P 6 RANA.
v.
Hoofd- Ken nieuw Geftagt is onder deezen haam
stok. voorgemeld door den Hoogleeraar N. L. B d r -
m a n n u s , en in Afbeelding gebragt volgens
de Takjes van een Gewas, door den Heer
K l e i n h o f overgezonden , onder den naam
Van Windende wilde Heefter, met Trosachtige
witte Bloemen , groeijende op Java. Hierom
geeft zyn Ed. ’er den bynaam van Volubilïs
Porana ^ befchryving is als VOlgtf
PoiuMis. Éen Heefter met een gladden Steel • de
Wadend^ Bladen overhoeks , gefteeld , ' Hartvormig ,
„ effenrantiig, gefpitst en glad hebbende. De
S3 Bloemen komen , aan ’t end der Takken,
, „ in een groote Iosfe Pluim voort. Derzelver
51 ® , , is vyfbiadig, uit langwerpige ftompe
„ Blaadjes beftaande ; die half zo lang als de
3, Bloem zyn , welke eenbladigKlokvormig is ,
„ ter halver langte in vyven gefneeden, met
„ gelyke Ovaale Slippen. De Meeldraadjes
j , zyn v y f Haairachtige Vezelen, van langte
, , als de Bloem , met rondachtige Meelknopjes.
„ Het Vrugtbeginzel is ook rondachtig, met
,, een dunnen ten halve in tweeën gelpleeten
as Sty l, van langte als de Bloem, hebbende ge-
3, knopte Stempels.”
De-
( i ) Porana. Frutex Volubil/s filyeftris Fiere albo racemo-
fo. D. kleinhof, Bükm. M. Ind. p. , £ Linn. Cen.
Mant. alt. p. 560.
Dewyl de gefteldheid van het Zaadhuisje noch lil.
van het Zaad niet opgegeven , en zo ’t fchynt^F° EEL*
niet onderzogtis, heeft L in n a ü s dit Geftagt Hoofd»
niet in de Rang kunnen plaatzen, en de be-STUK*
fchryving blyft, in dat opzigt, tot nader Waar-
neeming onvolkomen.
P S Y C H O T R I A.
Een Trechterswyze Bloem , met een uitge*
gulpten Stempel : een vyftandige kroonende
Kelk, waar van het onderfte gedeelte een ronde
Befte wordt, met twee halfronde uitgegroefde
Zaaden:: maakt de byzondere Kenmerken uit.
Drie Soorten bevat dit Geftagt, waar van de
eerfte eigen tlyk maar tot de Heefters behoort ,
doch de twee anderen zal ik daar by befchry ven.
(O Pfychotria met uitgegulpte Stoppeltjes, en 1.
Lancetswys’ ovaale Bladen. •
Heefter- \
Deeze voert den bynaam van Afiatica, omac,UIge’
dat z y , volgens onzen Ridder, ook in Oostin-
die voorkomt; doch in Westindie is zy niet
alleen door B uowhe op Jamaika, maar ook
door
( ï) Pfychotria Stipulls eimrginatis, Foliis lanceolato • ova-
tis. Syst. Nat. XII Gen. 228. p. 164. jTeg. XIII. Gen. 229.
p. 179. Piychotria Carthaginenfis frutescens foliis obovatis.
JACQ; Amer. Hiß. 6j. T. 174. f. 22. Pfychottoplmm firuti-
fofum. BROWN. Jam. 160. T, 17, f, 2.
II, Deel. IV, Stuk,
i i i i i i i