lil. delfte deelen van Europa, inzonderheid in
A fd e e l , j3ujtfcj1]ancj ? zeer gemeen. Men vindtze ook
H oofd- in Ooüenryk, in Karniolie en in Switzerland;
stu k* njet begryp, waarom de Heer L 1 n n je. ü s
haare woonplaats tot de Heggen der koude deelen
van Europa bepaald hebbe (*). Zyn Ed.
heeftze in de Bosfchen zo wel, als in het Kreu-
pelbofch, der Zuidelyke deelen van Sweeden
waargenomen , alwaar menze ook Benwed of
Hardwed noemt, buiten twyfel wegens de
hardheid van het Hout. Gemeenlyk komt zy
ïn de Bosfchen voor , op Steenachtige plaat-
fen , zo ÜODONiEus aanmerkt. In Switzerland
is niets gemeener in de Heggen en ’t
Kreupelbofch , zegt de Heer H a l l e r , die
het Gewas befchryft als een Heefter van zes
Voeten hoog , met een bruinroode Schors der
Takken en Wollige Bladen, de Bloemen witachtig
, gelykende naar die der Kamperfolie.
Doktor S c o p o l i deeze Honds - Kerfen in
Karniolie waarneemende, alwaar zy in de Heggen
en aan den voet der Bergen groeiden ,
bevondt dat in fommigen de Bloemen wit van
y Kleur waren en deeze hadden de Bladen kleiner
, ovaal, wederzyds ruig: in anderen waren
de Bloemen rood , en die hadden de Bladen
langwerpiger , van boven glad en glanzig; de
onderlip der Bloemen langer dan de bovenlip ;
de
(■ *) Habitat in Euiopse ftigidiotis Sepibus. Spcc, P la n t . Ed.
II. p. 242.
de Meelknopjes paarfch , den Stempel
In beiden was de Befie donker-rood, met vyf v.
of zes Zaaden bevrugt en hadt geen kleurend^™*
Sap.
, (7 ) Lonicera met tweebloemige Steeltjes en vil^
afgezonderde Besfen , de Bladen lurtg- pyTtKa;ca
1 ° . . , Pyreneewerpig
glad. Yche.
Deeze maakt de Xylojleon van T o d r n e -
f o r t ui t , welke die vermaarde Kruidkenner
zelf in de Pyreneefche Bergen het allereerst
gevonden zal hebben, als waar van hy ze den
bynaam , zonder eenige aanhaaling van Autheu-
ren, geeft. Zy heet derhalve thans nog, met
regt, de Pyreneefche , en heeft met de anderen
een weezentlyk verfchil ten opzigt van de
Bloemen, die wel tweevoudig of gepaard,maar
aan den rand regelmaatig zyn verdeeld , gelyk
die Autheur dezelven zeer fraay in Afbeelding
gebragt heeft» Verfcheide anderen heobenze
fbdert belchreeven , en het Gewas ook afgetekend
, dat de Takken van elkander wykende
en gladde Bladen heeft , als Olyfbladen , de
Steelen twee Ellen hoog, draagende Vrugten
van
(7) Lonicera Pedunc. bifloiis, Baccis diftinftis, Föl. oblon-
gis gïabris, Syst. Nat. XIÏ. Veg. XIII. Eloribus infundibuli-
fotmibus Ramis divaricatis. RoïEN Lagdbat. 238. Xylofteum
Pytenaicum. Tourne. Infl. 609. Magnol. Hort. 209. T.
T09.RAJ. Dendr. 29. DU HAMEL Arbr. II. p. 374* T. HQ.