III.
Afpe el.
v.
H oofdstuk.
IV.
Lyciam
eapjulare«
Aiexi-
kaanfche*
S) en dat uit alle Knoppen Doornen voorko-
„ men. Van de Afrikaanfche of eerfte Soort
„ verfchilt het , door Lancetswyze Bladen en
„ de bogtige ronde Takken, t’eenemaal” : zynds
dit door zyn Ed. in de Upfalfche Akademie-
Tuin waargenomen.
(4) Eoksdoorn met Lancetvormige dunne gladde
Bladen; de Bloemfteeltjes en Kelken
eenigermaate ruig \ de Kelken als Doosjes.
Deeze, in Mexiko groeijende, volgens den
Heer M i l l e r , is een Heefter met ronde
Takken,dieenkelde uitgefpreide Doornen heeft,
zo lang als de Bladen, in de mikken en oxelen;
de Bladen eenigermaate gedeeld: de Bloemfteeltjes
enkeld, korter dan het Blad, met één Bloem ,
die Raderachtig is , hebbende twee fmalle regt-
opftaande Stempels: het Zaadhuisje Eyvormig*
gefpitst, met twee Holligheden.
J a q u i n i a .
Dit Geflagt heeft zynen naam van den geleerden
Heer Jacquin , die de Kruidkunde
ten opzigt van de Westindifche Gewasfen zo
Joflyk opgehelderd en met zulk een menigte van
iiieu-
\
(4) Lycium Fol. lanceolatis tenuibus glabrls , Feduncalis
Calycibusque pubcscemibus , Fcticarpüs Cspfularibus. An
Asadi IV. p. 308,
nieuwe Soorten verrykt heeft, tomen hem bil-
Iyk een Eerzuil mag opregten. v.
Behalve de algemeene van deezen Rang, naa-H°°™'
melyk vyf Meeldraadjes en een enkele Styl of
Stempel , zyn de Kenmerken , een Bloem in
tienen verdeeld , met de Meeldraadjes in de
Kelk ingeplant, een vyfbladig Hpnigbakje en de
Vrugt een eenzaadige Befie.
Drie Soorten, altemaal Westindifche, komea
’er in voor, als volgt.
( 1 ) Jaquinia , die de Bladen 'fiomp met een Ja*\nU
- Puntje heeft. Armillarit,
Armringen
Dit Gewas wordt van de Spanjaarden Barbas- Boom.
co of Barvasco genoemd en van de Franfche Ingezetenen
der Karibifche Eilanden Bois Bracelets,
dat is Armringen - Boom, om dat de Wilden
van de Zaaden, die rond, van grootte als een
Peperkorrel en uit den geelen bruinachtig zyn,
met een Gaatje doorboord en aan een Draad
gereegen , als van kleine Kraaltjes Armringen
maaken, om zig te verlieren. Het is een regt-
ftammig Boompje , dikwils zeer fraay, zelden
hooger dan vier of vyf Voeten, zegt de Heer
Ta c q u i n . De Takken komen, doorgaans
v y f
(O Jequinis. Foliis obtufis cura acumine. Syst. N/it. XII.
Gen. as3. p. i 7J. Vtg. Xlir. Gen. 254. p. 19°. jACQ;^w<r.
Hiß. si- T. 39. Chiyfophyllutn frutescens. LcEFL. It. 204,
»77.
R 4