Tab. VI.
1
ejufdem cum fuperiorum Nervis fàbricae, itidem dtrßt boomkms, miede met twee kmops-gmyfi
apicibus globofis terminatos. Ulterius par
quoddam Nervorum tenerrimorum mm, e Ce-
rebro pullulatj quorum quilibet, inbinos partitus
ramos, ad cutis capitis Mufculosprocurrit, 6c in
utrumque latus binorum Cochleae infcriorum
Corniculorum fele infigit. Tandem duo ìnfi-
gniorcs confpiciuntur Nervi«», qui, Tub Oris,
Faucium,atque Palati partibusdecurrentes, hifce
in locis fefe diftribuunt, velmotui, velguftui,
vel utrique forte deftinati.
Nervorum deinde, ex Mcdullae fpinalis Ganglio
pullulantium, quidam Muiculis, ad utrum-
• ». que colli latus fitis oo, inferuntur, hifque mo-
P' turn impertiunt. Alii vero ad Vaia fpermatica p.
j Tunicafque 6c Mufculos 2,haec inveftientes 6c
moventes, ablegantur. Praeterea N ervi quidam
r.r. ex hoc Ganglio prodeunt r r , qui in partes mu-
Senuen 11 verßen , dew elk e van maakfelfyn , als die
der bovenße hoornkens. Vordere fiet men een paar feer
teere Senuen m m, uyt de Herfenen fpruyten,dewelke,
ieder haar in twee takken verdelende näa de Mufculen
van de huyt des hoofts loopen, en aan weerfyden
van het onderße paar Hoornkens in de Slak boar
inplantinge bebben. Eyndelyk fiet men twee fwaar-
der Senuen, dewelke onder de deelen van Mont,
Keel, en Verbemelte lop ende, aldaar haare incntin-
ge bebben, en welkers gebruyk o f tot beweeging^ 0f
tot finaak, of tot alle bey de dient.
fculofas, corporis latera moventes, diftribuun-
tur. Superius e dextro hujus Noduli latere
oblongus nafcitur Nervulus ; qui Umili Mu feu-
s. lo ftipatus ad Matricem s. tendit. Is autem
Mulculus fimul inlèrvire poteft ad Nervos fpi-
nales introrliim movendos. Pone priorem alii
bini adhuc cemuntur Nervi oblongi; quorum
alter fubter N ervuliim Matricis lèlè refle&it ; alter
vero, in duositerum ramos divifiis,corporis
De Senuen , dewelke uyt de knoop, die het Rt/gh*
merk maakt, fpruyten; daar dienen eenige van m
de Mufiulen aan weerfyden van den hals oo inge-
plant te worden, en die te beweegen. Andere weiterem
i. inleritur Limbo t , cujus ad partem fupernam
heicnonnullae adhuc librae confpiciuntur mulcu-
lofae, de Mulculo abdominis tranfverfali, intus
6c infra fub membranae Limbi concameratione
collocato, fuperftites. Ab altero, finiftro nid.
mirum, latere, ejufmodi quidam Nervus v , quoque
cemitur, qui 8c limili gaudet inlèrtione, 6c
èidem pariter ufui, ad fenfum videlicet atque
motum hifce partibus impertiendum, inlervit,
Tandem in finiftro latere etiam obfervari poteft,
quam multiplices validique Nervi ad partes corporis
medias atque inferiores tranlmittantur : vi-
Tab. VI. deamus primo quinam ad medium corporis.
Heic Nervi quidam inter tendines »»,fortis il-
lius Mulculi, qui medium corporis movet, in-
lie. i. x. feruntur x , atque ad Mufculos, juxtim decur-
rentes, ablegantur. Porro infignis animadver-
yyy. ritur Nervulorum yyy. numerus ; quorum alii
- longiulculi, alii breviores, quidam in binos, a-
lii in tres divifi funt ramulos laterales: delcen-
dunt ii ad fimbrias inferiores five pedem corporis,
ut huic 8c fentiendi 8c movendi fàculta-
tem impertiant. In latere dextro nullum ho-
rumce Nervorum exhibui,nenafccretur confu-
*. z-
At-
naa de Saatvaten p, en deVl'tefen, en Mu faulen
q , die haar bekleeden en beweegen, afgefinden.
Vordere fiet men eenige Senuen uyt deefi Knoop
fpruyten r r , die de mufculeufe deelen , dewelkedt
fyden des lichaams beweegen, toegefebikt fyn geworden.
Boven aan uyt de reghter fid e van dit
Knoopken fpruyt een langwerpig Senuwke, m offene
fig diergelyk een Spierken he eft, bet welk me
de Lyfmoeder s afge finden wort. En bet welkfpier-
ke ook dienen kan, om de Senuen des rugbgmts
naa binnen te bewegen. Hier neffens fiet men nog
twee langwerpige Senuen , waar van de eene fig
ombuygt onder het Senuwken des Lyfmoeders, at
het andere vorder in twee takken gedeelt worden-
de t dat he eft fyne inplanting in de Rant of Limbos
des lichaams t.- waar boven aan nog eenig tnufcitleu-
fe dr a den te fien fy n , van de dwarsdtadige Spier
des buykx, dewelke leyt binnen en beneden onder
het verwulffel van het vlies des rands. Aan de
ander en linker fide wort diergelyk een Senuw ver-
toont v , die defelve inplanting en het felve gebruyk
heeft , te weeten om deefe deelen het gevoelen e»
j beweegen toe te brengen. Eyndelyk fiet men in dt
linker f id e , wat al menigvuldige ende ßerke Sinnen
naa de middelße en onderße deelen des li-
chaams afge finden worden ; dis eerßelyk naa htt
middelße deel des lichaams. Alwaar eenige Sentient
tußchen de Pefien n n van die ßerke Muskel, dienet
middelße gedeelte des lichaams beweegt, bare in-
planting hebben ; en die tot de Spieren, die daar nef-,
fens loopen. afgeßiert worden. Vorder fiet men eett
groot getal Senuwkens y y y , waar van fommige
lang en andere korter f in s en eenige, die twee, e*
andere, die driefi-taxkens hebben; dewelke naa de
onderße firnen van het lichaam, o f devoet loopen,
en die hem fin gevoelen, roering, en b ew e g in ggeeven*
In de regter fide heb ik alle deefe Senuwen niet ver-
toonty om ge en confnfie te maakenz.
Atque hicefto hujus capitis finis. T u jam,
Leótor, judices velim, an DEUS inCercbri Ner-
vorumque Cochleae fabrica haud aeque ftupen-
dum fernet praebuerit, quam quidem in Hominis
aliufve cujuvis Animanti? fimilium partium
conftru&ione? Animum excipimus atque prin-
cipium intelligens; quae quidem uti haud patent
cultro anatomico, ita vcl minus etiam huc in.
comparationcm veniunt : haec ipfa enim funt,
quaequallibet,8c cotporeas 8c fpirituales, res per-
luftrant, animadvertunt, inveftigant, atque vel
profundiflimam Sapicntiae 8c Arcanorum DEI
in abyfium defeéndunt.
C A P U T XI.
De Mnfculis Corporis & Teflae, quae
Cochleis pro Offe efl: tum quam mirifico
modo Tefta intus fabrefatfa fit, &
quanam ratione accrefcat atque nutria-
tur. Tandem quo patio Cochlea in fuo
fefe Ovo moveat.
J Mnibus, quotquot unquam vel viderunt
Anatomen, notum eft haud polle
Mulculorum hiftoriam accurate intelligi aut-
addifei, priufquam cognita fuerintOlTa, quibus
ilü infiguntur : haec enim funt punóta fixa, ver-
fus quae trahitur atque movetur, quidquid in
corpore mötu gaudet validiore. Quantumvis
autem in Cochleis nudis nulla adfint Olfö ; adelt
tarnen apex quidam, cui Mufculi omnes infiguntur
: uti fuo tempore indicabo.
Sapientifltmus ille Archite&us, quifolus ex-
cogitavit, invenit, atque in ordinem redegit
omnia, differentes quoque in compofitione Ani-
mantium ftabilivit regulas, quarum ope eoidem
m omnibus fines atque fcopos confecutus eft ;
ut ut vel maxime modi 8c media, ad hos fines
perveniendi, inter le diferepent. In quibuldam
emm AnimantibusOilà intra corpus reperiuntur
collocata, hiique circumfulà caro adfigitur•
prout inHomine,Quadrupedibus,8c Volucrum
genere obtinet. In àliis iterum non nifi cartilagi-
nes,quibus Mufculi inlèruntur, licet invenire;
quod in Raja aliifque nonnullis Pifcibus obtinet.
Sepia non nifi unico gaudet per univerfum corpus
Olle, roftrum fi exceperis. In quibufdam,
quae fuam ob exilitatem haud notabilibus pol-
lent oflìbus, Mufculi in cutem fefe defigunt,aut
in certa quaedam, hunc in finem fabrefada, cal-
Jofa punóta concurrunt ; quae quidem aliquibus
m locis cornu vaccini mollioris duritiem aemulan
Waar meede ik dit Hooftßuk fal befluyten ,
tende den Leefer oordeelen ,o f GO D l niet alfbo wonder
ly k fig in het maakfel van de Herfenen en Senuen
van een Slak vertoont heefty als in dat van een
Menfih , o fvan eenig ander Di er? Wat de geefi en
reeden belangt, die valt niet onder het Sny-mes, en
nog minder onder deefe vergelykinge; om dat bet defelve
is , die alle de lichamelyke en geefielyke dingen
dourfiety aanmerkt,ende onderfioekt y f c l f s tot de
diepten der wysheid, en der verborgentbeid GODS.
H E T XI. H O O F T S T U K .
Van de Spieren des Lichaams j en te gelyk
van het Hoornken , dat het Been der
Slakken is 3 als meede hoefeltfaam dat het
Hoornke van bin nen is gemaakt,en op wat
manier het aangroeit en gevoedt wort.*
Vorder hoe figde Slak in fyn Ey beweegt.
HE t is kennelyk aan alle , die oit de Ontleeding
gefien hebben , dat men de Spieren niet te
regt verßaan nog begrypen kan , voor al eer men
kennijje he f t van de Beendeten, daar fy iss geplant
worden: want defelve fyn de vaßigheeden., waar toe
alles'getrokken en bewoogen wort, het geen. in het
lichaam met kragt beweegt wort. En hoewel in de
naakte Slakken geen been deren f i n , fio is daar eg-
terxeen puntyWaar in alle de Mufculen haare inen-
tinge hebben, als ik op fin tyt feggen fal.
Defe alwyfe Arcbiteff, die alleen alles bedagt,
tytgevtnden, ende geordineert he f t , die heeft in de
’/famenßelling der Dieren ook verfcbillige rege len
gemaakt; waar door Hy in alle de felve eynden en
oogmerken bereykt heeft; hoe feerfy ook verfcheelen
in de maniereny en de middeleiiy om tot die eynden
te komen. Want in fommige Sckepfclen worden de
Beendeten inwendig in het lichaam gevonden , en
het vleefch wort daar aan verknogt, als in de Men-
fehen , in de viervoetige Dieren, en de Vogelen
plaats heeft. In andere Dieren wederom fin niet als
Kraakbeenen te vinden, daar de Mufculen in geent
worden , gelyk in de Roch, en fommige andere Vif-
fchen plaats heeft. In de Vifchy de fpaanfehe Zcc-
katy is maar een Been, bebaken de WM, in het
ganfehe lichaam. En in fommige, die door haar kleente
geenmerkelyke beendeten hebben,fin de Spieren in de
huyt ingeplant , offy loopen tot fommige geordi-
neerde calleufe punten te firnen; die op eenige plaatfen
een hardigheid, als die van een weeke Koe-Hoorn heb-
M m ben.