Tab.VI. ultimo fimbriae extreme infiguntur, atque
hoc movent. Porro & locus d , heic pa-
tet , in quo omnes Tendines Mufculorum
Limbi, iuperiorem corporis Cochleae partem
ambientis, radicantur: qui dein una cum tunica
tendinea , totam corporis fpiram undequa-
que inveftiente, ad ultimum ufque fummum-
que Teftae apicem , nullibi quidem am-
plius infixi, fèd crifpati, efeendunt ; ibi-
que extremum adhuc Hepatis apicem contra-
hunt, 8c una cuminteftinis tantillum movent.
Superius , prope infertionem horumee Mufcue.
lorum, exiguus ccrnitur Mufculus e , qui Fau-
cium,Orifque partes,& Cartilaginem,qua Lingua
tegitur, fimul cum Palato, aliifque non-
nullis partibusannexis, introrfum trahit. Eum
vero tali ratione 8c deferibo ,8c icone fimul exhi-
beo j ut bafis Lingtiae^-, anteriufque ejus extre-
r mum acuminatum f 9 quod denticulis corneo-
oflèis eft inftruótum, liquido dignolci queant:
ut ut extra fitum naturalem omnia conftituta finte
Prodeunt deinde in confpeétum bini illi, admi-
hh' ratione dignilfimi, Mufculi h b , qui bina iupe-
riora Coraicula introvertendo, per horum ca-
vum oculos intra corpus reducunt. Crifpata
it Nervorum opticorum volumina i i , per hofce
Mufculos tranfparere,atque verfus Oculos cer-
nuntur excurrerc. Oculi ipfi binorum inftar ni-
gricantium punótorum fefe vifui ofièrunt • fupra
quos pars adhuc quaedam Corniculorum intro-
¡ef verforum k k , compafet. Sub prioribus bini
//. confpiciuntur Mufculi plani//, qui Labia 8c a-
lias quafdam Oris partes introrfum in cavum
corporis trahunt. Ad horum latera illud fé of-
m„Jé fert Mufculorum par min, quod, memoratis
Labiorum Mufculis infèrtum, bina inferiora Cornicila
in Colli Cochleae cavitatem reducit. Mu-
Ìculis ha£fcenus enumeratis interpofiti comparent
a». bini Mufculi perquam mirabiles, 8c validi n n,
qui tenacibus fefeTendinibus in corporis medium
defigunt, hocque diverfimode 8c fortiter movent,
atque intra Teftae orificium elevant. Inter
horumee Mufculorum Tendines proprius eft Me-
dullae fpinalis in Cochlea locus 5 quae inde omnibus
iftis partibus fuos cuilibetdiftribuitNervos,
liquidum nerveum, movendique 8c contrahendi
facultatem fuppeditantes : prout eximio quodam
modoipfo in corporevideripoteft.Quanam vero
tandem ratione Domunculae Os,five Tefta Cochleae
fabrefaóta fit, 8cqualibus ca gyris, parti-
tionibus, cameris ,parietibus ,6c cavitatibus gau-
deat; id fane fingulare artis opus in naturali qua-
dam Tefta quam optime perfpici poteft : etiamfi ea |
qua
alderuyterße eynde der foom , ingcent worden , en
die beiveegen. Vordere vertoont ßg de plaats ft
alwaar alle de Pefin van de mufculen der Limbus
o f rond lopende Raut van het bovenße des- li-
chaams des Slaks, haare inplantinge hebbende-
welke datt inet het pefig vlies, dat de gtmfche om.
draying van het lichaam over al bekleet, tot bet
alderuyterße ßipken des Hoornkens , Jonder ver-
dere inplanting, al krinkelendc om hoog loopen •
daar Jy Jelfs dit uyterße tipken van de Leerer te ß -
men trekken, en dat met de ingewanden hoewel
ßaauwelyk beiveegen. Om hoog, ten r.aaßen by aan
de inplanting deefer Spieren , ßet men het Muskel-
ken e, dat de deelen der Keel 9Mont, en fin Kratk-
beenken, dat de Tongbedekt, te ge ly k met bet Verht-
melte na binnen beiveegt; met vog eenige andere
deelen, die daar aän vafi Jyn. Het geen Jooäamg
van my wort befchreeven, en te gelyk uytgebeelt
dat men de gront der Tong g , en Jyn voorfie fpitfi
eynde f , dat met boembeenige tantkeris verßen ts9
klaarelyk kan bekennen: koewel alles uyt Jyn na.
turelyke plaats geleyt is. Waarop men ßet die twee
verwonderens waardige Spierkens h h , dewelke dt
oogen9 door de holte van de twee bovenße Hoorn-
kens, die Jy omßropen, binnen in het liebaam trekken.
De krinkelende drayingen der Geßgtfenun
1 i ßet men daar door ßchynen, en naa de Oogen
loopen, die haar als twee Jwarte ßipkens vertoo-
nen; waar booven aan men nog een gedeelte van de
omgeßroopte hoornkens (¡et kk. Hier onder xer-
toonen haar twee platte Spierkens 11, dewelke de
Lippent en eenige andere deelen van de Mont, bin-
nenwaarts in de holligheid van bet lichaam haalen.
Aan deefi haare Jyden ßet men het paar Muskel-
kens mm, dat de genoemde Mujculen der Lippen
ingeent wort , en dewelke het tweede paar Hoornkens
in de holte van de . hals des Slaks beweegen.
Lußchen deeße opgetelde Spierkens ßet men twee
rare en fierke Mufculen n n , dewelke met taye pe-
fen , in het middelfie van het liebaam o ingeplant
worden, en dat verfcheydelyk en kragtig bewegen t
en in de mont van het hoernken opwaarts trekken.
Tujfchen de Pefen van defe Spieren beefihet Rugge-
merg eygentlyk Jyn plaats- in de Slak , en het fendt
alle deefe deelkens de Semen toe, waar door fy de
geefi en kragt tot haare beweging ende t9 ßmen-
trekking ontfangen. Soo dat hetßlve feer heeriß
in het lichaam ßelfs te fien is. Hoe nu het Hoorn-
been, o f de Schaal, van de Slak ßlve geßelt is p,
en wat drayingen, verdeelingen, kameren, wan*.
den, en holligheeden het beeft, dat is bejonderljk,
kunßig in het leeven te fien: hoewel ik bet foo net
als ik heb kunnen, Jelfs na het leven ajgebeelt
beb
quäpotui, accurationc fiibricam hanc,uti revera
fe habet,exprimere fum conatus. Deniqiie extrema
ora fimbriae five pedis Cochleae qqqqq, in
qua omnes haófcenus recenfitos Mufculos adum- j
bravi, probe notari meretur. Caro aeque acl
fibrae 6c tendines Mufculorum emaculati funt 1
cajidoris ; ut carneam inter 6c tendineam eorum
partem hand multum intercedatdifcriminis,nifi j
ratione fubtilitatis 6c fbliditatis fibrarum.
Hifce ita prius accurate intellcól'is, ad interiora
Teftae defcribenda 6c ob oculos ponenda me nunc
accingo. Primum igitur, quod confideratio-
nem heic meretur , eft externum Teftae Orificium
a , quod pedetentim coarélatum 6c gyra-
tum fecundam cjus contignationem b9 efficit;
deinde autem adfcendens ulterius tertiam c , con-
ftituitI tandemque quartam d , 6c quintam e-,
quae poftrema eft, atque extremum Hepatis a-
picem fuo in cavo collocatum tenet.
Quodfi vero Teftam quis ferrula , de tenui
quadam lamina elafticahorologii confetta ,difcin-
dat, 6c intcriores dein omnes parietes, atque inter
, fepimentaforcipe acuminata, eftringat ; tunc
equidem elegantiffime confpiciet, quonam padfco
gyratio haec fefe intus habeat, 6c quomodo quin-
que camerae atque contignationes Teftae ibidem
compofitae, atque fpiraliter contortae fint: prout
in Tabula fexta fub numeris 1. 2. 3. 4 6c 5.
ad vivum repraefentavi.
Quin 6c haud minus concinne fernet intuen-
dam offert Tefta, fi alio modo praepareturj ita
nimirum, utfeapus internus, circa quern omnes
Teftae parietes atque interiora fèpta, uti in fca-
lis cochlidibus, gyrantur, folus fupcrfit. Turn
enim in apice fupremo fcapi, ubi loci quinta 8c
ultima coaflatio effra&a e ft, minutum cernitur
Foramen a9 quod totum fcapum, a fummo ad imum
ufque extremum, pervadit b, atque majus fem-
per 8c amplius eft ad Teftae introitum,quam qua
gyri decrefcentes terminantur. Foramina haec
clarius adhuc vifui patent, fi infima fcapi pars
penitus defringitur c , fcapufque feorfim confide-
ntur. In inultis domuncularum talium fpecie-
bus ifthaec fcapi foramina confpiciuntur, inde
quidem oriunda, quod omnes univerfae Teftae
gyri fuis quilibet fingularibus atque diftin&is
gaudcant parictibus, qui in fuis circumvolutio-
nibus inter fe conglutinati 8c quafi in unum coa-
liti.funt. Excipiuntur tamen hinc Teftae ejuf-
modi, quae omni plane gyro carent, atque
Fubuli ideo vocantur.
Quapropter fere omnes iftae Calycum fpecies
concipiendae funt ut oblongus quidam, cavus,
atque
heb. Eyndelyk ß o is de uyterße omtrek van de
fiom, o f voet, des Slaks qqqq q wel aan te merken
I waar in ik alle deeje opgetelde Mufculen heb
ajgebeelt j welkers vleefch foo wel als haar dra-
den en peefen beider wit ende blank Jyn, foo dat
tupfen het vlejtg en peesagtig gedeelte der Mufculen
niet veel onderJchey t i s , als in de fynte en vaftig-
heid der fibren.
Deeß Jaaken voor a f wel begreepen finde , foo
fa l ik nu het Hoorn ken inwendig befebryven , en
vertoonen. Hit eerße dat daar in opmerkelyk is , dat
is\Jyn Opening vanbuyten a , dewelke fig allenskens
vernauwende en omdrayende, de tweede foldering,
oj verdieping b , in het felve maakt: envoort op_
klimmende maakt by de der de c : en vervolgens de
vierde d, en de vyfde e dat de laatße i s , waar in
het uyterße tipke der Lever wort geplaatß.
Wanneer men nu de Hoorn met een faagken, dat
uyt een dünne veer van een Orologie is gemaakt,
0pen Jaagt; en voortal de binnenße wanden enajjchut-
feien met een Jpitfe nyptang daar uyt breekt; foo ßet
men feer aardig, hoe dat deefe draying inwendigftg
toedraagt; en hoe de vyf kameren , en verdeelingen,
van het Hoornken aldaar gefchikt, en kruls-gewys
geboogen fyn. Als ik op de Seße plaat9 by de mm-
mers 1.2. 3. 4. en 5. heb naa 9t leven ajgebeelt.
Alfoo naukeurig vertoont de Hoorn fyn fe lv e ,
wanneer men hem op een andere wys prepareert; en
dat men de inwendige Jpil, daar alle Jyn wanden en
binnenße muragien , als een wenteltrap omdrayen9
alleen overig laat. Op die tyt ßet men boven in
den top der fp il, daar hy van Jyn vyjde en laatße
omkrinkeling is afgebreoken geworden , een kleen
Gaatken a , dat hem van de eene Jyde tot de andere
Jyde van de fp il docrbcort b , finde altyt deeß opem
ning grooter en wyder aan den ingank van den
Hoorn, als daar Jyne drayingen eyndigen. Deefe 0-
peningen fiet men nog kiaarder, wanneer men het
onderße van de fp il daar heel ftjbreckt c , en die
alleen bejehout. In veele foorten van Hoornkens
ßet men deefe opening en van de Spil, dewelke haar
ccrfpronk tieemen, uyt oorfaak, dat alle de drayin_
gen der ganfehe heörn haare befondere en afgejehey_
de muragien hebben, die in haare omdrayingen aan
een gelymt9 en als te famen gebakken Jyn. Tenjy
dat de Hoorn geheel fonder alle drayingen is , op
welken tyt men hem een Pypken noemt.
Soo dat men 00k meefi alle deefe foorten van
Hoornkens4 als een langwerpige holte, en fpitfe
N n typ