III. Dit laatfte komt weinig overeen met de Bes-
'Vi) * fen, zo min als met de Kenmerken der Bloem-
H oofd- en Vrugtmaaking van dit Geflagt, waar in, zo
stuk» >t my toefchynt, nog een aanmerkelyke dui-
fterheid en verwarring heerfcht, niet minder
dan men in de Werken van dien vermaarden
Kruidkenner , daar het den naam van draagt ,
volgens V a i l l a n t en anderen vindt.
L i s i a n t h ü s .
De Bloem heeft een Buikige Pyp met omge-
kromde Slippen,een gekielden Kelk, een twee-
kwabbigen Stempel, een blyvende Styl en een
tweehokkig langwerpig Zaadhuisje.
In dit Geflagt komen twee Soorten voor,
beiden Westindifche, als volgt.
i. ( i ) Lifianthus met Lancetswyze Bladen.
iißanthus
tr.gifolius.
Eaugbiadi. Tot deeze Soort wordt betrokken de Heelter-
achtige Vlafchbladige Raponce, dien de beroemde
S loane op Jamaika waarnam en dus
befchreef. „ Zyn Houtige Steel, met Takken
„ overal bezet, verheft zig tot de hoogte van
„ vier of v y f Voeten. De Bladen , anderhalf
„ Duim
(i) Lißanthus Foüis laneeolatis. Syst. Nat. XII. Gen. 124!.
p. 154. Veg. XIII. p. 1S6. Mant. 43. Lifianthus eieiäus Fo-
liis laneeolatis Sec. Bkown. Jam. 137. T. 9. f. 1. Rapunculus
fruticofus Linifolius &c. SiOAN. Jam, 58. Hiß, J. p. i i 7 ,
T . lo i . f. U
„ Duim lang, en in ’tmidden half ™ breed,
glad en donker groen, hebben korte Steeltjes v.
„ en zitten aan de Takken gepaard. De top. Hoofd-
„ pen der Looten zyn doorgaans Takkig , en
„ draagen veele Buisachtige, geele, eenbladige
„ Bloemen, op een Vrugtbeginzel zittende ,
„ dat tot een langwerpig pieramidaal Hoofdje
„ uitzwelt, met eenige weinige Bladen bewon-
,, den, -en uit drie Holligheden beftaande , in
„ ieder van welken een groote veelheid vervat is
9, van kleine bruine Zaadjes.”
(2 ) Lifianthus met Hartvormige Bladen. clrdift-
De kundige Heer B r o w n e onderfeheidt dus Breedbiadt*
deeze Soort van de voorgaande, en merkt aan , £C'
dat dezelve bovendien fomtyds twee Bloemen
aan ’t end der Takken heeft, de andere maar
één. Hier uit blykt dan , dat de gedagte van
S l o a n e , die veel Bloemen aan t end der
Takken hadt, en een driehokkig Zaadhuisje ,
in ’t geheel niet ltrookt met deeze noch meti de
voorgaande Soort. Z y zyn beiden in de Bos»
fchen op Jamaika waargenomen.
R A N D I A.
De Bloem is eenbladig zo wel als de Kelk ,
en
(2) Lifianthus Foliis cordatis. Ihid. Lif, Fol. cordatis aca-
minatis Scc. BRQWN. Jam. 137»
M 3