autem hae ipfae, quoufque confpiciUis auger
poiTunt, maximae repraefentarentur^ miracula
faneDivina,quac in iis confpicienda offer untur.
ncminem non attonitum eflpnt redditura
Obfervare cnim tunc liceret, quod Plumula*
rum defcriptarum quaelibet diftin&o infuper ni-
tatur caule,cujus intcrventu ea cum Fiftulis pulmonalibus
unitur turn quod plumularum aliae
aliis paffim majorcs, breviores, latiores, atque
alio 8c alio modo collocatae (int ; prout videlicet
ordo atque elegantia requirebat, Quin fi defra-
6bae forlàn alicubi occurrercnt Plumulac, harum
calami Tubulis pulmonalibus etiamnum in hae-
rentes ibi comparituri forent. Verum ipfa prae-
primis Plumularum fabrica fummopere admira-
bilem fernet exhibitura efltt : namque omnes
propemodum regularibus fex coftulis, tan“
quam totidem nervulis, quorum fingtili ingente
e numero regularium globulorum conftant, in-
tcrftindtae funt: id quod microicopii ope liquido
confpicitur ; quandoquidem omnes iftae Plu-
mulae itidcm perfpicuae funt: licet interim ad
mcmbranae Alarum claritatcm hatid pcrtingant-
Tandem etiam cernere liceret, quam mirabili
modo ipià Alarum membrana fabrefa&afit:
quippe quae fub microfcopio prominulis veluti
Papillis confita apparet» At fi praeflantiifimc-
rum quoque intcrventu microfcopiorum ea re-
praefentaretur- tum vero diftinóte demum conc
ic i pofièt, quod omnes iftae Papillae non fint
nifi totidem incurvati, cuipidati, pellucentes
apiculi fubtilium Papillarum expor rcétarum, c
quibus DEI Omnipotentia & Sapientia Sole meridiano
clarius elucet. Verum omnia ifthaec intra
exiguam unius figurae circumferentiam exprimi
nequeunt : quapropter & paucas faltem
ex ingenti iftarum inflexarum & acuminata rum
Papillarum numero , fub fpecic inlcriptorum
quorundam pun£torum,hac fuper Alarum membrana
cxhibui. Imo aflèverare aufim, quod ,
uteunque optimo quis microfcopio utatur, haud
tamen prius Papillas haice diftin&c fit vifurus,
nifi poftquam membranam Alarum ex parte
* dilaceraverit : acuti enim illi , quos memoravi
, apiculi tum demum ièfe manifeftant
quando, remotis omnibus impedimentis, in libero
aere conipiciuntur, Malnytgebeelt;
maar indieto men feganfeb in bet groot
wilde vertoonen, men fou verbaaft ßaan van wee*
gens de wonderen GODS, die daar in teßenfyn.
Want men fou aldaar bemerken , dat ieder vati
de befchreeve Pluymkens nog cp een dißintte
fteel ßont, waar meede bet met de Longpypkens
vereentgt was. Gelyk ook dat bet eene pluymkc
hier en daar groot er, kort er, brevder, en ook anders
als bet andere geplaatß was geworden i naa dat
de order en bet cieraat Julkx vereyfle. Soo men eenige
afgebrooke Pluymkens ontmoete, men fou de
ßeclen daar van nog op de lengaderkens vindenk
Maar boven al fou men in de Pluymkens felve haare
ßrutt nur verwonderen i die meefi alle met fes
reguliere ribbekcnS) als door foo veelefenuwkcns, afi
gedeelt worden, en dewelk yder uyt een grootgetal
reguliere bolletjes beßaan. Dat men klaar bemerkt
met bet vergrootglas, alfoo deefe Pluymkens meede
doorßgtig fyn. Hoewel dat fe op ver naa de beider
beid van bet Vlies der Vleugelen niet en be*
reyken»
Eyndelyk foo fou toten ook ßen , boe wonder»
baarlyk bet ilies der Vleugel gefabriceert was;
bet geen ßg onder een vergrootglas vertoont, als
of bet met verheere Tepeltjes was befait geworden.
Maar foo men bet door de alderexcellenfie
vergrootglaßn wilde uytbeelden , men fou dißinil
ßen, dat alle deefe Tepeltjes, niet als foo veele
kromgeboogen, en fpits toelopende, doorlvgtige punt-
kens van fyne tiytgerekte Tepeltjes waaren, die
de Almagtigbeid emle de Wysheid GODS middag
klaar ten toott ßelden. Maar dit alles is in geen
emtrek van een figuur te vertoonen ; waar um ik
maar een kleen gedeelte van het groot getal deefer
kromgeboge en fpits toelopende Tepeltjes, onder
degedaante van eenige uytgebeeldeftippelen)beb op
dit Vlies der Vleggtlen aangeweefen. En ik kan
verfekeren dat boe goet het vergrootglas is, dat men
deefe Tepeltjes niet eer dißinil ßen fal, voor men
dit Vlies eerß voor een gedeelte van een gefcheurt
beeft, want niet eer ß n de ßpitze pmtkens daar
van te ontdekken, voor dat men fe fonder alle bei
let feien in de ruime lucht ßen kan.
wk
Malleoli, & quorum ante mentionem feci,ali-
U. quantum irregularis funt figurae, &, in extrema
polita atque diftenfà definentes, colore gaudent
albicante. Repcrio autem ejufmodi Malleolos1
tantum non omnibus iis in Muicis, quibus ge-
minae tantum Alae conceflae funt. Porro Thoracis
fuperficies nonnihil refplendet, & Pilis fc-
taceis, fpadiceis, loco plumularum,obfita, fpa-
dicéo itidém colore ipià ornatur»
" V e n t e r o&o in Ànnulos kk fimiliter diftiri-
guitur, ac ante in Verme & Nympha jam exhi*
bui. Omnes ctiam ifti Articuli heic aeque , ac
in modo dióbis Animalculis , perfpicui funt.
Praeterea animadverto, Ventrem atque Caudam
quaquaverfùm Plumulis obtegi, quae aliquibus
in Iocis riigrac fuh't: atque haecratió eft, quam-
obrem Venter & Cauda nigris veluti annulis in-
terftin&a apparcant. Reìiquae, prioribus in-
terfitae,Plumulae ex albo flaveicunt,atque pror-
fus pellucidae funt. Cactcrum Venter univer-
fus fubtilibus undequaque Pilis obfitus eft, quorum
extrema fernet concriipant, & quodammo-
do inter fe mutuo implicari videntur ; quamvis
revera minime implexa fint.
Ulterius jam Foemcllac Caput a magnitudine
auóta quoque repraeicnto ; quod quidem ra-
tionc fabricae Antennarum a Capite Maris di-
1. icrcpat -aa. Quin & iliac Capitis Particulae »
inter & fubter quas Aculei Vaginula ièiè proten-
dit, in Fcemella multo minores funt, 8c diffici-
I bus di.gnofcuntur Z>£. Antennae autem cjus pari-
ter in duodecim veluti fc&ioncs divifàe funt
& Pilis Plumulilque fubfufcis undequaque obfi-
t. tae. Aculei Vagina c ,& reìiquae Particulae con-
ftrudtione & integumentis heic fimilibus, ac ante
in Mafculo defcripfi, gaudent. Tandem,
ne quidpiam deficiat, ipfam infuper Foemel-
lam , nativa magnitudine depi&am, icone quinta
exhibco. Internas Culicis partes haétenus non- i
dura accurate inveftigavi: unde hoc loco de iis
nihil proferam,
Multas diverfafque Culicum fpecies fubinde
obiervavi: praecipua autem eorum diferepantia
S co S , quod alii aculeati fint, alii vero Aculeo
Wat de Hamerkens h h aangaat, defelve fyn etnig-
lins irregulier van maakfel, en op het eynde haar
glad ende opgefpannen vertonende; de verruw van
defelve is witagtig. Deefe genoemde Hamerkens
vind ik meeß in alle de Vliegen, dewclkg maar
twee vleugelen fyn gtgeeven. Vorders is de Borß
eenigßns blinkent van gedaante , in plaats van
Pluymkens met Borßelige Hayrkens, die Kaßanje
bruynßn \ befet; Joo van gelyken is de Borß felve
Kaßanje bruyn.
De Buik is in agt Ringekens verdeeltkk jms.in
de Wurm en ket Popken meede vertoont is. Soo fyn
ook alle deefe Leeden, als in de genoemde Dierkens,
meede doorfebynent. Vorders foo hevind ik de Buyk
en Start geheel en al met Pluymkens befet te fyn,
dewelke op eenige plaatfen fwart ß n ; dat de ree-
den i s , waarotn de Buyk en Start ßg als door
fwarte ringekens verdeelt toont. De anderen tuß
fchen byde ß ear.de Pluymkens ßyn witachtig naa
bet geelen trekkende, en heel doorßgtig. Voorts is
degeheelen Buyk rontfom met ß n hayr befet; bet
welk op de eynden ßg als komt te kruyßen ,en eenigßns
in een te warren , fonder evcnwel verwart
te weefen.
Nog vertoon ik in bet groot het Hcoft van betWyf-
ken a, het welk van dat in bet Manneken in ket
maakfel van de Spiesjes verfchilt aa. Soo fyn ook dt
Deel kens , daar bet Angel-kokerke tuffebenende on-
derloapty -meede veel kleender en moeyelyker oni
te kennen bb. Vocrts fyn de Spiesjes meede als
in 12 afdeelir.gen cnderjdeyden, wefende vorders
de.g.nfcbe Spietjesmet h.yr enge bruynagtigeVluym-
■kens befit. fiet kokerke des Angels c ,tn tle vordere
Deelkcns fyn van flrußnur ende bekleetfel,
als in het Manneken bejehreven is. Eyndelyk cm
nergens in gebreckt te blyven, foo vertton ik mg
bet Wyjken levtns grootte, als in de vyfde ajbeel-
ding te (ten is. IVat de inwendige deele* belangt,
die heb ik tot nog toe niet naukeurig onderfogt
waarotn ik daar niets van feggen fal,
Veele en verßbtyde Joorten van Mug gen beb ik
nu en dm geobferveert; viiens vomwarne dißinSie
beflaat hier in,dat eenige met een angel,en dat andere
Yyyy ßn.