IH* uien vindt ’er , die niet alleen twintig, maar
FI^ E ‘ dertig , veertig , vyftig , zestig Besfen heb-
H oofd- ben aan ééne Rist , zo M u k t i n o aante-
kent.
U m fn' ik zal my niet ophouden met eene befchry-
ving van dit zo bekende Gewas. Het Sap der
Besfen is ongemeen verfrisfchende, verkoelende,
en voor de meefte Menfchen gezond, ja
gezonder dan veele andere Zomer - Vragten*
Doch het verfchilt grootelyks op wat' plaats
en met welke behandeling , deeze Besfen geteeld
zyn. Een vrye Zonnefchyn beneemt ’er
byna alle zuurheid aan ; wanneer menze, naa-
melyk, aan Schuttingën o f Muuren, tegen ’t
Zuiden plaatst. Ook worden zy , door minder
o f byna geene befnoeijing , wel klein , maar
zoet. In wel doormeste Zandgronden brengen
zy geelfteelige Trosfen vo o rt, van geurige
Besfen, met een aangenaame rinsheid. Men
merkt aan , dat deeze Vrugt nergens beter ,
dan in onze Gewesten, valt: doch in het een
o f andere gedeelte van ons Land is zy grootelyks
verfchillende. Haare kragten in de Geneeskunde
hangen van de voorgemelde ei-
genfchap af. Het maaken van een Geley ,
daar van, als ook van Besfen - W y n , is zeer
bekend , en deeze laatfte getuigt, door zyne
fterkte , van haar Geur en Kragt ; waar in zy
de Witte Aalhesfen , die even ’t zelfde doch
flapper uitleveren, grootelyks overtreffen. Ook
.heeft het Sap der Rooden eene fterk Kleurende
hoedanigheid.
(2) Besfenboom , die ongedoornd i s , met op- III.
geregte Trosfen; de Blikjes langer dan de Afdeel»
Bloem. H oofdstuk.
Deeze noem ik Bergbesfen, om dat zy meest n_
in de Gebergten, zo van Lapland als Swit- JSfM
zerland , natuurlyk voorkomen. De Sweeden^jsérgbes-
heetenze Mobeer, de Finlanders Taikinais, zegtfen’
onze Ridder, die dezelven nergens overvloediger
dan in Oofter * Bothnie, aan den Zee - W e g ,
aangetroffen hadt. Behalve in de Bosfchen
op ’t Gebergte Jura en by Bafel , zegt de
Heer H a l l e r , groeit dezelve ook om-
flreeks Bern , op Moerasfige plaatfeo. Z y
verfchilt van de voorgaande, zynde een laage
Heefter , die de Bladen ten halve in drieën
gedeeld heeft, en in de omtrek fpits getand,
draagende overendftaande Trosjes van kléine
Bloempjes, zeer aangenaam van Reuk. Ieder
Bloempje gaat vergezeld met een Blaadje o f
Plaatje van de zelfde Kleur, die men Blikjes
noemt. De Vrugt is wit en l a f , o f byna
Smaakeloos. Het Landvolk houdtze voor een
Geneesmiddel van de Hoest.
Onder de aangehaalde vind ik de Aalbezie
met
(a) Ribes inerme , Racemis ere&is , Bra&eis Flore longio-
ribiis. lbid. Hort. CU ff. 82. Fl. Sutc. 19S, 206. Ribes Alpi-
num dulce. J. B. Hifi, II. p. 98. Fl. Lapp. 97. Gtosfularia
vulgaris Fr. duld , item Gr. diftinéfcis Baccis. C. B. Pin. 4.$$.
Ribes montana Oxyacanthx lapore. B, Prodr. 160. Am.
Asad. I. p. 178.