III* Kroonen o f Kransjes gebruik van maakte (* ).
•^F” j EL* Men houdtze in de Hoven wegens haare fraai-
H oofd- heid, doch inzonderheid wordt daar toe die ,
stok. welke Vergulde o f Verzilverde en fierlyk bonte
Hosmarytt. BJac]eren heeft, verkooren. Deeze Verfcheiden-
heden zullen waarfchynlyk uit Zaad zyn voortgeteeld
; zo wel als de Reukelooze Rosmaryn :
want anders is de Reuk het voornaamfte, gelyk
men weet, dat dit Gewas bevallig maakt en tot
gebruik in de Geneeskunde dienftig. Deeze
heerfcht niet minder in de Wilde , die in Pro*
vence zo menigvuldig groeit, dat men de Tak-
[ ken daar van , na dat de Bloemen en Bladen
; afgeplukt zyn, op den Haard brandt, hebbende
aldaar, in veele Landftreeken, geen ander Hout.
' De Bladen van de Rosmaryn hebben een by-‘
zonderen Aromatieken Geur , die zig -wel het
kragtigfte in de daar van gedefinieerde Olie
openbaart. Uit dien hoofde zyn dezelven , uitwendig
in Pappen en Stoovingen gebruikt, zeer
dienftig om koude Gezwellen en opgaaringen
van Slymige Stoffen , te doen verflaan, om de
geftremde Vogten te verdunnen in Kneuzingen ,
o f de verdoofde deden op te wekken in Lammigheden
, door de Vezelen tot beweeging aan
te prikkelen, belettende dus dikwils de Verfter-
Ving. Inwendig dienen deeze Bladen, o f wel
de Toppen met de Bloemen, op Wyn g e ze t,
tot
(*) Parvos coronaniem Marine Rore Dees , fratjlique Myrtot
een kragtig Middel, in Kwaaien, daar een
Verftopping plaats heeft door onwerkzaamheid n.
der Vogten of Vaste deden'; verwekkende de
Stonden, enz. Hierom wordenze ook welite- Romar^
gen de Derdendaagfe Koorts gebruikt, l e -
gens Opftygingen, Flaauwten, Stuipen, Aam-
borftigheid en Beroerte, is de gedeftilleerde
Olie, behoorlykvoorgefchreeven, een heilzaam
Middel, zp wpl als de Geest, welken men echter
mede uit de Bloemen ftookt, en die daar
van den algemeenen naam van Spiritui Anthos
voert, dat is Geest van Bloemen , by den Fran-
fchen naam , Eau de la Reine o f Koninginnew
a te r , aan iedereen bekend (*). Voorts komt
de Rosmaryn of deszelfs Bloemen in verfchei-
S a l v i A. Salie.
De eenigfte Kenmerken, waar door dit uitgebreide
Geflagt, tpt het welke ook de Hor-
minum en Sclarea der Autheuren betrokken
z y n , zig van de anderen onderfcheidt, zyn ,
dat de beide Meeldraadjes , ieder, een d,ub-
beld Steeltje hebben, zo dat het Meelknopje
als op een Schraagje fchynt te ftaan, en het
Meeldraadje , met zyn geheelen Toeftel, eeni-
germaate naar het Tongebeen (Os Hyoides)
ge-
(*) Pc eigentlyke naam daar van is , Eau dt la Rciru
d'Htnrrlt of Water van de Koningin van Hongarye.
D 4