III.
Afpeel,
v.
HopFD- 5TU K .
wyvige tweejlagtige regtopjiaande Bloemen,
driezaadige Vrugten, de Steeltjes met eer
V,e rosje lfbll‘gheid%
Daar de Takken , Bladen en Bloemen, van
den voorgaanden zig naar alle Oorden uitflrek-
ten, waren de eerstgemelden in deeze waterpas
geftrekc en de Bloemen altemaal opwaards
gekeerd : de jonge Looten, de Bloem- en Blad-
Iteeltjes en de Kelk, bekleed met eene yle Wolligheid,
De Bladen waren, hier langwerpig
ovaal en fpit.s, van boven glad. Uit de Oxels
kwamen Tuiltjes van ongevaar zeven Bloempjes
, zonder Reuk. Een vyfdeelige Kelk bevatte
groene Schubbetjes, wpar buiten deMeel-
knopjes , en waar binnen een enkele S.tyl, met
eenen vierdeeligen Stempel.. De Vrugt was een
driehokkig, driekleppig, Huisje, met enkelde,
ronde, platachtige, uitgegulpte , zwarte zeer
gladde Zaaden. In hooge Berg - Bosfchen groeide
dit Gewas tot twintig Voeten, maar in ’t
Kreupelbofch , aan Zee, zelden zeven Voeterx
hoog, hebbende Bladen van vier of zes Duimen
lang. De Heer J A c q ü i n heeft het dus op
verfcheide der Westindifche Eilanden gevonden,
en de Wolligheid op Kuba Zilverachtig,
an.
paps. tricoccis, Petiolis Ferrugineo - tomentofis. Ibid. jACp.
jtmer. 16. Hijl. 74-. Rhmnnus arboreus, Foliis obovatis, Ve-
nofis. Ekown. Jam, 17a. Arbor Baccifeia Indica, Sce, Cojjm,
Jiorjt. Amji. I. p. I75. T, 9°.
28 r
anders overal Roestkleurig waargenomen. Het III.
werdt van de Franfchen op Martenique, moog- Afdeel.
lyk deswegen , Bois Couleuvre, dat is Slangen- Hoofd-
boom, geheten. stok.
(12) Wegedoorn, die ongedoornd is, met twee- xn .
huizige Bloemen en dubbeld gekarteldejnp-jjj5
Bladen. Aipifchê.
De gekartelde Bladen onderfcheiden deeze
van den Vuilboom , anders Sporckenhout genaamd
, op het eerfte aanzien, hoewel het Gewas
zeer gelykt naar dat der Duinbesfen of
Purgeerende Wegedoorn. Men vindt het ;by
-fommigen Beslendraagende zwarte Els , met
rimpelige Bladen , getyteid. De Bladen zyn
ook grooter dan in de Vuilboom, zo T odr-
k e f o r t aantekent. De Heer H a l l e r vondt
dit Gewas in ’t Gebergte Jura van Switzer-
land, en elders.' Het groeit ook , volgens anderen,
in Bourgonje.
/
(13) Wegedoorn > die ongedoornd is , een kruipenApamilus.
Kruipende,
f12) Rbamnas inermis , Flor. dloicis, Fol. duplicato* ere*
naris. Syst. Kat. XII. Keg. XIII. Rhamnus inermis, Fol. gla-
bris crenatis. Aft, ötlt, 349. T. 16. Frangula Ora Folii (errata.
Hall. Helv. 164. Fr. rugofiore et ampliore folio. TOUBN.
Inji. 612. Fr. altera polycarpos. C. B. Prodr. 160. Alnusnigra
polycarpos. C. B. Pin. 428. Alnus nigra baccifera rugofiore
folio f. major. J B. Hifi. I. p. 562.
(13) Rbamnus inermis iepens , Flor. hermaphroditis , Fol.
fers
s
i l . D e e l . I V . St u k .