Tab.
fig. I.
C A P U T X.
De Cerebro & Nervis: turn quomodo &
fuis hat partes Mufculis gaudeant,
quibtis antrorfum & retrorfum in corpore
moventur ; quae quidem flupenda}
atque in nullo haftenus Animantium ge-
nere audita 3 vel demonfirata res efl.
C^Ochleac Cerebro, ut Tub initium jam vcr-
J buio attigi, fixus quidam locus in corpore
quam diificillime poteft attribuii quum, jux-
ta ac aliae partes, iiiis gaudeat mufculis, quorum
ope moxantrorfum, mox rurfus retrorfum
in corpore trahitur. Ifthic vero Cerebri motus
in hoc Animalculo tam mirificus eft i ut inten-
tillìmam omnino animadveriìonem vel maxime
mereatur: quandoquidem iimile quid alicubi
haétenus in ullo animantium genere obtinere
nunquam obferyavi, nec a quopiam obfcrvatum
novi. Quapropter Cerebrum nunc ea ratione
deferibam atque icone repraefentabo,uti id ipfum
in Cochlea, quam lenta fub aquis morte intere-
meram, cònfpexi. Cerebrum plcrumque fuper
ipfo iìtum eft Ventriculo,qui una cum Gula fua
per rimam ,quam ibidem loci format Cerebrum
fempcr tranfmeat. Neque id folum in Cochleis
itaobtineti verum & in Bombycibus, aliilque
omnibus, quae haétenus examinare mihi conti-
git, Infeóris. Hane ob rationem, quando Ven-
triculus, cum Gula ,omnibufque Oris partibus.
vel extrorfum furfum, vel introrlum deorfum
trahitur i Cerebrum femper fupra Ventriculum
haerens fimul cum eo hue atque illue transfer-
tur- Hinccum in anatome Cerebri, diéfco modo
inftituta, omnes Oris partes antrorfum fuerint
protraétae atque evolutae ; has quoque omnes
Vi* Faucium ,Oris, àtque Palati partes a,primo ibi-
dem oculis expono. Ne vero Ventriculus fuo
cumOefophago quidpiam mihi adferret impe-
dimenti ,quo minus Cerebrum Nervofque piene
atque exa&e, uti fe habent, repraefentarc pof-
b_ fem - Ventriculum ideo anterius, circa Gulam*
* refeidi. Quo quidem cfficitur, ut Cerebrum c
mox in confpeétum prodeat. Conftat id veluti
binis partibus globofis, & hinc biferiam quali
divifum eft : e quolibet horumee globorum
Medullae fpinalis pars quaedam nafeitur, infil
i gnem utrinque nervum d </, referens ; quae qui-
dem ambae ita inter fe conftitutae funt, ut me-
dium relinquant hiatumlive rimam, perquam
. Ven-
H E T X. H O O F T S T U K .
Van de Herfenen ende Senuwen: Hoe fv
ook haare Mufculen hebben, en voor
cn agterwaarts in het lichaam beweegt
worden -y dat feer wonderlyk en tot nog
toe ongehoort is in eenige Dieren te
gebeuren.
DE Herfenen in de Sink fyn t gelyk ik in het
heg'tntjel met een woort heb aangeroert,
feer Jwarelyk een va/le plants in het lichaam aan te
wyfen, om dat Jy neffens alle de andere deelen bat.
fpieren hebben, waar doar Jy dan voorwaarts,
dan weer agterwaarts in het lichaam bewoogen 'worden.
En dit bewegen derHerJenen is feo wondtr-
baarlyk in dit Beesken, dat het de alderuyterfie immer
king verdient, alfoo ik het felve noit meer on-
dervonden heb 9 o f oit verßaan, dat bet in eenige
dieren plaats beeft. Hierom fa l ik de Her/enen
ook nu befchryven, en aftekenen, gelyk ik defelvt
geßen heb in een Sink, die ik langfaam in het water
heb doen ßerven. Haar plaats is gemenelyk
boven op de Maagh , dewelke met fyn Keel, altyt
doorde fpleet9 die de Herfenen aldaar maaken 9 heen
fihiet. En dat niet alleen in de Slakken, maar ook
in de Sydewurmen, en in alle de Infetten , die ik
tot nog toe geßen beb. En door deefe reeden, als dt
Maag, neffens fyn Keel,en alle de deelen des Monts,
't fy na buyten opwaarts, o f na binnen inwaartsgt-
trokken worden , foo ßhuyven de Herfenen altyt
heen en weer boven en over defelve. En daaron
alfoo in de ontleeding, die ik van de Herfenen op de
gefeyde manier gemaakt heb , alle de deelen des
monts voorwaarts getrokken en uytgejet waaren,
foo Jyn het alle deefe deelen van de Keel, Mont en
het Verhemelte a, die ik het eerße aldaar vertoon.
En op dat de Maag en fyn Slok-Darm my nietfou
beletten, om de Herfenen en Sennen in alle haare om-
ßandigheeden volmaaktelyk af te beeiden, foo beb
ik de Maagh voor aan by Jyn Keeldarm b afgefnet-
den. Waar door de Herfenen c ten eerßen haar
vertoonen, die uyt twee klootsgewyfe deelkens be-
ßaan, waar door Jy als in twee deelen onderfebey-
den worden, uyt ieder van welke een gedeelte van
het Ruggemerg Jyn oorjpronk neemt, in manier
als twee Jwaare Sennen dd, door welkers openmg,
o f fpleety de maag Jyn doortogt gegeeven wort. D*
genoemde twee nytfpruytende deelen der Herfenen
fyn eygentlyk het begintfil van het Ruggemerg,
die een weynig lager weer in een loopen, m e<
Ventriculo tranlitus conceditur. Memoratae
hae, ex Cerebro pullulantes, partes verum con-
ftituunt Medullae ipinalis principium, atque
Jb.VI- paulo profundius denuoin unum coeunt,nota-
I 1* t bilemque formant Nodulum <?, e quo deinceps
reliqui omnes Nervi , in partem corporis
inferiorem diftribiiti, oriuntur. Animadverten-
dum vero heic eft, Medullam ipinalem non
hocce folum in Animalculo geminam eile, fed
èc in Homine ipfo & Quadrupedibus ;eo faltem
intercedente difcrimine, quod in his exiguae
cujufdam copulae interventu eoadunata lit, mox-
que membrana communi involuta. Quin &
omnesNervi in hifce,è medulla oriundi,fco qui-
vis tempore,nodulosefficiunt five ganglia, quae
tunc ergo numero làltem plura lunt. In Bombycibus
limile quid obtinet, ubi bina illa Medullae
ipinalis principia multoties nodantur,
Di&um illud Medullae fpinalis in Cochlea
Ganglion fuis itidem pollet Mufculis, quorum
ope furfum deorfumque in corpore movetur.
f Primus enim ejus Mufculus perparvus eft / ,
fubtus e tunica, ganglion invetriente, oriundus,
inde fubter Ventriculum & Cerebrum delatus,
; tandemque tendine fuo, paulo fupra Linguae ba-
lìn, in partium Oris infìmam regionem infertus-
j qui hinc Nodulum hunc,una cumCerebro, ante-
riora verlùs movere valet. Reliquos Mufculos
ipfum denuo in pofteriora reducentes, cum La-
I biis internis habet communes ; quippe quorum
Mufculi, utrinque fuper hoc Ganglion dccurren-
tes, nonnullos eidem tendines infigunt,caetero-
quin comu olfeo Cochleae inferti: hiipfi autem
Mufculi poftquam ganglion Medullae ipinalis
fupermearunt j ex hoc eodem parvulum lòrtiun-
tur nervulum, qui facultatem & motum contra-
ftionis ipfis impertit. Ut vero omnis evitare-
tur confufio, non nifi exiguam horumee Mufcu-
^.lorum partemg , una cum Nervulo fuo, oculis
neicexhiberc potui ; qui quidem Nervulus inde
ulterius verfus corporis Cochleae fpiram aman-
uatur, ibidem forte variis aliis adhuc partibus
profpiciens.
bb. Porro binos e Cerebro prodire Nervos hh.ob-
fervamus,qui in Faucium, Oris & Palati par.
tes diftribuuntur, multiplici forte ufiii infer-
vientes. At perquam elegantes lunt Nervi opti-
["•C1 tl> qui fuis in apicibus, veluti in globulos
I k tlIrgcfcentibus , collocatos oftentant Oculos.
i ' ^one eos bini alii cemuntur Nervi k k9 qui ad
anteriora cutis, atque ad bafin Comiculorum»
^tribus quilibet ramis dèlati, inferioribus deinde
• Corniculis binos quoque largiuntur Nervulos//,
ejufdem
merkelyk Knoopken maaken e. waar uyt voorts alle
de vordere Sennen van het onderße gedeelte des
lichaams haar oorjpronk neemen. Alhier moet men
nu aanmerkenydat het Rugge-tnergh niet alleen in dit
Dierken dubbelt i s , maar ook felfs in de MenJ'chen,
ende de viervoetige Dieren ¡dan met dit onderfcheyty
dat het daar door een kleene vereeniging is aan
een gegroeit9 en dan voorts in een gerne en vlies be-
flooten. En alle de Senukens, die daar uyt Jpruy-
ten9 die maaken meede V fyner tyt haare knoopkens9
die veel in getal Jyn. Als,ook in de Sydewurmen
gebenrt, daar deefe twee beginfelen des Ruggemergs
haar verfcheydcmaal knoopen.
De gefeyde Knoop des Ruggen-mergs in de Slak
heeft meede fyne mufculen, waar door hy na boven
en na anderen in het lichaam bewoogen wort. Want
de eerße Spier, die by heefi9 is een kleen Muskelke f,
dat onder uyt het vlies, dat hem bekleet9 Jpruyten-
de9 en onder de Maag en de Herfenen doorlopende
met fyn pees effen boven de bafis der Tong9heel van
onderen9 in de deelen des Monds ingeplant wort9
en hem9 te weten de Knoop der Herfenen9 voorwaarts
beweegt. De andere Muskelkens, die hem weer te
gelyk met de Herfenen agterwaarts beweegen, die
heeft hy met de inwendige Lippen gemeen, welkers
Muskelkens , aan weerfyden over Hem heen lopenm
de9 hem eenige peezen inplanten 9 en wordende
vorder ingeent in het boornbeen van de Slak.- foo
verkrygen deefe Spieren, naa Jy over bemgepaffeert
fy n , uyt de knoop van het Ruggemergh , een kleen
Senuwken, dat haar de kragt en beweeging geeft
om haar te contraheeren: dan om alle verwarring
te myden9foo hebik niet als een kleen gedeelte van
deefe Mufculen g , neffens haare Senuw 9kunnenaf-
beeldem dewelke Senuw vorder naa de dray van
ket lichaam des Slax afgefonden wort, en aldaar
mogelyk nog verßheyde deelen verßet.
Vorders ßet men hoe dat uyt de Herfenen twee
Senuen hh fpruyten9 dewelke de deelen der Keel >
Mont, en van het Verhemelte, meede gedeelt worden
, en mogelyk veelderhande gebruyk hebben,
Maar befonder aardig Jyn de Senuen des geßgts
i i , dewelke op haare tippen, die knoopsgewys
uitgefet fy n , de Oogtn ten toon dragen. Hier nefo
Jens ßet men twee fernen k k , dewelke tot het
voorße gedeelte van de huyt, en degront der Hoorn-
kens, yder met dric takken lopende, voorts de on-
L I i derße