarer Bladen grootelyks;
alzo dezelven naar Rosmaryn - Bladen gelyken ,
en dus de Bloem- en Vrugtmaaking alleen het
Gewas tot dit Geflagt betrekt. Hetzelve
groeit op Steenachtige plaatfen aan de Kaap,
twee Voeten hoog , en draagt groene welriekende
Bloempjes.
(14) Sa-
(13) Rhus Fol. tern. Fol. petioiatis , lineari - hnceolatis,
Integerrimis , fiibtus tomentofis. Hort.. C lijf. i n . R o v e n
Lugdhtt. 244. Rhus Afric. trifol. aiajus &c. Flijk. Alm, 319,
T...2X9- f. 6. Rhus Fruticpfum , Fol. trifidis linearibus acts-,
aiinatis. Eubjvt. Afr, 251. T. 91. f. 1,
Sumack met drievoudige Bladen,die on* 1H.
gefteeld , Lancetvormig en glad zyn. fdeel.
, . , , H oofd».
Deeze insgelyks, zo wel als ook de volgen- STÜK>
de, een Kaapfch Gewas verfchilt daar van XIV.
dan door de figuur der Bladen , en Rhus weinig , cioor ae nguut uci uiauu- ^ Uvigatu„ t
dat het de Bloempjes aan een zeer lange dun- Gladde,
ne Aair heeft,
(15) Sumack , met drievoudige Bladen, die ^xv.
ongejleeld Wigvormig en glad zyn. luddum.
Gliramee-
Deezë is onder den naam van Breed - drie* d®.
bladige Boomachtige Sumack , onder de Afri-
kaanfche Planten , door den Hoogleeraar J.
B u r m a n n u s afgebeeld, omtrent welke
zyn Ed. van de gedagte Verfcheidenheden ,
waar van men.’er wel tien in de Hortus Medicus'
alhier hadt, gewag maakt. Deeze heeft
dikwils een Stam van Mans langte hoog, en
de Bladen, altoos drie by elkander op een Steeltje
voorkomende, zyn , aan byzondere Boomèn,
van zeer verfchillende figuuren.
(16) Sumack met enkelde Spatelvormige Bla- xvi.
den. On-
Rhu
Cotinus.
Verwloof.
(14) Rhus Fol. tern. Foliolis feslilibus Lanceolatis Iambus.
Sp. Plant. App. 1672.
( is) Rhus Fol. tern. Foliolis feslilibus Cuneiformibus Izvi-
bus. Pir. Cliff'. 2s. Hort. Cliff, i n , Hort. Ups. 68. ROVF.N
Lugdhat. 243. Rhus Afr. trifol. minus glabrum. Pluk, Aim.
319. T. 219. f. 9. Rh. arboreum trifol. latifol, Bukm. Afr.
352. T. 91. f. 2. Vitex trifolia minor Indica rotundifolia.
Comm. Hort. I, p. 181. f. 93.
(16) Rhus Fol. fimplicibus obovatis. Syst. Nat. XII. Neg.