ÏII „ dan de Meeldraadjes is en een enkelen Stem-
Afdeel, ^ pei heeft,” Zodanig een Bloempje i s , ver-
H oofd- groot zynde , met alle mooglyke naauwkeurig-
s tu k , heid , by A vertoond, en verder ziet men by
B het Vrugtbeginzel reeds tot een tropje van
Y yf gehoornde Zaadhuisjes, in de Kelk aangegroeid.
By C hebben wy de zonderlinge
gefteldheid der Blaadjes van dit Gewas, als die
van Wynruit met zekere Olie - Kliertjes o f
Stippen in donkere Kringetjes bezet , welke
waarfchynlyk de zitplaats van de ruikende Stoffe,
in de meeften van dit Geflagt, zyn , willen
voor oogen Hellen,
B R D N I i ,
Hier zyn de Bloempjes vergaard in een
gemeene ruige Kelk. leder Bloempje heeft
zyne Meeldraadjes in de Nagels der Bloemblaadjes
ingeplant, en den Stempel in tweeën
gcfpleeten. Het draagt enkelde Zaaden,
Men telt ’er thans zeven Soorten van; ook
allen aan de Kaap huisvestende, als volgt.
i,
Rndifior#'
JCnoop-.
blocraige,
0 ) B runia met omleggende , driekantige, fpit*
fe Blaadjes,
Ze«.
( i) Brunia Foliis. imbricatis triquecris.acutis, Syst. Nat,XIX.
Gen. 17?.. p. is i. Fig. JÇUï. Gen. 174. p. 199. Brunia Fol. qua,
drifariam. imbricatis. Hort, Clijf. 70. Cupresfö - Pinulus Ca-
pitis B.onae Spei, Bj r e y n Cent. zz. T. 10. Erica capitata Cu-
ptesfiformis Aft. Pluk. Mant. 69. T. 34«, f. 4. $c*bipfe. gg.
•tejjs, AtbUSkli.U. &c. RAJ, Hiß, 1444,
Zeker Gewas , dat Cypres * Pynboompje van III.
de Kaap der Gcede Hope, door B r e y n g e -ArDvEE1
noemd wordt, maakt deeze Soort uit, welke Hoofd-
de Knoopbloemige Afrikaanfe Heide is , van5TUK*
P l u k e n e t . De Takjes, daar van overgezonden,
waren omtrent een Voet lang, rond,
en begroeid met kleine Takjes, die Blaadjes als
van de Heide hadden en aan ’t end ronde witte
Wollige Knoopen , uit ontelbaare Schubbetjes
beftaande, vanbinnen Zilverkleurig, van buiten
groen. Wegens de Zaaden , in de gezegde
Knoppen of Appeltjes vervat, oordeelde hy het
eenige overeenkomst te hebben met hetSchurft-
kruid. De Kelk is in vyven gedeeld en de
Bloem bellaat uit v y f fmalle Blaadjes. Door
twee.Stylen te hebben en een tweehokkige
Vrugt, is deeze, zo L i n n jE üs oordeelt,
genoegzaam van de anderen onderfcheiden.
(2) Brunia met vyfvoudig opleggende, als aan- u
geplakte Blaadjes, een Bloemtuiltje aan ’t Pakacea.
end; de Hoofdjes met uitfleekende Kofjes. Kaffi£e"
Deeze Soort gelykt naar de voorgaande,
maar heeft de Blaadjes kleiner, de Takken bedekkende.
Veel Bloempjes, met elkander in een
Haairige Kelk vervat, maaken een Pluim uit,
hebbende bleeke Kafjes tusichen de Bloempjes ,
twee-
(2) Brwtia Fol. quinquefariara itnbricati* appresfis , Co.
lymbo terminal!, Paleis Capitulomm exfortis. Bf.R», Ca*.
j 6. Mant» sS9-
U. Deel. IV. Stuk.