ftl. Alle de Soorten van djt Gefïagt hebben geviri*
IV> ' de Bladen, en deeze heeft dezelvenujtgegulpt,
Hoofd- waar door z y van de anderen verlchilt. De b y
naam is Pterota, by welken zy was voorgeftcld
’ door Browne , die haar op Jamaika vondt,
zo wel als S l o a n ë . Deeze merkt aan, dat
het Gewas naar den Laurier gelykt , met gewiekte
Jasmyn - Bladen, zynde de middelrib we-
derzyds als met een Vlies gevleugeld, en hef
Hout weinig minder hard dan Yzer; weshalve
men het Tzerhout noemde, De Vrugten zouden
j onder den naam van Baccce Fagarce, weleer
in de Apotheeken bekend geweest zyn, als
komende in eenige Samengedelde 'Geneesmiddelen
der Arabieren,
ii. (2 ) Zadelboom met de Gewrichten der Vin-
rr?«g*des. van onderen gedoomd,
Stinkende.
Dn Heer J a cqui n geeft een Afbeelding
van dit zonderlinge Gewas , dat van den Bok*
achtigen Stank zynen bynaam fchynt te hebben,
hoewel die thans aan de Eerde Soort toege-
fchreeven wordt. Het was te vooren door onsten
Ridder, zo wel als de andere, Schims of
gchinoides genoemd geweest, Pl u k e n ë -
1 1 us
Ci) Pagari articulis Pinnarum fubtus acuteatis. jacq_ Amér.
Hifi. p, 21. T. 14. iSchinus Tragodes. Sp. Plant, I. p 359.
Schinoides Petiolxs fdbtUS aculeatis. Hort. Cliff'. 439. Rhoi
Obfoniomm fimüis leptophylios Sic, Pluk. Alm, 'i 1$, T, ïójf
ÉèÊsêèMÈèMÈ^Ê.
t i ü s vergelykt het by de Sumach. Het is
een Takkige , byna regtopdaande , Heeder , iv.
van v y f Voeten hoog , die dubbelde, derke, gTUK^
kromme Doorens heeft aan de Leedjes en Knïet-
jes der Takken , en enkelde aan de Rug van
ieder Gewricht, daar de Vinblaadjes uit den
gewiektco Steel Ipruiten, zynde langwerpig ,
aan ’t end rond en domp, glad en ongekarteld.
De Bloemen, die klein zyn, komen by Trosjes
uit de Oxelen voort. Hy vondt dit Gewas op
de Zandige Zee - Oevers, by Port au Prince op
St., Domingo,
(o) Zadelboom met gekartelde Bladen, m.
Rhl Fagar*
Een gedoomd TCruiderig Boompje, met
fchenbladen, dat men gemeenlyk JapanfchePe-*se-
per noemt, maakt deeze Soort uit. De Stam
bereikt, volgens.Ka emp f e r , de hoogte van
twee Vademen. Het heeft een vetten Bast: het
Hout is ligt en zagt, met veel Pit van binnen.
Uit de Oxels der Bladdeelen komen hier en daar
Stekels voort. De Bloemen groei jen Tros wy.
z e , enbedaan uit zeven of agt Blaadjes, Knops-
wyze famepgevoegd , met even zo veel Meeldraadjes,
en een Kelk van Idergelyke verdeelin-
gen, doch meest zonder Kelk', ’c zy door misgroei
jing, zo hy aanmerkt,, of door eene Spee*
ling
f. Cs) Fagat-a Fóliis «enaris, Pipet japonicutn Sio & Sanfio
dlftum. KAEMPE. Antxn. 892. T. 893«.
K 5
___,_____
jl. Deel. iv, Stuk.