it, Inlibr.
de Gener.
Amm.Ex-
erc. L.
J.In Lib.
ii.cap. 5.
de Chry-
fallidc.
t. Hift.
An. Lib.
v . C.1 9 .
nem : quandoquidem nitida ilia membrorum dif
pofitio in Nymphis adeo evidenter oculos ferit
vix ut in dubium vocari queat, utrum illae futura,
quae repraefentanfc, Animalcula jam revera
fint. Atque id ipfum dubio procul in caufa eft,
quareapud eundem Au&orem Nymphae,nominibus
fupradiótis quoque infignitae, reperiantur,
nulla interim earum in capite memorato data de-
fcriptione.
Verum ut uno ofcitante ofcitat Sc alter, ita 8c
fa&um e ft, ut incomparabilis Harveus a , eundem
cum Moufeto errorem errans in vera Chry-
fallidis notionc,ipfas ApumNymphas interChry-
fallides retulerit, inque iis, cum eodem Moufeto,
Ariftotele Sc Aldrovando, metamorphofin
confinxerit magis ingenioiam Sc fubtilem, quam
veracem atque rerum naturae conformem 1 fi-
quidem ipii aequeac Ariftoteli ^, turn Sc Aldrovando,
aliifque innumeris, ea federit opinio ,
quod Apicularum Nymphae haud adeo exade
omnes futuri Infedi partes, fed potius ovi fpe-
ciem, exhibeant.
Interim, quemadmodum Chryiallis quibuf-
dam duntaxat externis dotibus a Nympha dif-
crepat, quod ipfiim ante jam concsffimus > ad-
eoque hoc fenfu Nymphae nomine adpella-
ri poteft Sc debet : ita Sc hie loci infuper
notandum eft , quod ipfae etiam Nymphae
accidentali quodam , ut ajunt, difcrimine a le
mutuo different. Unde in Formicae vulgaris
Nympha longe accuratior obfervatur cum Formica
ipfa convenientia, quam quidem in Apum
Mufcarumve Nymphis, ft hae cum Animalculis
iftis conferuntur. Ut adeo idem difcrimen, quod
Nympham inter atque ChryÌàllidem obtinet,
ipfas etiam inter Nymphas locum habeat : verum
uti hae inter Nymphas didorum Iniedo-
rum differentiae mere acridentales ftmt ; atque
uti ipfaChryfallis (quod deinceps clarius innote-
fcet) per accidens folummodo difcrepat a N ym
phis memoratis ; ita fane difcrimen hocce admo-
dum parvi habendum elle momenti nobis vi-
detur, non obftante etiam iplius Ariftotelisc
placito, qui formae fimilitudinem in Nymphis
ftatuit, in Chryfallide vero ulla nafciturae formae,
aut proditurorum membrorum patere ve-
ftigia eoufque negat, ut earn potius ovo aflimila-
re non dubicet.
Namque ut accuratius demum de Chryfallide
five Aurelia fermocinemur, quippe quae revera
aliud eft nihil, nifi Nympha auricolor Sc veluti
auro obduda, neque fola Sc Temper hocce nomine
infigniri poteft vel debet ; quum non omnes
Nym>
fijndc de nette fehikkmg der leedstnüttn in de P t f
kens foo klaar rnn bet gefegt, dat bet fwamlyk i»
twyjfel fea kmnen getrocken werden , offe niet de
toekomende Dierkens, diefe vertoonen, felver enfijn,
Het welke ook fonder twijfel de reden is , waarom
je by hem onder de boven atmgeroerde «amen medt
gevonden werden, ende in het genoemde Hocrfi-ßttek
niet Verhandelt en ßjn.
Maar gelyk eene doling den anderen voortbrengi ;feu
is V ook dat de onvergelykelyke Harveus, dolende al~
hier met Moufetus ontrent de eygentlyke kennis van
een Gulde-pofken, felfs de Popkens van de Byen on.
der de Galde-Popkens beefi koomentefiellen,in wet-
ke ( naademaal fe feo net alle de deelen van bet toeko-
mende Dierken, nafejn, alsmede Arißoteles, Aldro-
vtmdus,ende oneyndige andere haargevoelen, niet eu
vertoonen, maar eer ingeßaltevaneen ey baar opdoen)
hy met den felve Moufetus, Arißoteles en Aldrovaa-
das een gedaante-vervorming, meer geeßig ende aar-
dig, als waeraghtig, ende den aart der dingen ge-
lykformig, verfiert beefi.
Dan egter gelyk bet Gulde-popken maarin eenige
toevallige hoedanigbeden verfebilt van het Popkot,
gelykwe te vooren ook toegeßaan hebbent en daarom
in die betekenis, ook een Nympba mag enmoet genoeent
worden; foo is na hier aanmerkelyk, dat felfs het eene
Popken van bet anderen, door een toevallig ander-
febeyt verfebilt. Waaromdan, dat men in het Popken
van een gemeene Mier,een veet netter overeenkoa-
tning met de Mier felver bevinden, alswe in de Popkens
van de Vliegenafte Byen, met defelve dierkens
vergeleeken, aanmerken; feo dat bet felve verßbil,
datwe aanmerken tuffen bet Popken eAde bet Gulde-
popken; ook plaats komt te grypen onder de Popkens
felver: maar gelyk defe verfehillentheden, in de
Popkens van de genoemde dierkens, maar toevalligh
ßjn; gelijk ook bet Gulde-popken maar toevalligh
( alswe in H vervolg klaarder verßaan füllen') verfebilt
van de opgeteldePopkens; foo is H, dat naa ons
oordeel, dit onderfeheit van feer kleen gewigbt moet
geagt werden; ende dat ook niet tegenßaande Arißoteles
indePopkens een gedaante gelykenis komt te
fiel len; ende inde Gulde-popkens alle blykelykkeyd
van gedaante ende vertooninge van ieedemaaten komt
te looebenen-, feo dat hy veel eer defelve met een ey
komt te vergelyken.
Dan om eens eygentlyk te fpreeken van bet Gulde-
popken, fijnde inder daat niet anders als een Popken
dat goutverwig ende als vergalt is ( ende welke naatn,
door redendatalle de Popkens, die defelve toegefchre-
ven vterdenr niet goutverwig en ßjn, bet alleen niet
Nymphae, quas Chryfallides ’ vocant., aureo j enkan, maar oak niet mag o f moet altyt draagen) het
fplcndore confpicuaefinte haec, inquam, Chry-
fallis haud fecus, ac modo de Nymphis prioribus
adferuimus, non folum omnes in fe partes futuri
Animalculi continet, fe d etiam ipfum illud futurum
Animalculum jam revera eft : id, quod Ariftote-
le s , Harveus, aliique innumeri inficiantur.
Prout autem praeterea adnotavimus, Formicae
Nympham a Nympha Apiculae, hancque a
Nympha Mufcae diferepare ; ita Se Chryfallis
(quod itidem indicavimus) ab omnibus illis dif-
cernitur. Id vero ut in Chryfallide v. g. Papi-
lionis a clarius ob oculos ponamus, congruum o-
. mnino erit, difìèrentias, quibus Se Nymphae inter
Ä.üab.
Ifxv.fig.
VI. & Y I I
fé, 8c Ghryfallides ab omnibus Nymphis di-
gnofei poflunt; tum Se id, quo Nymphae atque
Ghryfallides ab ipfis inde emerfuris Infedis diftè-
runt; jufto ordine tam in tribus illis ante memo-
ratis Nymphis, quam in Chryfallide, demon-
ftrare : ut adeo tanto innotefeat accuratius ea
praeprimis notatu digniffima dos, qua penitus
omnes inter fe conveniunt, quaeque, fècun-
dum nos, in exada futuri Animalculi, o-
mniumque ejus membrorum repraefèntatione
confiftit.
Primum ergo diferimen, quo fit, utNympha
■■ab.
xm.No.v.
'«¡Tab. »¿fai
Formicae b magis cum Formica conveniat,
quàm Mufcae, Apiculae, aut Papilionis Nympha
cum hifee Infèótis • Se himc a tribus iftis
modo memoratis Nymphis diverfà fit: id equi-
dem in eo fitum eft, quod Formica vulgaris,
minime alata, fedpediculis duntaxat Se antennis
praedita , harumee partimi! omnium fimilitudinem
aeque nitide Se diftinóte tum temporis ex-
hibeat, cum fub fpecie Nymphae delitefcit,
ac poftmodum., quando ipfam Formicae fìgu-
ram induit. Excipe faltem, quod pediculi Se
anteiYnae, quae in Formicae Nympha tanquam
complicatae obfervàntur , in Formica rurfus
alio penitus modo difpofltae atque eXporre6tae
fint. Quapropter fola fere partium diétarum
difpofìtio,quae in Formica alia eft, quam in ejus
Nympha , omne abfolvit inter utramque dif.
crimen ; quod quidem parvi admodum momenti
elle, nemo non facili riegotio animadver-
tit. Nihilo tamen fècius id ipfum, in Chry-
fallidibus haud bene obfervatum, effecit, ut
tota illius, quod palmarium eft in contempla-
tione lnfe&orum, cognitio Cimmeriis fepulta
tenebris ad hunc ufque diem jacuerit, Se fiéti-
tia ifla metamorphofis fuam duxerit originem.
Alterum difcrimen, quo Mufcae Nympha
c a figura Mufcae abludit, atque propterea
ab
jelve heeft, gelijk wy datelyk van de voorige Popkens
gefeght hebben, ende het geen Ariftoteles met Harveus
ende eenoneyndig getal andere lochenen; niet alleen
mede alle de deelen van het toekomende Dierken
in figbevat, maar het is ook het toekomende Dierken
felve. Ende gelijk v>y nu voorders aangemerkt heb-
ben9 dat het Popken van een Mier verfcheelt van het
Popken van een Bey, ende dat van een Bye verfcheelt
van dat van een Vlieg; foo is rt ook, dat het
Gulde-popken (gelyk ook aengeroert is ) mede verfcheelt
van dte allen. Het luelke op datwe ontrent een
Gulde-popken ,als by voorbeelt van een Cappelleken a,
klaarder moogen toonen: feo is V, datwe de onder-
fcheidentbeden, waar door het eene Popken van het an-
aire, ende het Gulde-popken van die alle onderkent
kan werden; als ook waar in datfe van de genoemde
Dierkens felve verfcheelem foo in alle de drie genoemde
Popkens, als mede in het Gulde-popken, gefchikte-
lyk füllen voorßellen; op dat alfeo het opmerkelykfte,
waar in fegebeel ende al over eenkomen, ende datwe
feggen een nette vertooninge van het toekomende Dierken
ende alle fijne Ieedemaaten te ß jn , te naukeurtger
mag bekent werden.
Het eerfle onderfeheit dan, waar door het Popken
van een Mier b meer der gelykenis met de Mier beefi;
als het. Popken van een Vlieg, Bye, ofte Capelleken
met de gefey de Dierkens; ende door welk onderfcheid,
het ook van alle de drie genoemde Popkens komt tever-
ficheelen: Dat felve befiaat hier in s dat de gemeene
Mier geen vleugelen, maar alleen pootkens, ende
hoornkens, b ebb ende; de gelykenis van alle die deelen,
foo net ende klaar, de geßalte van een Popken
aangenoomen hebbende, vettoont; als naderhant in
de geßalte van een Mier felver. Behalven nogtanst
dat de voetkens ende de hoornkens, die in het Popken
van de Mier, als^t fernen gevouwen, haar vertoonen,
in de Mier weder om op een heel andere wijfe
gefchikt ende uytgeßrekt ßjn. Soo dat fchier alleen.
de fehikking van de genoemde deelen, haar anders
vertonende in de Mier, als in haar Popken, het onderfeheit
tuffen het een ende het ander komt te maa-
ken; het welk van hoe weinig gewigbt het is , een
ider lightelyk bemerken kan. Ende nogtans om dat
dit niet 1vel ontrent de Gulde-popkens aangemerkt
is, foo is daar door de geheele kennis van het alder-
voornaamße, ontrent de bloedeloofe Dierkens aanmerkelyk}
in een vervarelyke donkerheid tot hier
toebegraven geworden: ende,de ingebeelde vervor-
ming heeft ’er haar oorferonk uitgetrokken.
Het tweede onderfeheit nu, waar door het Popken
van een Vlieg c afwijkt van de geßalte van defelve; en-
C H