HL
A fd e e l»
v.
H oofd*
STUK»
II.
Azalea
Kudiflora.
Naaktbioesnige.
III.
Azalea
•z'iscofa.
Lymeiige,
C2) Azalea met ovaale Bladen, de Bloem
Haairig; de Meeldraadjes uitermaate lang.
In de Verzameling der uitgezogte Tekeningen
van E h r e t door T r e w , - vindt men een
zeer fraaije Afbeelding van de Azalea met naak-
'te Steelen , Bloemtuilen aan ’t end der Takjes
en afgeboogen Meeldraadjes , uit den Gilfort-,
fchen Tuin; welke hier, met de gedagte bepaa-
ling , t’huis gebragt wordt, en ook den bynaam
van Naaktbloemige uitlevert. Gedagte Hofraad
begrypt niet, hoe L i n n m u s daar toe betrekken
heeft kunnen de Azalea van C o l d e h met
eene Haairige geele , en de Virginifche Cistus
van P l u k e n e t , met eene grootere, minder
welriekende, Kamperfoelie - Bloem. Bovendien
verfchilt, zo hy aanmerkt , de zyne , ten
opzigt van ’t Zaadhuisje en Zaad, van de op-
gegevene Kenmerken.
(3 ) Azalea , die de Bladen ruuw van rand,
en de Bloemen Lymerig gehaaird heeft.
■ Klein
(z) Azalea Tol. ovatis , Corollis pilofïs, Staminibus lon-
gisfimis. Kalm. I*. iiïi p. n o , 13s. Du ham. Arbr. i ,
T. Jj. p. 3. Azalea Ramis infra Flores nudis» Gron. Merg.
a i. Az. Scapo nudo &c. Hert. Cliff. 69■ TreW. Ebree. T.
4j . Az. erefta. Cold. Ebor. 2s. Cistus Virginian» &c.
Pluk. Mant. 49.
( 3 ) Azalea Fol. raargine fcabris, Corollis pilolb - glutino-
fis. Kalm. It. III. p. n o , 13S. Azalea Ramis infra Flores
foliolis. GRON. Vhg. 21. Cold. Ebor. 24. Cistus Vkginia-
Klein is het verfchil van deeze, die door HL
C l a y t o n als ééneSoort met de voorgaande,Afdveel*
doeh een witte, Lymerige en meer welriekendeHoofb-
Bloem hebbende , aangemerkt wordt. OnzeSTÜE*
Bidder erkent zulks , en zegt, dat zy ’er al tc
naby aan komt, doch niet dan wanneer de Bladen
volwasfen zyn bloeit en de Meeldraadjes
naauwlyks langer dan de Bloem h e e ft, terwyl
die in de voorgaande, welke 'voor o f onder het
uitbotten der Bladen bloeit, eens zo lang zyn.
C a t e s b y , evenwel, vertoont die Meeldraadjes
in zyne Virginifche Cistus, hier aangehaald ,
ook zo lang, en T r e w zegt, dat dezelve, welke
men te Londen onder den gedagten naam, van
B a n i s t e r daar aan gegeven , in de Tuinen
kweekt , zekerlyk het zelfde Gewas is met die
van zyne gedagte Afbeelding.
Hoe ’t z y , men vindt in Noord»Amerika
dergelyke Bloemheefters , mooglyk aan veranderingen
, ten dien opzigte, door den Landaart
en het Saizoen , ten minfte wat den Bloeytyd
aangaat, onderhevig; dewyl zy van de Sweeden
Mey - Bloemen, en van de Nederlanders o f
Duitfchers Pinkjlerbloemen geheten worden:
maar de Engelfchen geeven ’er den algemeenen
naam van Wild Honey - Suckle , dat is Wilde
Kamperfoelie aan, zegt K a l m , als van verre
naar
na, Flore & odore Periclymeni. Pluk. Alm. 106. T. i f t .
f. 4. Catfsb. Car. ï . p. T. J7, SEUGM. Vog. II. Band.
p. ix. T. 14.