Tandem & deprehendimus, quod cum bafi primae
illius partis, cui forceps infiftit, alia adhuc
quaepiam, veluti praepilata, partícula articule-
tur, cujus extremo tres adhaerent digituli live
unguiculi incurvi,non eadem omnes ratione col*
locati, ncc fimili modo fàbrefàéti, quorumque
motores mufeuli in praepilata partícula recon-
duntur. Atque iic innotefeit, brachia haec di-
. verlimodc conftru6ta elfe,pro indole diverià A-
raneorum.
Ex hifee igitur luce meridiana clarius illuce-
feit, didos iftos artus minime antennas * icd
vera brachia vocari debere, antennafque in Ara-
neis aeque, ac in Scorpionibus,dceffe. Quum vero
fupra deferipta brachia ftupendo artificio con*
wort een ßomp vingerken gearticuleert, dat van eeh
bleke couleur is , een weynig naa bet geel rood trek*
kende. Tot men eyndelyk fiet ^ dat met de bafis van
bet eerße deelken, daar bet tongetje op(hat, nog een
ander , dat als geprepileert i s , gearticuleert wort,
9t geen dan op fyn eynde drie kromme vingerkens, of
klauwkens heefi, die verjchillig geplaatfl fy n , en
ook een verjchillig maakfel vertoonen, wordende de
muskelkens, die haar beweegen, in bet geprepileert
de deelken opgeßooten. En op deefe wys fiet men
deeje armen verfcbillig gemaakt, naa dat de aart der
Spinnen verfcheyden is.
cinnata fint,hinc jam ab annis aliquot ea afiervare
ficcata operae pretium duxi, ut quovis tempore
ad demonftrandum praefto eflènt.
Araneum longipedem pariter antennis carere
animadverto ; at brachia ejus unico Ìàltem un-
guiculo, curvo, nigro, longe ultra brachiiapi-
cem exporredo, armata funt. Crura ratione
iiiorum articulorum cum cruribus Retiarii de-
feriptis conveniunt ; atque ipfe quidem pes proprie
didus figillatim adhuc in articulos fiflus efl’e
Waaruyt dan onweerfpreckelyk blykt, dat deefe
deelen geen hoornkens, maar waaraghtige armen
moeten genoemt worden ; en ook dat de hoornkens iti
de Spinnen ontbreeken, gelyk in de Seorpioenen. En
alfoo de boven befchreeve armen admirabel en curieus
fyn ,f io heb ik fe ,n u al eenige jaarengeleeden, wiU
len bewaren en opdroogen, om Je tot aller tyt te
kunnen vertoonen.
videtur, qui binos in apice fuo unguiculos gerunt.
At vero ifthaec ulterius inveftigarc hoc tempore
mihi npn licet, quum medio Verfemur in hyeme,.
nec nifi exficcatos 6c baliàmo conditos araneos in
promptu habeam, in quibus equidem, praeci-
pue vero in Phalangiis majoribus, quaeaffervo,
evidentiifime confpici poteft, quod Araneis nul-
lae fint anteonae.
Servo etiam Araneum exiguum 6c coccineum
Lift eri; in quo, cum pariter ficcatus fit, haud
licet detegere, quanam ratione brachiorum api-
ces fefe habeant, nifi quod videam, eile paulo
crafliores proportione, quam pedes.
In Araneo ex viridi inaurato, alvo longiufcu-
ìa, praetenui, clariflimi illius Angli, animadverto,
brachia haec pariter unguiculum fimpli-
cem ad fua extrema gerere. Id ipfum in non-
nullisaliis, quos aflervo, Araneis pariter obti-
net: neque hos inter ullus eft, cujus brachia anteriorem
fuum articulum haud armatum mon-
ftrent. -
In brachiis Aranci lupi fingularem aliam adhuc
fàbricam obièrvare mihi videor, quam tarnen
funditus inveftigare nunc non potui.
Quantum ad dentes Araneorum attinet, eos
equidem a nemine Auótorum deferiptos hadlenus
De langvoetige Spinnekop bevind ik dat meede
geen hoornkens heefi, maar ß n e armen fyn alleen
met een enkelt nagelken , dat krom is i gewapent, en
verre boven den punt van defelve uytfteeken*
de 9 fynde van een fwarte couleur. De voeten koo*
men over een in haare articulatien met die van de
Nettebryeri dien ik befchreeven heb} en het fehynt
dat de voet nog particulier in leeden verdeelt wortt
hebbende meede op haar eynde twee klaauwkensi Dan
dit kan ik tegenswoordig niet verder naajoeken, aU
foo het midden in de winter is, en ik niet als ge*
drooghde en gebalfemde Spinnen by der hand heb.
In welke, en voomamelyk in de groote Spinnekop-
pen, die ik bewaar, men onweerleggelykßen kan,
dat de Spinnengeenen hoornkens hebben.
Ik bewaar ook de kleene en roodverwige Spin van
Lifter, dan aljoo die meede gedroogt i s , foo kan ik
daar in niet ontdekken, boe fyne armen vooraan ge*
fielt fyn, als alleen dat f e w at dikker naa proportie,
als de voeten fyn.
In den uit den grauwen vergulden Spin, met een
langen en feer dünnen bu 'tk, van dien vermaarden
Engelfinan, bevind ik dat deefe armen meede op
haar eynde met een enkelt nagelken gewäpent fyn.
Het felve heefi ook plaats in eenige andere Spinnen,
die ik bewaar, waar van dat daar geene fy n , o f dt
armen Jyn op haare voorße articulatien gewapent.
In de armen van den Wolffpin fehynt nog een
ander maakfel te Jyn, dat ik voor deefe reis, niet tot
de gront toe, heb kunnen examineeren.
Wat de tanden der Spinnen belangt, diefie ik dat
meede tot nog toe van geene Autkeuren befchreeven
fyn,
nuseflc comparò : quum, quae prò dentibus
habitae funt, partes revera tela vel fpicula iint
Araneorum, quibus capta aut deprehenfa Ani-
malcula confodiunt, tumque lànguinem corum
exfugunt. Ut autem de fpiculis prius agam,
feire oportet, eflè haec binas incurvas, corneo-
ofleas, acie acuta praeditas partes, rapacium a-
vium unguibus fabrica Cmiles, in Araneis fta-
tim fub oculis fitas. Articulantur autem cum
binis corporibus validis, firmis, comeo-oflcis &
mufculoils, quae mox fub feutó Thoracis, cui
di&i oculi infident, adfixa effe oblèrvantur. In
Retiario meo Araneo , quem Retiario Motifeti
limilem effe dixi, diftinfteconfpexi, quod bina
haecce firma oificula latere fuo interno in denti-
culares quafdam,nigricantes, eminentias exere ve-
rint, intra quas ipicula,uti cultri complicatilis lamina
intra lulcum fui manubrii, admodum fir-
miter St rato ab animali rccondebantur Se inclu-
debantur.
Diligente autem horum ipiculorum inftituto
examine, haud potui in iis vel minimas detegere
aperturas, quibus venenatus quidam humor ex-
cemi poiìèt ; cujufinodi quidem datur apertura
in dentibus five fpiculis Vermis, qui Sica vel Si-
carius vocatur,aut qualem perhibent dari in dentibus
quoque Viperarum. Imo ne in fpiculis
quidem Phalangiorum maximorum, longitudine
licet dimidium articulum primi manus digiti
aequantibus, halce reperire aperturas mihi Ii-
cuic.,
Praeterea nunquam vidi, Araneos, a me irri-
tatos, quidquam ideo liquoris virulenti exere-
ymè, ut ut quam attentifiimus in rem fuerim :
td interim D. Lìfttrus videtur adnotare, egoque
Ipfi lubens eoulque credam, donec pariter expe-
rientia edocear.
Admiratione perquam dignum eft, quod validi
adeo iolidique mufculi in corneo oflè ho-
rumee artuum, quibuscum juncta lunt ipicu-
la, inclufi haereant, quos etiam integros inde
eximere novi, dum eorum inftituo anatomen :
quale quid etiam in mufeulis brachia Cancrorum
moventibus obtinet. Dubio procul hi artus mul-
tum conveniunt cum internis Scorpionum forci-
pi us, quae itidem iùb eorum octilis collocatae
funt. Et ficubi verum eli,quod Aranei humorem
venenatum eruólent, 6cjuxta fpicula fua in fà-
aum vulnus deducant, poftquam hifee Animante
confoderunt : fané dicendum eft, haec fpicula
quoque Scorpii aculeo ad amuffim Umilia eflej
Co tamen cum diferimine, quod parte antica circa
49
Jyn, en de deelen, die men voor de tanden heefi ge-
noomen, dat fyn eygcntlyk de Pylen o f Spiesjes van
de Spinnekoppen geweeß, waar meede fy de Dieren,
diefe vangen, o f betrappen,doorbooren, en haar bloet
dan uytfiuygen. Maar om eerßelyk van de pyltjes te
fpreeken, fio moet men weeten, dat het felve twee
kromgebooge,hoornbeenige,en fpitsgevHemde deelen
mm van maakfel als de klaauwen der roojvogelen ,
die men ejfen onder de ogen in de Spinnen geplaatfi
fiet. Sy worden gearticuleert met tweeßerke ende
vafie hoornbeenige en mufculeufe deelen, die men efi
fen onder bet fchiltken van de borß, daar de genoem~
de oogen op flaan, haare connexien fien hebben in
myn Nettebryende Spinnekop, die ik gefeght heb ,
met die van Moufetus over een te koomen, daar
heb ik dflin&gefien, dat deefe twee vafie beendeten,
aan de binnenfte fy den, in eenige denticulare en fwart
gecouleurde Eminentien waaren uytgegroeyt, waar
in de pyltjes , gelyk een knipmes in de fieu f van
fyn hegt, feer vaft en feker van het dier quamen
ingeflooten en verborgen te worden.
Als ik nu deefe pyltjes wel examineerde, foo
heb ik daar de minfte openingen niet kunnen vinden,
waar door by eenige vergiftige vogt foude kunnen
iexcemeeren; gelyk de priem-of moort-wurm fio een
opening in ß n e tanden o f pyltjes heefi, o f gelyk
menfeght, dat ook de tanden der /langen hebben. En
felfs heb ik in de pyltjes der grootjle Spinnen, die
wel foo langh fyn als de helft van het lit der
eerße vinger van de hant, defi openingen niet kun~
nen vinden.
Ook heb ik noitgejten, dat, als ik de Spinnen ir-
riteerde, fy eenige vergiftende vogt daar door quamen
te loffcn, boe neerfiig dat ik daar op lette ; dat
nogtans de Heer Lifter febynt aan te teekenen; en
wdarinik bemgeern f io lang fa l geloovetf, tot ik
het meede bevtnde.
Verwonderlyk is het, wat fterke en fiolide muskelkens
in het hoornbeen defer leeden, daar de pyltjes
meede gearticuleert fyn, worden opgeflooten, en
die ik daar ook heel kan uyt fipareeren, als ik fe ont-
leede, even als ook in de mufiulen, die de armen der
Kreefien bewegen, plaats heefi. Deefe leeden komen
Jander alle twyfel' in veele deelen overecn met de
inwendige tangetjes der Seorpioenen, die meede onder
haare oogen geplaatfi fyn. En indien hetwaar-
aghtig is , dat de Spinnen vergifiige vogt uit-
werpen, en die langhs de Pyltjes in de wonde be-
weegen, als de Spinnen met defi angel de Dieren
doorbooren: Soo ift dat f e ook met den angel van de
Scorpioen Jindelyk over een komen, dan met dit oh-
derfibeyt, dat fe voor aan by de borß en montfiu-
N dt»