III. C33) Salie met ovaale byna effenrandige Wol-
Apbeel. Biaden} den rand van den Kelk Vlie-
H oofd* zig en gekleurd.
STUK,
Deeze op liet Zandige Zee-Strand aan de
coiorata. Kaap der Goede Hope voorkomende, heeft
Gekiemde.gte£jen van zes Voeten lang, die van onderen
Wortel fchieten : de Bladen zyn ovaal, ge-
fteeld , Wollig , een Duim lang, de onderften
Zaagswys’ getand , zelden ge - oord, de boven-
Hen effenrandig. : de Kelken zyn wyd , met
ronde Slippen en Bloedkleurige randen.
xxxiv. (34) Salie met ovaalachtig Wigswyze getande
fankuUte. naakte Bladen en eenen Heefierachtigen
Gepluim- Steel.
de.
Deezé voert den bynaam van Gepluimde,
Om dat haare Aair Pluimswyze is verdeeld.
De Kelken zyn in drie Slippen gefneeden, waar
van de twee onderften fpits. De Styl is langer
dan de Bloem, wier Helm niet lang is. Zy
heeft de Blaadjes klein en fyn gekarteld, welke
met
(33) Salvia Fol. ellipticis fubintegertimis tomentofis, Caly-
cïs limbo membranaceo colorato. Syst. Nat. Neg. XIII. p.
«fi.
(34) Salvia Fol. obovaio - Cuneiformibus , denticulatis nu-
dis, Caule fhnescente. Mant. 2$. Salv. Chamsleagna. Berg.
Cap. 3. Salvia minor iEthiopica, Foliis Cliamseleagni asperis.
Breyn. Cent. 169. T. 5. Mor. Hiß. III, ( i n. T. iS. f. 1 ,
MlU» Ie, i'so, T, 22$, f, i,
met de Bladen van den Chamceleagnus , dat is lilde
Brabantfche Myrtus, Gagel genaamd, ver
geleeken worden door B r e y n , die een fraai je HToofo-!
Afbeelding van dit Gewas geeft, aanmerkende’TJK*
dat deeze geheele Plant een zwaaren Reuk
heeft en eenen Kruiderigen Smaak. De Groey-
iplaats is ook aan de Kaap der Goede Hope.
(35) Salie met Spatelswyze getande Bladen , xxxv.
de Kelken gaapende Haairig » den Steel amabuu-
Heefterachtig.
lige.
De Kelk der Bloemen is , in deeze Soort,
tegt Bekerachtig, gelyk in de Molucca van
T o u r n è f o r t , en M o r i s on geeft ’er *
in zyne bepaaling , de Bladen van de Wyfjes
Ciftus aan. Het is een Heeftertje, dat in Syrië
en andere Oofterfchc Landen groeit; By
Aleppo kwam liet R a ü w o l f öp de Akkers
voor. Het heeft wederzyds drie gefteelde Bloemen,,
die witachtig zyn en buiten den Kelkuit-
fteeken, met den Styl eens zo lang als de Bloem,
wier Bovenlip in tweeën, de Onderlip in drieën
gedeeld is. T o u r n è f o r t h e e f t ’er ronde
Bladen aan toegefchreeven.
Dé
Ci s) Salvia Fol. óbovatis dentatïs, Cilycibus catnoanulaasi
patentibus pilofis, Caule Fruticulofo. Mant.- z s , Ssivia FoL
ovatis, Calyce turbinato limbo amplisfimo. Grom. Or, 10,
Salvia Syriaca, Cifti fceinin* foliis, Acetabulis Molucca:. Mo&;~
Hiß. IU. p. 399• Salvia Orienulis frutejcens, Foliis circina-
tis, &c. Tourne. Cor. 10.
E 2