lil.
A fdeel,
ÉIOOFD'
VII.
STUK.
XII.
Plilniftli/t
Vlakblqdi*
ge*
XIII.
Scopäria.
Grove.
Bloemen , geeft 5er den bynaam aan. Ber-
c i u s hadtze Lorkachtige getyteld , alzo het
Loof eenigszins zweemt naar dat van den Lorkenboom,
De Blaadjes , zegt hy, zyn fmal
en kort, van boven plat, van onderen rond ,
met een Sleufje, glad en gedeeld, uitgebreid ,
drie by elkander,
(12) Heide met --- Klokswyze Bloemen
, den Styl uitßeekende, de Blaadjes
zeer vlak.
Deeze heeft de Blaadjes ovaal, fpits, aan
de kanten gehaaird, en op een vry grooten af-
ftand Kranswyze om den Steel geplaatst , ’c
welk dezelve duidelyk van alle de voorgaanden
onderfcheidt, en te regt den bynaam geeft. Pe -
t iv e r heeft de Blaadjes by die der Veenbesfen
vergeleeken , en de Takjes zyn pok nederhur-
kende, de Bloemen Violet,
(13) Heide me t--- --— Klokswyze Bloemen
en een uitßeekende Stempel, als een Schildje.
Deeze Soort van Heide is in geheel Spanje,
Portugal en de Zuidelyke deelen, van Vrankryk,
zeer gemeen , zo C l u s i u s aanmerkt , wordende
, zegt hy, in die wyd uitgeftrekte Woefte
C12) Erica Amh. Arift. Pol. ternis , Cor. camp. Stylo ex-
ferto, Pol. patcntisflmis. Berg. Cap. 100. Pi .uk. Mant. 6$.
T . 347. f. i. Afr.
/13) Erica ------ — - Cor. camp. ftigmate cxfcrto
peltato. Erica Coris folio qiarta. C lus, Hiß. I. 42. Hisp«,
; is , Ic. 113. Eur.
ftenyën en ongebouwde Landen boven Boür- . B k ,
deaux, naauwlyks eenig ander Heefter-Gewas Vlx.' *
gezien. Zy groeit op tot twee Ellen en fom- Hoofd *
tyds meer hoogte , hebbende broofch Hout enÏTÜK*
kleine dunne Blaadjes, die ligt afvallen. Dezelve
is evenwel, zo hy aanmerkt, tót het
maaken van Bezems zeer bekwaam.
(14) Heide m e t -------- K lo k sw y z e B k e *
men met een uitfteekende S ty l, de Takjes Boomachtige,
£rys-
Onder alle de Soorten vanHey is deeze moog-
jyk de hoogfte ; weshalve zy , niet onbillyk,
den bynaam van Boomachtige v o e r t . C L u -
s i u s, by wien het de Eerfte is, zegt dat dezelve
fomtyds hooger dan eens Mans langte
groeit; dat zy zeer Heefterachtig is, hard van
Hout, uit den rooden zwartachtig, met kleine,
korte Blaadjes , die by vieren om de Takken
geplaatst zyn , van een zeer famentrekkende
Smaak: dat de Bloemen Troswyze het boven-
fte der Takken beflaan, zo dat men dikwils de
grootfte Takken, ter langte van een Voet,
daar mede beladen ziet ; zynde deeze Bloemen
hol als een Bekertje, langwerpig, welriekende,
fchoon wit, of naar die der Lelietjes van den
Dale gelykende.
Deeze
(14) Erica Anth. Arift. Pol. ternis Cor, camp. Stylo exfcr-
to , Raxnulis incanis. Erica Coris folio prima. Clus. Hijï. I.
Hisp. rog. Ic. 109, Eur, Erica maxima alba, C. 8. Pin. 4g;,
Gort. Delg. 112,
JI. B u u IV, Sruiil