III* Aan deeze worden Lancetvormige Bladen
Afd^efl toegefchreeven j doch de boven Ren zyn alleen»
Hoofd- lyk fmaller , de onderRen breeder en byna o-
stuk, vaa j ^ inzonderheid by de eer Re uitbótting ,
volgens de aanmerking van den Heer G r o »
n o v i u s . C o m m e l v n geefc ’er de Afbeelding;
van, onder den naam van Virginifchè
Sumach, met Myrtehladen. Hy draagt gemeen- •
lyk maar twee Bloemfleeltjes by elkander, en
de Zaadhuisjes zyn hoogrood, ’t Blyft altoos
een Heefler o f Boompje; Men vindt ’er ook
eenige Verfcheidenheden van, in Virginie.
in. (3) Paapenhout met alle Bloemen in vieren
CapenZ** gedeeld en gejieelde jlomp ovaale Bladen.
Kaapfche. ^ eerie derde Soort plaatst onze Ridder
thans alhier dat Kaapfche Gewas , ’t welk van
B E r g i u s Colpoon compresjüm getyteld is , om
dat het de Leedjes der kleine Takjes overs-
'hands famengedrukt o f platachtig heeft. En
zoude, volgens zyn Ed., hier ook de Cratagus
met rondachtige uitgegulpte Bladen , de Bloem
en Vrugt Trosachtig, van den Heer j . B or-
m a n n u s , t’huis behooren. De Afbeeldingen
, niettemin , van deeze beiden , Remmen
noch met elkander, noch met de opgegevene
bepaalingen, overeen, In die van B e r c i u s
. ■ zyn
/ j ) Evonymxs Flor. omnibus quadrifidis, Foliis pétiolatis
evalibus obtuïls. Mant. 210. Colpoon compresfiitn. BeRQ. Cap.
'jS. T. 1. f. ï. Crataègus Fol. fubrotundis finuolis, Flore ac
Fmótu racemofo. BuRM. Afr. 240, T, 86.
zyn de Bladen geenszins Romp o f uitgegulpt ;
in die van ónzen Hoogleeraar is de Vrugt een v.
ronde Befie met tw e e Zaadcn , en gelykt dusHooFo-;
het allcrminRe niet naar de opgegevene Ken- ^
merken van de Paapen - Mutfen. Men noemt h,uta%at
dit Gewas, dat een Boom wordt, aan de Kaap
Lepelhout , om dat daar van Lepels en Bakjes
gemaakt worden. L i n n ^ ds zegt , dat de
Besfen vierkant en vierzaadig zyn,
D I O s M A.
De byzondere Kenmerken van dit Geflagt
beRaan in een vyfbladige Bloem, met v y f Ho-
nigbakjes boven het Vrugtbeginzel: de Vrugt
uit drie of v y f famengegroeide Zaadhuisjes be-
flaande, waar in Zaadpn met een bekleedzel
o f Korrels QArilli) zyn vervat.
Dertien Soorten , altemaal uit Afrika afkom-
Rig, komen thans in ’t zelve voor; doordien
de Hartogïaas ook daar toe betrokken zyn.
( 1 ) Diosma met Elsvormig fpitfe tegenover i.
elkander fiaande Bladen. «pZo/nifelid.
Van deeze •,geeft C o m m e l y n een zeer Kmisbiadi«
fraaije’Afbedding , onder den naam van Afri-^e'
kaanfche Spircea met in ’t kruis gepIaatRe Bladen;
f i ) Diosma Fol. fubulatis, acutis, oppófitis. Syst. Nat. XIT.
Gen. 27' p. m . Peg. XIII. Gen. 272. p. 19$. Hort. Cliff.
71. Royen Lugdbat. 434. Spitaea Africana Fól, crüciatim po-
lïtis. Comm. R a r . T. x. Hypericun» Aft. vulgaie. Seb, K a k .
II. p. 41. T. 40. -f. 3.
II. P eel. iy . stuk.
•Sag