III. is het een zeer gemeen Gewas. Het verfchilt
Afdeel. van t|e gemecne, die hier de derde Soort is,
H oofd- doordien de Bladen, boven aan de Steden, als
stuk. van de Ranken doorboord worden; ’t welk in de
Duitfche, daar ik ftraks van fpreeken zal, geen
plaats heeft.
ii. (o.) Lonicera met bladerlooze Endkransjes, de
fwptrvi-1 bovenfle Bladen doorbladig Samengegroeid.
rens.
fche.remi' Deeze :Firginifche, door H e rma n n o s in
Afbeelding gebragt, is altoos groen en bloei-
jende, waar door zy van anderen, die ’s Winters
Bladerloos zyn , verfchilt. Bovendien is
zy niet alleen in alle opzigten veel kleiner
en teerder , maar heeft de Bloemen wel zeer
fehoon fchitterend rood , doch byna zonder
Reuk , en dezelven gelyken veel naar een
Fluit , daar men .oudtyds] uit plagt drinken ,
hebbende den Rand byna egaal ingefneeden ,
waar door zy grootelyks van die der gewoone
Kamperfolie verfchillen , hoewel zy mede by
Trosfen of Kransjes aan ’t end der Steden
geplaatst zyn. De bovenfle Bladen zyn alleen
(2) L onicera Vertidllïs aphyllis tetminalibus, Foliis fummis
connato- perfoiiatis. Vtg. XIII. Lon. Flor. capitatis terminali-
bus &c Hort, Cliff. st. ROVEN Lugdbat. 237. Periclymenum
perfoliatum iempervirens et Horens. Heem. Lugibat. T. 484.
Peticl. virg'nianura, Rtv. Mompet. 116. Periclymenutn.
TOURNE. Infl. 6o8.
leen maar famengegroeid , de onderflen
fleeld ( f ) . „ v*
v y H oofd-
(2) Lonicera met Eyvonde end - Knopjes, die%TVKm
als gefchübi zyn , de Bladen t eenemaal Lonicera
onderjcheiden.
Gewoons
Hier wordt de Gewoone Kamperfolie bedoeld, Kamper-,
die in de middelfle deden van Europa niet al- oiie‘
leen, gelyk in Duitfchland, maar ook in Swee-
den en aan de Oostzee, wild groeit. In Oost-
enryk wordt deeze Roos van fericho genoemd,
en elders Lilium inter Spinas , dat is Lelie
onder de Doornen , om dat het Gewas met
zyne Ranken zig vlecht door alle Doornheggen.
Misfchien wordt daar mede op het zeggen
van S a l omo gezinfpedd (*}. ^ onze
Nederlanden, daar men ’t ook wel Mammetjes-
Kruid noemt, komt het op dergelyke manier
in
(*) Inferitribus perfoiiatis , heeft men wel gezet in Spec.
Plsmtarum , doch dat het petioUtis moet zyn , blykt ex
Hort. Cliff. Sec.
{3) Lonicera Capitulis ovatis imbricatis tetminalibus , Foliis
omnibus diftiiicHs. Ibid. Hort. Cliff. Ups. uts. Fl. Saec. 191,
193. KRAM. Auflr. JO. WE1G. F om - Rug. 41, DlLIE. Paris.
69. TOURN. env. 322. SAUV. Monsp. 189. dt. Scan 305.'
Mat. Med. 68. Periclym. non perfoliatum German. C. B.
Pin. 302. Captif. Germanicum Flore rubello ferotinurn.
TOURNE. infl. 608.
( t ) Gelyk een Lelie onder de Doornen , alzo is myne
Vriendinne onder de Dogteren. Hoogelied. II. Vers. 1 , z,
0 3