288 V y f m a n n i c e H e e s t e r s ,
III. G ouan meldt, als ook Bourgefpine: want het
FDEEL. keeft twee kleine zwarte Doorntjes, die in de
H oofd Herfst afvallen , nevens heP Bladfteeltje we-
STUK. derzyds. Sommige Stammen hebben enkel
Mannetjes, anderen tweeflagtige Wyfjes-Bloe-
men en drie Stempels, zo de Heer M u r r a y
aan tekent.
xvn. Cl 7) Wegedoorn met dubbelde Stekels , den
PaiiuruT onderjlen omgeboogen, en driewyvige Bloe*
paliurus. men.
In de Zuidelyke deelen van Europa, in Griekenland
en elders , komt ook deeze voor, die
mede een byzonder Gefiagc heeft uitgemaakt
onder den naam van Paliurus. De Vrugt, die
de gedaante van een breede, platte, Knop of
Schildje heeft (*), en dus het allerminfte niet
naar een Befie gelykt, zou deeze Soort het
allerbeste van de anderen ondericheiden. Dezelve
is Wegedoorn met rondachtige Bladen en
eene famengedrukte Vrugt, van B a u h i n u s
getyteld geweest, ’t Gewas is Heefterachrig,
doch wordt fomtyds een Boom, met gedoomde
Takken en kleine rondachtige Bladen, die
uit
• (17) Rhamnus Aculeis geminatis, infefiote reflexo, Floribus
trigynis. Hort. Cliff. 69. Hort. Ups. 47. Roïen Lugdbat.
ZZ4. SAUv. Monsp. 306. GOUAN Monsp. iiz , Rhamnus Folio
fubrotundo Fru&u compresfo. C. B. Pin. 477. Paliurus. Doo.
Ptmpt. 7J6. TOURNF. In ft. 616. BOERH. Lugdbat. II. Z37.
(*) Petafum vel Umbonem referent , zegt BOERHAAVS )
TOURNEFORT noemtze Clypeiformit.
■ Pe 'n t a h ö r i a . 239
uit den donker groenen roodachtig zyn. De W.
Bloempjes, aan de top - enden der Takken fa-' ™
mengehoopt, zyn geel , en de Vrugten , die Booromen
te Montpellier Chapelets nöemt, bevatten STUK*
twee of drie, Olie - achtige Zaadkorrels, in de
drie holligheden van het Steentje.
Het Afkoókzel der Vrugten van dit Boompje
is, indien men het een genoegzaamen tyd lang
gebruikt, een zeer dienftig Middel om het Graveel
Zand uit de Nieren en de Blaas te dry-
ven, zo de vermaarde G a i u d e l verzekert
, die ’er byvoegt, dat het echter geenè
■ Steenbreekende kragt heeft, welke fommige Au-
theuren daar aan toefchryven: ja „ daar is ('zegt
,, hy, ) tot heden nog geen Middel bekend,
,, ’t welk , inwendig gebruikt, den Steen det
, , Nieren of der Blaas zou kunnen ontbinden
,, of doen fmelten. Dit heeft my de beroem-
,, de T o o r n EFORT verzekerd, na ontel-
, , baare Proefneemingen, welken hy daar óm-
,, trent, op order van het Minifterie, in de
„ Hospitaalen te Parys hadt werkftellig ge-
,, maakt” (*).
(18) Wé»
(*) Hiß. des Plant es aux envlrtms i'Aix. Anno 1715, in
Fol. p. 347.; Uit het getuigenis van deezen Geneesheer en
Koninglyken Hoogleeraar der Ontleedkunde, te Aix in Provence,
blykt dan ontegenzeggeiyk, dat de beroemde Tour-
NEiORT weezentlyk de Praktyk geoefend heeft ; wat fummi-
gen ook daar tegen mogen inbrengen: te meer dewyi G&-
RiDEL in zyne Inleiding p. XI. van hem zegt : fa Pratiqut
dans la Medeeine étoit Juiicieufe &* heureufe.
T
II. Defx. IV. Stuk.